Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 1 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 1
Afbeelding van Gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (20.98 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 1

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Herroep hem niet.
(1809.)

 
Herroep hem niet voor mijn gedachten,
 
Dien zaalgen, dien vervlogen tijd,
 
Toen u mijn ziel was toegewijd,
 
Die tot op 't sloopen onzer krachten,
 
Tot op 't verstijven van ons bloed
 
Ons onvergeetlijk blijven moet!
 
 
 
Kan ik, kunt gij, de zuivre weelde
 
Vergeten, die wij smaakten als
 
Ik d'arm sloeg om dien blanken hals,
 
En met die donkre lokken speelde;
 
Terwijl uw oogen kwijnend, zacht,
 
Van liefde, niets dan liefde, spraken,
 
Maar uwe lippen niet verbraken
 
De zoete stilte van dien nacht.
 
 
 
Wanneer gij 't hoofd op eens kwaamt bergen
 
Aan dees mijn boezem, als van schrik,
 
En tot mij opzaagt met een blik,
 
Die mij bestraffen moest en tergen;
 
Hoe drukten wij elkaar aan 't hart,
 
Hoe scheen in iedren kus der lippen
 
Ons de adem en de ziel te ontglippen.
 
Bezwijkende van liefdesmart!
[pagina 141]
[p. 141]
 
Dan schooft gij voor die ernstige oogen
 
Soms 't zacht gordijn dier zijden leên;
 
Als met een blanken sluier scheen
 
Hun lieflijk blauw dan overtogen;
 
Terwijl uw pinkers, lang en dicht,
 
Afstekend bij een wang zoo teeder,
 
Zich toonden als een ravenveder,
 
Die op een mollig sneeuwbed ligt.
 
 
 
Ik droomde laatstmaal dat hij keerde,
 
Die tijd van liefde en van geneugt;
 
Die droom schonk mij een zoeter vreugd,
 
Als zijn verbijstring me overheerde,
 
Dan of 'k met nieuwe drift in 't bloed
 
Een ander ware in d'arm gevlogen,
 
Mijn heil verwachtende van oogen,
 
Waarbij 'k uw teêrheid nooit ontmoet.
 
 
 
o, Zwijg mij van die oogenblikken,
 
Van tijden, die, voor goed voorbij,
 
Nog met een zoete mijmerij
 
Mijn uitgeputte ziel verkwikken,
 
En 't zullen - tot men u en mij
 
Vergat, terwijl ons kil gebeente
 
Gevoelloos werd als 't kil gesteente,
 
Dat de aarde meldt: hier rusten zij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken