Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 4 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 4
Afbeelding van Gedichten. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 4

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Alleenspraak
van een wijsgeerig kuiken, pas uit den dop.

 
Zeer vreemd, voorwaar! Bijzonder zonderling!
 
Nochtans verblijd ik mij in dees verandering:
 
Het duister van den kerkerdop verdwenen,
 
En mijn gedachten, vrij gelijk mijn beenen,
 
Zich roerende in een onbegrensden kring!
 
Niet langer zoo onredzaam ingepakt;
 
In staat tot onderzoeken, tot betoogen,
 
Waarnemen en doorzien met klaarziende oogen,
 
En, zoo zich harde knoopen opdoen mogen,
 
Die opgelost of, moet het, doorgehakt!
 
Zou een vrij denkend kuiken 't kuikenleven
 
In twijflen slijten, daar 't met twijflen aanvangt? Neen!
 
't Probleem moog zwaar zijn, dat zich opdoet voor mijn schreên:
 
Ik ben geen kuiken om het op te geven -
 
Ik ben niet blind; wie blinddoekt mij? Niet een.
 
 
 
Laat zien! Dit 's de eerste vraag: Hoe was ik ingekomen
 
Waar 'k uitgekropen ben? De tweede is: En van waar
 
Kwam ik daar in? De derde: Waarom daar
 
Niet eerder uitgeraakt? 'k Beken het: ver van klaar
 
Is mij dit drietal raadsels. Zou ik schromen
 
Het onder 't oog te zien? Neen! Laat mij peinzen!.... Maar
[pagina 117]
[p. 117]
 
Hoe weet ik dat ik ooit geweest ben, waar ik zeide
 
Dat 'k uitkroop? Neen, voorwaar! hoe grondiger ik denk,
 
Hoe min vertrouwen 'k aan eene onderstelling schenk
 
Zoo stuitend voor mijn rede en zelfbewustzijn beiden,
 
Met recht in opstand waar 'k mijn kuikenwaarde krenk....
 
Onmooglijk! Ik, met lijf en beenen, snavel. schachten,
 
En vlerken, en dit machtig hoofd,
 
Die werkplaats der diepzinnigste gedachten,
 
Eens in zoo vuil een dop!... Een slechthoofd die 't gelooft!
 
Neen, neen! Laat andren zich met schijn van waarheid paaien;
 
Ik ben geen kuiken, dat m' een rad voor 't oog kan draaien,
 
Maar dat bij licht van eigen rede ziet,
 
En wat ik niet begrijp, geloof ik niet.
 
Doch van waar kwam ik dan? Dien doolhof uit te komen
 
Is zoo gemaklijk niet; is deksels zwaar. Maar zacht!
 
Natuurlijk is daar van nature een kracht,
 
Een vormkracht, alles vormende uit atomen,
 
Die, ergens in de ruimte, en onverwacht
 
(Ook onbedoeld, dat spreekt!) bijeengebracht....
 
Gebracht? Wat zeg ik? niet gebracht, gekomen,
 
En, naar de ontwikklingswet - (dat schrikbeeld van de vromen,
 
Maar sleutel van 't heelal) - ontwikkeld, - duizend jaar -
 
Et cetera.... Daar hebt gij 't. 'k Zie 't zoo klaar
 
Als dees mijn neus-tip met dit oogenpaar.
 
 
 
Wat hoor ik daar? Mijn moeder kakelt tegen!...
 
Daar is ze een oudje voor en weinig aan gelegen;
 
Ze is diep onkundig, ver ten achtren, en veracht
 
('t Vooroordeel toont in haar zijn kracht)
 
Het nieuwe, als ik het oude, uit alle macht.
 
Hoor haar eens leutren! ‘Diepe denker, stoute spreker!
 
Wat zoudt gij wezen dan een dwaas? 'k Zie 't bij uw taal,
 
Zoo klaar, zoo duidlijk en zoo zeker,
 
Als aan uw achterst dit fragment van de eierschaal!’
 
Voortreflijk! Dit fragment! Uw achterst! Wij herkennen
 
't Mallootig bijgeloof van suffe moederhennen,
 
Dat altijd zien wil wat het ziet!
 
Voor mij, hoe 'k mij bevlijt om langs mijn neus te staren,
 
't Doet me aan mijn achterst' schaal noch schaalsgelijk ontwaren,
 
En 'k blijf standvastelijk met kuikenmoed verklaren:
 
Wat ik niet zie, geloof ik niet.
 
 
 
Naar het Engelsch.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken