Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vogeltje Grijp (1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vogeltje Grijp
Afbeelding van Vogeltje GrijpToon afbeelding van titelpagina van Vogeltje Grijp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.98 MB)

Scans (8.36 MB)

ebook (5.65 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vogeltje Grijp

(1945)–Joh. H. Been–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Vierde hoofdstuk
De looze streken van mr. Reineke

HET gaf een ontroering in het anders zoo rustige dorp, toen men vernam, welk een hoog vreemdeling daar aangekomen was!

Al de jonge dames onder de dieren babbelden onder elkaar over mr. Reineke, die langen tijd aan het Hof geleefd had in de onmiddellijke nabijheid van Hunne Majesteiten den Leeuw en de Leeuwin, en een kostbaren talisman had meegebracht, welke zijn aanstaande vrouw jeugd en schoonheid zou verzekeren.

Het leed niet lang, of mr. Reineke kreeg van alle kanten uitnoodigingen, om eens een avondje op de thee te komen of wel om gezellig te komen eten, zoo maar huiselijk, zonder dat er drukte van werd gemaakt, schreef men bij de uitnoodigingen.

De vos begreep bij zulk een vriendelijke uitnoodiging héél goed, dat men voor hem het beste op tafel zou zetten, en hij liet zich dan ook met een gezicht, alsof hij aan 's konings tafel nog heel wat anders gewoon was, het lekkere eten en drinken bijzonder goed smaken.

Niemand vertelde hem, dat men van mevrouw Ekster het fijne van de zaak wist, want aan ieder op zijn beurt had zij dit onder de diepste geheimhouding verteld. Wel neen, men ontving den vos natuurlijk enkel en alleen om zijn persoon.

Zoo moest het althans schijnen, en mr. Reineke hield zich even natuurlijk van den domme, vertelde langs zijn neus

[pagina 40]
[p. 40]

weg van het Hof, hoe vroolijk het daar toeging, hoe machtig Zijne Majesteit was en alle mogelijke leugens die hij maar verzinnen kon.

Ook ons poesje had van den voornamen vreemdeling gehoord en wel van niemand anders dan van mevrouw Ekster, die er dadelijk op had laten volgen:



illustratie
'Dat was net een goede echtgenoot voor jou,' zei mevrouw Ekster.


'Dat was nu net een goede echtgenoot voor jou, Zéphyrine.'

Zéphyrine had de oogen neergeslagen en dat denkbeeld ver van zich afgegooid.

'Ik ben nog veel te jong, mevrouw.'

'Kom, kom, kind! Je moet de gelegenheid waarnemen, als die zich voordoet. En wat dat jong-zijn betreft, wel daar heb ik twee bezwaren tegen.'

'Och kom! En welke zijn die bezwaren?'

'In de eerste plaats, dat als je alle partijen afslaat, zooals

[pagina 41]
[p. 41]

je tot nu toe gedaan hebt, je gevaar loopt te blijven zitten.' Poesje glimlachte fijntjes. Ze dacht aan Waakzaam.

't Was, alsof mevrouw Ekster in haar hart gelezen had, want dadelijk liet zij er op volgen:

'Dien Waakzaam zou ik maar uit m'n gedachten zetten, kind!'

Zéphyrine vond dien raad lang niet vriendelijk, maar zag mevrouw Ekster aan, alsof ze haar niet begreep.

'Ja, ja, kind! Ik heb meer van die jonge spring-in-'t-velds de wereld zien ingaan, om nooit weer terug te komen naar het meisje, aan wie zij trouw beloofd hadden.'

'Maar Waakzaam is trouw....'

Dat kwam bij Zéphyrine over de tong, zonder dat ze er erg in had.

Ze sloeg dadelijk in verwarring de oogen neer en had er wàt een spijt van, dat ze zoo voortvarend was geweest.

Het hielp haar niet veel, want mevrouw Ekster ging onbarmhartig voort:

'Als Waakzaam zoo trouw was, zou hij al teruggekeerd zijn.'

Zéphyrine voelde de tranen in haar oogen komen.

O ja, waarom bleef Waakzaam zoo vreeselijk lang weg, waarom liet hij niets van zich hooren?

Ze slikte haar tranen in, en met geweld haar leed onderdrukkende, merkte ze handig op:

'U had nòg een reden, mevrouw.'

'Wat?.... Hoe....?' stamelde mevrouw Ekster, die haar niet dadelijk begreep.

Poesje moest daar toch even over glimlachen.

'Wel, over de bezwaren van dat jong-zijn!'

'O ja, dat's waar. Mijn eerste bezwaar ken je nu....'

'En heb ik al opgelost, mevrouw.'

Mevrouw Ekster schudde het hoofd.

'Kind, kind!.... Enfin, daar wil ik nu verder het zwijgen toe doen.'

'Alsjeblieft, mevrouw. Ik wacht nu op het noemen van het tweede bezwaar.'

'Dat wil ik je dadelijk doen kennen, mijn beste Zéphy. Het

[pagina 42]
[p. 42]

is niets meer of niets minder dan dit: dat je elken avond, wanneer de zon is ondergegaan, weer een dagje ouder geworden bent. Niets vliedt zoo snel daarheen als de jeugd. Je bent oud, voor je 't weet, kind!'

Zéphyrine scheen dit bezwaar niet heel erg te vinden.

'Dat is heusch geen nieuws, mevrouw.'

De Ekster zag haar hoofdschuddend aan.

'Vóór je er erg in hebt, Zéphy, is dat nieuws.... oud geworden.'

Ze zei dat met zulk een ernst, dat Zéphyrine er werkelijk door getroffen werd.

Even keek ze de ekster strak aan en het viel haar nu op, hoe oud die er uitzag. Die oude dame was echter ook jong geweest!

Nu zuchtte zij onwillekeurig.

'Je zucht, Zèphy? Juist kind, dat doe je, wanneer je aan het snel wegvloeien der uren denkt.... Daarom nam ik, als ik jou was, mr. Reineke den vos tot echtgenoot.'

Die raad volgde zoo zot dadelijk op die verzuchting, dat Zéphyrine er om in den lach schoot.

Eenigszins boos zag de oude dame haar aan.

'Ik begrijp niet, hoe je daar nog den gek mee kunt steken. 't Is heusch ernstig genoeg, wat ik van dat oud-worden vertel.'

'Ja maar, als ik mr. Reineke trouwde, werd ik volgens u dubbel ongelukkig.'

'Volgens mij?.... Hoe heb ik het nu met je!'

Het poesje knikte nadrukkelijk.

'Dan zag ik niet alleen mijzelf, maar ook hèm oud worden. En twee is toch meer dan één, zou ik denken.'

De oude dame zuchtte van verlichting.

'O, is het dat? Maar allerbeste Zéphy,.... juist door den vos te trouwen, blijf je altijd jong en schoon. Denk eens aan de drie haren van den vijfden poot van dat dier met zijn ellenlangen naam.'

Dat was waar. Daar had Zéphyrine eigenlijk nog niet goed over nagedacht.

Mevrouw Ekster zag hoe heel haar jong gelaat die gedachte

[pagina 43]
[p. 43]

verried, en maakte daar dadelijk gebruik van.

Want zij had het er nu eenmaal op gezet, mr. Reineke en deze rijke erfdochter tot een gelukkig echtpaar te maken. Nu, per slot van rekening wilde Zéphyrine ook weleens kennis maken met den vreemdeling, over wien zij door al haar vriendinnen hoorde spreken.

Hierbij deed zich voor haar een groote moeilijkheid voor. Ze leefde alleen met een dienstmeid en kon moeilijk een heer ten eten vragen.

Mevrouw Ekster, die elken dag aankwam, en, wat haar betrof, meer dan eens op de koffie of voor het middagmaal gevraagd werd, begreep dat ook wel. En weldra wist zij er raad op.

Geen wonder, want zij had tot haar raadsman niemand minder dan mr. Reineke zelf, die niet naliet het snapachtige dier telkens op te zoeken, en haar dan uithoorde.

Hij hield zich, alsof hij van mejuffrouw Zéphyrine niets wilde weten.

'Dat begrijp ik toch heusch niet van je, mr. Reineke!' verklaarde mevrouw Ekster plechtig.

De vos zette een schijnheilig gezicht.

'Beste mevrouw Ekster, voelt u dan niet, dat het tegen mijn eer strijdt om juffrouw Zéphyrine het hof te maken?' 'Dat zie ik niet in. Tegen uw eer? Hoe komt u op dat idee?'

Mr. Reineke zuchtte.

'Mejuffrouw Zéphyrine is heel rijk....'

'Dat is ze,' bevestigde mevrouw Ekster.

'En ik?.... Na mijn verbanning ben ik iemand, die op z'n best genoeg heeft om van te leven.'

'Daarmee wilt u zeggen, mr. Reineke?'

'Dat.... dat mejuffrouw Zéphyrine het vermoeden zou kunnen opvatten, als wilde ik haar geld trouwen.... En, dat zou ik voor mij een laagheid vinden.'

'Als zij dat dacht?'

'Neen.... als ik in waarheid zulk een laag plan had opgevat.'

Mevrouw Ekster zag hem vol bewondering aan.

[pagina 44]
[p. 44]

'Men kan toch aan u dadelijk merken, dat u in de nabijheid van koning Nobel den leeuw geleefd hebt.'

'Dank u voor uw goede gevoelens, mevrouw Ekster. Maar al had ik duizend mijlen van dat Hof geleefd, ja, er zelfs nooit van gehoord, dan zou ik dezelfde overtuiging hebben.'

'Wel, wel,' dacht mevrouw Ekster, 'ik heb zelden iemand van zulke verheven gevoelens ontmoet.'

Maar hardop voegde zij hem toe:

'Op die manier zult u nooit kennis met mejuffrouw Zéphyrine maken.'

'In haar huis zeker niet,' zuchtte de vos.

'Maar buiten haar huis?' vroeg mevrouw Ekster.

'Hé ja!' riep de vos uit, alsof deze woorden voor hem een uitkomst waren, 'daar zegt u wat! Buiten haar huis, ja! Maar, naar ik ondervonden heb, gaat zij weinig uit. Ik ben zoowat bij alle families hier aan tafel geweest, maar haar zag ik nooit.'

Nu ging er ook een licht op voor de oude hersenen van mevrouw Ekster. Dat was waar ook! Als zij het eens zoo wist aan te leggen, dat de vos en de poes tegelijk ergens uitgenoodigd werden!

Ze gaf dit plannetje aan mr. Reineke te kennen. En hoewel hij het zelf was, die de oude babbelaarster op dit denkbeeld gebracht had, zette hij nu een gezicht, dat een en al bewondering uitdrukte.

'Wat bent u een verstandige en schrandere dame!'

'Och kom, mr. Reineke.'

'Neen, neen. Wie zou nu ooit op zulk een prachtige gedachte gekomen zijn! En.... zult u daarvoor zorgen?'

'Dat zal ik zeker,' beloofde de oude dame, die mr. Reineke het aardigste wezen vond dat op vier pooten rondliep.

Of zij haar belofte hield?

Mr. Reineke kwam in de volgende weken herhaaldelijk met het bekoorlijke poesje in aanraking, en - daar was hij een vos voor - wist haar mooi, ijdel kopje zoo te vervullen van zijn zoete, vleiende woordjes, dat ook Zéphyrine op

[pagina 45]
[p. 45]

't laatst den vos een alleraardigst tafelgenoot vond en hem eindelijk ook weleens bij zich aan huis wilde hebben.

Ook daarvoor zorgde mevrouw Ekster.

Eerst gaf Zéphyrine een dineetje terug aan de lieden die haar uitgenoodigd hadden, en mr. Reineke behoorde natuurlijk ook tot de gasten. Die vond daarin een voorwendsel haar eens op te komen zoeken, en dan was de ekster, die vooruit door hem gewaarschuwd was, toevallig telkens bij Zéphyrine, die daarom moeilijk 'niet thuis' kon geven.

Op die manier nu wist mr. Reineke zich langzaam maar zeker in de gunst van het poesje in te dringen.

Bij een dezer gelegenheden vertelde hij als bij toeval, dat hij op zijn reizen ergens, hier ver vandaan, Waakzaam had ontmoet, die - het deed hem wel leed - een slecht en ergerlijk leven leidde, zelfs zoodanig, dat het gerecht zich er mee had moeten bemoeien. Voor verscheidene jaren had men den misdadigen Waakzaam in de gevangenis geworpen, ja, mr. Reineke was er niet zeker van, dat men hem niet naar verre streken verbannen, misschien wel ter dood gebracht had.

Mejuffrouw Zéphyrine was over deze mededeeling zeer ontsteld geweest.

Mr. Reineke had zich eerst gehouden alsof hij niets van die ontsteltenis begreep en zich wel duizendmaal verontschuldigd, dat hij bij een teergevoelig karakter, zooals mejuffrouw Zéphyrine bezat, met zulke akelige verhalen was aangekomen.

Toen had mevrouw Ekster, die alles wat de vos vertelde voor goede munt had aangenomen, het uit haar mond laten vallen, dat die booze Waakzaam een speelmakker van de gastvrouw was geweest.

Wel, wel, wat had de vos nu een spijt, dat hij iets ten nadeele van Waakzaam had gezegd.

'Neen, hoor, die hond was eigenlijk zoo kwaad niet, hij....'

'Hij zit nu toch maar leelijk in de gevangenis, of is misschien wel op het schavot gestorven!' flapte de ekster er uit. De vos maakte een gebaar, dat zooveel moest beteekenen,

[pagina 46]
[p. 46]

alsof het zijn schuld niet was.

''t Doet mij innig leed, dames, dat ik heel toevallig over dien voortreffelijken speelkameraad van mijn gastvrouw spreken moest, maar....'

'Voortreffelijke speelmakker!' spotte mevrouw Ekster.

Zéphyrine wischte zich een traan uit de oogen.

'Wat ik u bidden mag, spreken wij niet meer over dien rampzalige!' verzocht zij.

Nu, aan dat verzoek voldeed natuurlijk niemand met meer genoegen dan mr. Reineke.

Maar Zéphyrine bleef er hem zeer dankbaar voor, dat hij nog goed had willen spreken voor dien armen, diepgevallen hond. Ze kreeg een hooge achting voor het karakter van den vos, en zei hem, dat hij haar huis als het zijne kon beschouwen.

'Ik wou, dat het al zoo ver was,' dacht mr. Reineke, 'want die kat met haar gesjim, en dat malle spook van een ekster vervelen me onuitsprekelijk. Heb ik eenmaal het huis en de bezittingen, dan zal ik wel zorgen, dat die beide mallooten gauw de laan uit zijn.'

Hij zorgde er echter wel voor, dat deze booze gedachten diep verborgen bleven, was hoffelijk en voorkomend, zoowel voor mejuffrouw Zéphyrine als voor mevrouw Ekster, maar toch het meest voor de eerste.

En, zooals langzamerhand wel ieder in het dorp was gaan vermoeden, gebeurde het op zekeren dag, dat bij alle vrienden en bekenden de kaartjes van mejuffrouw Zéphyrine en van mr. Reineke in één enveloppe gesloten, door den postbode in de bus werden gestoken. Het mooie, rijke poesje en de vos waren verloofd.

Dat gaf een heel gekakel in het dorp.

Alle jonge dames waren in haar meening omtrent mr. Reineke vierkant omgedraaid. Ze vroegen elkaar af, of het alles waar was, wat hij van zichzelf verteld had en waagden de meening te uiten, dat hij misschien wel 'n avonturier kon zijn, wien het te doen was om het geld van dat ingebeelde nest van een kat.

Zoo stonden de zaken, toen er iets gebeurde dat in het

[pagina 47]
[p. 47]

dorp allerwegen een groot opzien verwekte en waardoor niemand minder dan mevrouw Ekster het ontaard op haar zenuwen kreeg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken