Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Seven manieren van minne (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van Seven manieren van minne
Afbeelding van Seven manieren van minneToon afbeelding van titelpagina van Seven manieren van minne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jozef van Mierlo

Léonce Reypens



Genre

proza

Subgenre

traktaat


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Seven manieren van minne

(1926)– Beatrijs van Nazareth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

1Die · vifte maniere der minnen.Ga naar voetnoot1.

2S'Elcstont gesciet oec, dat die minne in der 3Ga naar margenoot+ zielen starkeleke verwecket wert · 'ende stormeleke 4op-ersteet met groten geruse ende met groter 5verwoetheit · 'alse oft si met gewout therte seereGa naar voetnoot5.

[pagina 17]
[p. 17]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

6breken · ende sele trecken vut hare seluen ende 7bouen har seluen in die ufeninghe van minnenGa naar voetnoot7. 8ende int gebreken der minnen. 'Ende stout wertsiGa naar voetnoot8. 9oec getrect in die begerte teruulne die grote werkeGa naar voetnoot9. 10<ende> die pure werke der minnen ochte terlangeneGa naar voetnoot10. 11die menichfoudeghe eischingen van min-Ga naar voetnoot11.

[pagina 18]
[p. 18]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

12Ga naar margenoot+ nen. 'Ofte si begert te rustene in die suete behelsingen 13van minnen, ende in die begerleke waelheit,Ga naar voetnoot13. 14ende in die genuechlicheit van hebbinghen,Ga naar voetnoot14. 15Ga naar margenoot+ // so dat hare herte ende hare sinne · 'dit sijn begerende,Ga naar voetnoot15. 16Ga naar margenoot+ ende erensteleke sukende ende hertelike 17meinende.

18'Alsi hier in es so es si so starc in den geeste· 19'ende vele begripende in therte, ende vromeger an 20dien lichame · ende spoedeger in den werken, ende 21seere doende van buten ende van binnen · 'so 22dat hare seluen dunct, dat al werket · 'ende onledichGa naar voetnoot22. 23es dat an hare es · al es si oec al stille van 24buten. 'Met desen so gevuelt si so starc tragenisseGa naar voetnoot24. 25van binnen, ende so grote verhangenheit van·Ga naar voetnoot25.

[pagina 19]
[p. 19]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

26minnen, ende vele ongeduricheiden in der begerten 27· 'ende menegerande wee van groter ongenuechten; 28ofte si ghevuelt weelicheit van grotenGa naar voetnoot28. 29gevuelne der minnen selue, // sonder enich waerommeGa naar margenoot+ 30· 'ofte van dien datsi sonderlinge eischendeGa naar voetnoot30. 31es met begerten in der minnen, ofte van ongenuechtenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot31. 32der onghebrukelicheit van minnen.

33'Ondertusschen so wert minne so onghemate 34ende so ouerbrekende in der sielen· 'alse har seluenGa naar voetnoot34. 35so starkeleke · 'ende so verwoedelike <berurt>Ga naar voetnoot35. 36int herte, dat hare dunct, dat har herte 37menichfoudeleke wert seere gewont 'ende datGa naar voetnoot37.

[pagina 20]
[p. 20]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

38die wonden dagelix veruerschet werden ende verseert, 39in smerteliker weelicheiden ende in nuerGa naar voetnoot39. 40iegenwordicheiden. 'Ende so dunct hare. dat har 41Ga naar margenoot+ adren ontpluken · 'ende hare bloet verwalt · ende 42Ga naar margenoot+ hare march verswijnt · ende hare been vercrencken,Ga naar voetnoot42. 43ende <hare> borst verbernt · 'ende hare kele 44Ga naar margenoot+ verdroget, so // dat hare anscijn ende al har 'ede 45gevuelen der hitten van binnen · 'ende des orwoeds 46van minnen. Si gevuelt oec die wile, dat 47een gescutte geet dicwile dor har herte toter kele·Ga naar voetnoot47. 48ende vort toten hersenen · 'alse of si hars sins 49gemissen soude.

50'Ende also gelijc alse .í. verslendende vier dat al 51Ga naar margenoot+ in heme trect · ende verteert dat <uerweldigen>Ga naar voetnoot51. 52mach · alsoe ghevuelt si, dattie minne uerwoed-

[pagina 21]
[p. 21]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

53delike binnen hare es werkende, sonder sparen 54ende sonder mate, ende al in hare treckende ende 55terende.

56'Ende hier mede wertsi sere ghequetst endeGa naar margenoot+ 57har herte sere gecrenct, ende al har macht verderuet. 58'Hare siele wert ghevoedt · ende hare minneGa naar voetnoot58. 59gheuoestert · ende har geest verhangen · 'wantGa naar voetnoot59. 60die minne es so hoghe bouen alle begripelicheit· 61'datsi negeene gebrukelicheit van hare en-//machGa naar margenoot+Ga naar voetnoot61. 62vercrigen. Ende van der weelicheide so begertsiGa naar voetnoot62. 63selcstont den bant te brekene, niet de enecheitGa naar voetnoot63.

[pagina 22]
[p. 22]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

64der minnen te scorne. <Maer> metten bande derGa naar voetnoot64. 65minnen es si so sere beduongen, ende metter onmaten 66der minnen es si <so> verwonnen, [so] 67datsi ne can gehouden mate na redene, noch geufenen 68redene met sinne, noch sparen met matenGa naar voetnoot68. 69- noch geduren na vroetheit.Ga naar voetnoot69.

70Ga naar margenoot+ So hare meer wert gegeuen van bouen, so si 71Ga naar margenoot+ meer es eiscende ende so hare meer wert uertoentGa naar voetnoot71. 72· 'so si meer uerhangen wert in begerten 73naerre te comene den lichte der warheit, ende der 74purheit · 'ende der edelheit, ende der gebrukelicheit 75der minnen. Ende altoes wert si meer ende 76meer getenet ende getrect, ende niet genuget noGa naar voetnoot76.

[pagina 23]
[p. 23]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

77gesadet. 'Dat selue dat hare meest <tert ende 78quetst · dat selue est dat har meest> ganst · endeGa naar margenoot+ 79sacht; ende dat hare <dipst> sleet die wonde 80· 'dat geuet hare · // allene ghesunde.Ga naar margenoot+

voetnoot1.
Uit de eerste woorden blijkt weer de grootere oorspronkelijkheid van B: het parallelisme van selcstont geschiet met het selcstont gesciet van de vorige manier, wordt in H en W geheel gebroken; deze hebben het verband van de beide manieren niet ingezien.
margenoot+
W 295v
voetnoot5.
Verwoetheit, tegenover verwentheit van H en W, is wel het oorspronkelijke.
Seere: wel te lezen sele. Is seere een dialectvorm geweest?
[tekstkritische noot]6 ende1... in] ende buten har seluer trecken sule in H id. W, met soude voor sule 8 gebreken]gebruken H ende int gebreken der minnen om. W; Ende... getrect] ende wert dan getrect H 'Ende werd dan ghetoghen W 9 teruulne]van minnen tervolne H van minnen te volghene W 10 H W in B; der] van W; terlangene] verlangene H W 11 menichfoudeghe]menichuout W; eischingen] om. W; van] der H W
voetnoot7.
In: een lezing ende, met weglating dan van ende vóór int van 8, zou een veel beteren zin leveren. De oefening van minnen wordt immers gewoonlijk voorgesteld als geschiedend met de gewone zielekrachten; het gebreken is het tekortschieten dier krachten, en het gebruken het passief verheven worden in de hoogste Godsgenieting.
voetnoot8.
Gebreken: hiervoor zet H gebruken; in Wontbreekt de zinsnede. Gebreken, in den zin van bezwijken, te kort schieten past beter bij het mystieke stadium der geheele Maniere, al levert gebruken, in verband met 12-17, ook een goeden zin.
Stout: in plaats hiervan hebben H en W dan. De plaats van het woord in den zin schijnt te wijzen op een bepaling van tijd. Is het: selcstout, dat verminkt en verkeerd werd afgeschreven? Het volgende oec maakt de plaats parallel met Selcstont gesciet oec, van 2. Ook de tegenstelling met Ofte si begert van 12 doet de voorkeur geven aan de voorgestelde lezing. Stout, zoo het oorspronkelijk is, kan hier alleen beteekenen sterk. In tegenstelling dan met: Ofte si begert te rustene.
voetnoot9.
Teruulne: tot stand te brengen. Zie Woordenlijst.
voetnoot10.
<ende> die pure werke: de lezing in die pure werke van B voldoet weinig, omdat zij niet laat zien wat die grote werke zijn waar onmiddellijk tevoren spraak van is. Ende integendeel maakt het duidelijk dat het over die verheven liefdeblijken gaat waar reeds in de Derde Maniere spraak van was. Maar ook zóó schijnt de plaats niet zuiver. Heeft het oorspronkelijke in de plaats van het tweede werke geen ander woord gehad?
Terlange: even als de variante verlangen van H en W, heeft hier de beteekenis van bereiken.
voetnoot11.
Eischinge: wat geëischt wordt, namelijk God te beminnen gelijk Hij het verdient en gelijk toch geen schepsel het volledig kan doen. Vgl. Ruusbroec, XII Beghinen, 72, 20.
[tekstkritische noot]12 'ofte... minnen] om. W, waar het verder verplaatst is 13 die] om. W; waelheit] hier na plaatst W de boven weggelaten zinsnede: of si begheert te rusten in die soete helsinghe der minnen, en gaal voort: ende ghenoechte van hebben so 14 in die] om. H 15 dat hare herte] dat therte H W; ende] om. W; hare] alle die H; dit] om. H W 17 meinende] minnende W 18 Alsi] Als si W alsi, zonder voorafgaande interpunctie, B H 19 ende] so add. H W; vromeger] vromich W 20 ende] om. H; in] an W 21 doende] beide add. H 22 dunct] denkt W, werket] werke H dat alle werke W 23 es] sie H si W; es si] war se H W; van buten] an den lighame H W 24 'Met] 'ende met add. H W; so] om. W; si] om. W; so starc tragenisse] oec treckenisse H treckinghe W 25 so] om. H W
margenoot+
H 193 b
voetnoot13.
Begerleke: innige.
voetnoot14.
Hebbinghen: vreugdevol bezit der Godsliefde.
margenoot+
fo 31v
voetnoot15.
Dit, nam. te rustene van 12.
margenoot+
W 260r
voetnoot22.
Dat: dat het.
voetnoot24.
Tragenisse staat niet bij Verdam opgeteekend. Het komt wel van tregen ook tragen geschreven, met de beteekenis: ontstemd zijn, verdrietig zijn, of het land hebben over iets lat. accidiari wat een goeden zin levert. Maar de varianten treckenisse van H en treckinge van W voldoen toch beter als zijnde de mystieke term, in 6 nog gebezigd, waarbij de grote verhangenheit van 25 past, gelijk gevolg op oorzaak. Is tragenisse misschien verkeerd geschreven voor trackenisse van tracken andere vorm van trecken met mogelijke beteekenis beiden, harren?
voetnoot25.
Verhangenheit: niet bij Verdam. Even als treckinge, mystieke term voor den toestand aangeduid in III, 43: dat es hare ene grote pine, datsi dat moet begeren datsi niet enmach vercrigen. Vgl, V, 59; 72; VII, 19. Beatrijs gebruikt het woord wel graag.
[tekstkritische noot]26 ongeduricheiden] onghedurichder W 28 weelicheit] weeldicheit W; groten gevuelne] groter nopinghe W 29 enich] om. H W 30 van] om W: sonderlinghe] sonderlic H eischende ershende H 32 onghebrukelicheit] onbrukinghe W; van] der H W 33 Ondertusschen] 'ende ondertiden HW; so1] om. W; onghemate] onmate W; 34 ende so ouerbrekende] om. W 35 starkeleke] cragtelike HW; H W bernt B 37 menechfoudeleke] menechfuldech H menichfout W seere] om. H W; dat] om. H W
voetnoot28.
Van groten gevuelne: veroorzaakt door het groote gevoel dat zij heeft van minne. W heeft nopinghe dat beter uitdrukt wat bedoeld wordt: het bezeten zijn door de ongepaaide liefde.
margenoot+
fo 32r; W 260v
voetnoot30.
Ofte... ofte: tegenover het louter grote gevuelne der minnen selue, sonder enig waeromme van 28, twee ‘waeromme’.
margenoot+
H 193 c
voetnoot31.
Van ongenuechten der onghebrukelicheit: ‘ongenuechte’ voortgebracht door het wegblijven der eindgenieting.
voetnoot34.
Ouerbrekende: buiten zijn oevers tredend, overstroomend. In de beteekenis hier van sterke overweldiging der ziel door de mystieke genade. Vgl. Hadewijch, Br., VI, 361 = ouerbrake.
voetnoot35.
Berurt: aldus HW tegenover bernt in B. Dit laatste is wel een verkeerde lezing, ontstaan door een verwaarloosd arkortingsteeken na de u van het voorbeeld, die als n gelezen werd. Bernen wordt immers niet wederkeerig gebezigd als hier: har seluen... bernt. Berurt integendeel geeft den gewenschten zin.
Hier hebben wij de beschrijving van den mystieken orewoet, zooals meermaals bij Hadewijch. Maar bij deze is de teekening nooit zoo gedetailleerd-realistischwansmakelijk, als blijkt uit de vergelijking met een of ander van haar hevigste plaatsen, als b.v. Vis. VII, begin.
voetnoot37.
Seere: pijnlijk, smartelijk.
[tekstkritische noot]38 veruerschet... verseert] verseert werden H W 39 weelicheiden] voelicheit W, wel uit verkeerde lezing van welicheit 40 dat] al add. H W; ontpluken] op luken H 41 ende] al add. W; verwalt] verwelt H W; ende 2] om. H W 42 been] gebeinte H W; vercrenken] vercrenct H cranct W 43 bijgevoegd naar har HW; 44 anscyn] aensicht W 45 ende... minnen] der minnen W; des orwoets] dis orvuts H 46 van] vander H; gevuelt] gheuoelen W; die wile] diec wile W, uit dier wile verbeterd 47 gescutte] scut W; dicwile] om. H W; gaet] doer haer herte gaet transp. W 48 ende... hersenen] om. HW 49 gemissen] missen W 50 also gelyc] geliker wis H ghelijc W 51 verteert] vertrect H; dat]dattet W; verwerdegen B, naar verweltgen H verweldighen W verbeterd 52 ghevuelt] gheuoelen W
voetnoot39.
In nuer iegenwordecheiden: in een zich opnieuw doen gevoelen, in nieuwe actualiteit.
margenoot+
Kern 576
margenoot+
W 261r
voetnoot42.
Been: is wel de goede lezing tegenover gebeinte van HW. Immers de beenen zijn duidelijk bedoeld.
margenoot+
fo 32v
voetnoot47.
Gescutte: overdrachtelijk: pijl, hevig-vlijmende gewaarwording. Het Latijn heeft sagitta.
margenoot+
H 193 d
voetnoot51.
Dat: dat het.
Verweldigen: naar verweltgen van H en verweldeghen van W uit verwerdegen verbeterd. Dit woord staat in 't Mnl. alleen opgeteekend in de beteekenis: zich verwaardigen, beteekenis die hier niet past. Integendeel verweldigen, in zijn macht krijgen, bevredigt alleszins.
[tekstkritische noot]53 binnen... werkende] es werkende in hare H werkende is in haer W; sonder sparen ende] om. W 54 al in hare] in haer al W 56 Ende] om. H W 'ende B; ghequetst] gequelt ende gequetst HW 57 sere] om. HW; macht] marg H W 58 wert] om. H W ghevoedt] gevut H gheuoelt, de I bijgevoegd, W; ende] om. H W 59 gheuoestert] gefusterd H ghestoffeert W 60 die] om. H; begri, pelicheit... vercrigen] begriplicheit van hare magt H begheren van hare macht W 62 der] dir H W; weelicheide] welicheit H weellichheit, uit weellichdicheit, die doorgehaald W; so] om. H 63 den] dien H W; niet] Niet H W
margenoot+
W 261v
voetnoot58.
Ghevoedt... gheuoestert: derwijze dat hetgeen zij ontvangt aan liefdegenieting haar des te ongeduriger maakt naar de ontbrekende ‘gheheelheit’ der minne in de eindgenieting, de ‘gebrukelicheit’.
voetnoot59.
Verhangen: buiten zichzelve getrokken naar een liefdegenieting die zij nog niet bezit. Vgl. 25.
Want... vercrigen: Minne is zóo verheven dat men ze (met de gewone genade) niet kan bereiken, en dus haar niet kan genieten.
margenoot+
fo 33r
voetnoot61.
Datsi: de ziel nl.; hare: de Minne.
Gebruchelicheit: de eindgenieting in de opperste mystieke begenadiging.
voetnoot62.
Der: aanwijzend, deze.
voetnoot63.
Bant: nam. den band der minne, gewoon mystiek beeld voor de liefdevereeniging. Vgl. 64.
Niet... scorne: scorne is tegenover storne van HW wel de oorspronkelijke lezing. Zij past heelemaal bij het beeld van den minneband.
Al hebben de drie hss. niet, het zal niet de oorspronkelijke lezing zijn. Het woord levert hier lastig een zin. Met, in den zin van door kan gemakkelijk verondersteld worden. Men krijgt dan een uitleg van de beeldspraak den band te brekene. Ook een oorspronkelijk uit geeft een goeden zin. Scoren zou dan intransitief gebruikt zijn in den zin van ontbonden worden, scheiden.
[tekstkritische noot]64 scorne] storne H W; metten, zonder voorafgaande interpunctie B mar metten H 'Maer mitten W 65 sere] om. H W; beduongen] ghebonden met, voorafgaand, verwonnen in lit. 66 H W al B; [so] om. H W 67 ne] en H; gehouden houden W; noch geufenen redene] om. W 68 sparen]spraken W 69 geduren] gedurecheit H; na] mit W; 70 'So] 'Want so H W 72 uerhangen wert] transp. H W 73 ende] om. H W 74 ende1] om. H W; ende der gebrukelicheit] der ghebrukinghe W 75 ende meer] om. W 76 getrect] gecreit H ghesiert W; gesadet] gesagt H W
voetnoot64.
Maer: Gezien de varianten van H en W valt waarschijnlijk te lezen: Maer metten bande der minnen es si so sere beduongen, ende metter onmaten der minnen es si so verwonnen datsi... Maer, uit H W bijgevoegd, pleit ook tegen de oorspronkelijkheid van het voorgaande niet.
voetnoot68.
Sparen met maten: maat houden in haar stormende liefdebeoefening.
voetnoot69.
Geduren na vroetheit: blijven bij hetgeen de rede haar zegt mogelijk te zijn.
margenoot+
W 262r
margenoot+
H 194 a
voetnoot71.
Uertoent: voorgehouden, in 't zicht, als boven haar, gesteld.
voetnoot76.
Getrect: H heeft hier de variante gecreit, dat is: gesard, welk woord nu nog in het Brabantsch zeer gebruikelijk is. Naast het synonieme getenet, zou het wel oorspronkelijk kunnen zijn. Toch past ook getrect, want het is juist het mystieke opgetrokken worden tot wat nog niet bereikbaar is dat tenet en creil. Al deze voorstellingen zijn weer zoo gansch in den geest van Hadewijch. In deze laatste paragraaf staat het eigenaardige der Vijfde Maniere goed geteekend: het is een mengsel van liefdegenieting en liefdeontbering in acuut wee, omdat juist hetgeen men van de liefde geniet het verlangen kwetst om te bereiken wat men van de ‘alheid’ der liefde nog moet ontberen.
Het Latijn heeft deze Maniere weer zeer vrij behandeld. Enkele bizonderheden staan niet zoo bepaald in 't Dietsch. De biograaf schuift ze in uit zijn kennis van het vroeger leven van Beatrijs. Van den zin Siquidem ipsum cor, waarin gezegd wordt dat de mystiekerin soms haar hart hoorde breken als een vaas die scheurt, hoe mooi dit beeld ook weze, komt niets voor in het Dietsch, tenzij de uitdrukking: seere breken.
[tekstkritische noot]77 add. H, id. W met deert voor tert en is voor ist 78 ganst ende sacht] transp. W 79 add. H W allene] meest H W
1 om. H W 2 Alse] Inder sesder maniren add. H W 3 hoger] om. H W 4 geuult si] voelse W; andre maniere] anders wesens H ander wee W; in naerren... bekinne]in narre ende in hoger kinnen H id. W, met kennisse voor kinnen 7 datsi] om. H; gebrekingen]gebreken H W 8 H W; in B verliep de kopiïst naar het volgende heft
margenoot+
Kern 577
margenoot+
fo 33v

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken