Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 4 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 4
Afbeelding van Gedichten. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 4

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hohwald.

 
Hoe komen, luid geprezen,
 
Lang mijn verlangst gewe est
 
Uw schoonheên, o Vogezen!
 
Weer op in mijnen geest;
 
Uw bergen en uw boomen,
 
Uw rijkbegroeide grond,
 
Uw beken en uw stroomen,
 
Met bloemen in den mond;
 
 
 
Uw sombre dennewouden,
 
Die op de steenrots staan
 
En 't naar den hemel houden,
 
En recht naar boven gaan;
 
Uw eedle beukenbosschen,
 
Met stammen blank en glad,
 
Die 't stugger naaldhout trotsen
 
En pronken met hun blad!
 
 
 
Hoe eenzaam zijn de paden,
 
Hoe vreemd aan elk gedruisch!
 
De sprankjes slechts verraden
 
Hun aanzijn door geruisch.
 
Geen wildzang klinkt mij tegen,
 
Geen vleugel roert de blaân...
 
Zoo ernstig zijn de wegen,
 
Waarlangs wij op waarts gaan.
 
 
 
Maar zonnestralen breken
 
De schaduw van rondom,
 
Die van den hemel spreken
 
In 't zwijgend heiligdom,
 
En, waar ze een open treffen,
 
Verblijden met hun glans,
 
De bloemkens die zich heffen,
 
En openen hun krans.
 
 
 
Belust om uit te munten,
 
Dringt hier en daar de steen,
 
Op de allerhoogste punten,
 
Door loof en ruigten heen.
[pagina 253]
[p. 253]
 
Bestijgt hem, wandelaren!
 
Geniet het vergezicht,
 
En laat uw oogen waren,
 
Bij 't volle morgenlicht.
 
 
 
Wis ziet gij aan de kimmen
 
Des Schwarzwalds bruinen rand;
 
Misschien de gletschers glimmen
 
Van 't Berner Oberland.
 
‘Die derwaarts vliegen konde!’
 
Verzucht uw reisziek hart....
 
Die meer verlangt, pleegt zonde
 
Aan 'tgeen geschonken werd.
 
 
 
Laat, laat uw oogen weien
 
Langs 'tgeen ge omlaag aanschouwt:
 
De lachende valleiën
 
Met oogsten geel als goud;
 
Tooneel van stil genoegen
 
Bij welvaart en bij vlijt,
 
Waar die den akker ploegen
 
Ook maaien op hun tijd!
 
 
 
Ziet op en om, de keten
 
Van groene bergen langst,
 
Die van veel zegen weten,
 
Maar ook van schrik en angst;
 
Als in die zelfde dalen,
 
Waar nu de vrede lacht,
 
De krijg zoo menigmalen
 
Dood en verwoesting bracht.
 
 
 
Langs dezen bergkam richtte
 
De Heiden sterkten opGa naar eind1);
 
En Christen vroomheid stichtte
 
Haar woon op gindschen top;
 
Daar blijft zij 't lijk omringen
 
Der Heilge, die zij eertGa naar eind2),
 
En Gode 't loflied zingen,
 
Dat zeegnend wederkeert.
 
 
 
Ruim uitzicht zal 't beloonen,
 
Als ge u, door kruis en hand,
 
't Begroeide pad laat toonen
 
Naar Rathsams scherpen tandGa naar eind3);
 
Maar o, zie ver en verder,
 
Tot waar de schepping rijst
 
Van Steinthal's trouwen herderGa naar eind4),
 
Wien 't nakroost dankt en prijst!
[pagina 254]
[p. 254]
 
Al schijnt, aan 't hoofd der bergen,
 
Bekranst met glanzig veil,
 
De SpesburgGa naar eind5) ons te tergen
 
Door wegen woest en steil:
 
Wij willen kracht vergaderen;
 
Aan moed ontbreekt het niet;
 
En 't heerlijk alzicht naderen,
 
Dat ons zijn standplaats biedt.
 
 
 
Daar zullen we, uit den hoogen,
 
Dien hoogen DomGa naar eind6) misschien
 
In 't ver verschiet beoogen,
 
Maar zeker Andlau zien;
 
't Lief stadje, dat zich kronkelt
 
Naar 't kronklen van den vloed,
 
Wiens nat in 't zonlicht vonkelt,
 
Daar 't naar beneden spoedt.
 
 
 
o Dappre wandeltochten,
 
Van dag tot dag volbracht,
 
Met vrienden en verknochten,
 
Steeds vriendelijk herdacht,
 
Niet afgeschrikt door verte
 
Of paden hoog en ruw,
 
Hoe leeft gij in mijn harte,
 
Hoe trouw herdenk ik u!
 
 
 
Hoe blijft gij mij verkwikken,
 
Herlevende in mijn ziel,
 
Gezellige oogenblikken,
 
In 't gastvrij Sint Odiel,
 
Waar 't Oudje met haar nonnenGa naar eind7)
 
Ons vriendlijk tegentrad,
 
Of aan den rand der bronnen
 
En haar verfrisschend nat;
 
 
 
In weide- of forst-manshoeven,
 
Of open plekje in 't bosch,
 
Waar wij 't met u beproeven,
 
Bed van veerkrachtig mos!
 
Of op de hupsche banken,
 
Wier doopnaam't hart bekoortGa naar eind8),
 
Die we aan uw zorgen danken,
 
Verfraaiers van dit oord!
 
 
 
o Liedren, aangeheven
 
Bij 't dalen van den voet,
 
Door d'aandrang ingegeven
 
Van 't welgestemd gemoed,
[pagina 255]
[p. 255]
 
Welluidend, krachtig, treffend,
 
Aandoenlijk, teeder, zacht,
 
Het hart naar boven heffend,
 
Of waar de scherts in lacht!
 
 
 
o Handen vol met bloemen,
 
Om lieven vorm of kleur
 
Geprezen en te roemen,
 
Bij varens rijk van geur!
 
o Glanzige eiloofkronen,
 
Op 't grijze hoofd gedrukt!
 
o Tuiltjes voor de schoonen
 
In 't oevergras geplukt!
 
 
 
o Vriendelijk hereenen
 
Van allen aan den disch,
 
Als 't klokje van halféénen
 
Juist koud geworden is,
 
Waar, met verschot van talen,
 
De gasten paarsgewijs
 
Beleefdheên en verhalen
 
Opdisschen bij de spijs!
 
 
 
o Zoet zich onderhouden,
 
Als 't zwerk ons regen zond,
 
Met jongen en met ouden,
 
En lieven kindermond!
 
U blijf ik vóór mij wenken.
 
Manshoofden grijs en zwart!
 
Wier weten en wier denken
 
Mij uitgewisseld werd.
 
 
 
U zal ik niet vergeten,
 
Beminlijk schoone vrouw!
 
Die, naast mij aangezeten,
 
Me uw aandacht schenken wou;
 
Noch 't kind van zestien jaren,
 
Dat aan mijn lippen hing,
 
En 't ruischen van mijn snaren
 
Met gretige ooren ving;
 
 
 
Ook u niet, vroolijk stoeiend.
 
En dravend om en om
 
Met meisjes even bloeiend,
 
Luidruchtig knapendom!
 
Maar evenmin dat kleentje
 
Vol levenslust en gloed,
 
Met haar gebroken beentje
 
En on-gebroken moed.

eind1)
Langs dezen bergkam richtte De Heiden sterkten op.
De z.g. Heidenmauer, in de 3de of 4de eeuw, van groote steenklompen gebouwd, twee a drie meter hoog en twee dik, strekt zich over een lengte van tien kilometers, nog in vrij goeden staat, over den rug van den Hohenburg uit.
eind2)
Der Heilge, die zij eert.
St. Odilia, Beschermheilige der Elzas, dochter van dier hertog Athalrich, stichteres van het klooster op het naar haar genoemde St. Odiel-gebergte, waar zij leefde en stierf en dat haar gebalsemd lijk bewaart. (7de Eeuw).
eind3)
Rathsam's scherpe tand.
Rathsamhausenstein.
eind4)
Steinthal's trouwe herder.
Joh. Friedr. Oberlin (geb. 1740), die er van zijn 27ste tot zijn 86ste levensjaar werkzaam was, en de gansche woeste streek en hare bewoners, uit een toestand van ellende en stompe onwetendheid, tot een staat van voorbeeldigen bloei en een tooneel van beschaving en nijverheid heeft weten op te werken. († 1826.)
eind5)
Spesburg.
Ruïne van 't kasteel van dien naam.
eind6)
Dien hoogen Dom.
van Straatsburg.
eind7)
't Oudje met haar nonnen.
‘Frau Mutter’ werd genoemd, en teekende zich in mijn gedenkboekske de beminlijke, nog altijd opgewekte, bijna tachtigjarige vrouw die hier aan het hoofd dezer tertiaires van St. Franciscus van Assisi staat.
eind8)
Wier doopnaam 't hart bekoort.
Banc Antoinette; Banc Phylle; Bane Anna; Banc des Essoufflés; en dergel. Met de verfraaiing van dit oord belast zich sedert 1872 de z.g. Vogezen-club.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken