Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3
Afbeelding van Gedichten. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.47 MB)

Scans (27.46 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3

(1905)–Nicolaas Beets–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Heb lief.
(Naar Freiligrath.)

 
O Heb toch lief zoo lang gij kont,
 
Zoo lang u God nog tijd verleent;
 
Daar komt een dag, daar komt een stond,
 
Dat ge aan een grafkuil staat en weent.
 
 
 
Zorg dat uw hart van liefde brand'
 
En branden blijve en niet verkoel,
 
Zoo lang daar van een andren kant
 
Iets voor u klopt met warm gevoel.
 
 
 
En zoo dat andre hart zich sloot,
 
O Rust niet voor gij 't weder-wint!
 
Blijf altijd goed en welgemoed;
 
Bemin het tot het u bemint.
 
 
 
Maar ach, bedwing vooral uw tong!
 
't Onvriendlijk woord ontsnapt zoo snel.
 
't Was niet zoo hard gemeend als 't klonk;
 
Maar dien het krenkte onthoudt het wel.
[pagina 365]
[p. 365]
 
O Heb toch lief, zoo lang gij kont,
 
Zoo lang u God den tijd verleent!
 
Daar komt een dag, daar komt een stond,
 
Dat ge aan een grafkuil staat en weent.
 
 
 
Dan knielt gij op de zode neer,
 
Of ligt wanhopig uitgestrekt
 
- Helaas! uw doode keert niet weer! -
 
Op wat hem voor uw oog bedekt.
 
 
 
Dan kermt gij: ‘Zie nog eenmaal op
 
Tot hem, die bij uw groeve weent!
 
Vergeef hem 't leed, dat hij u deed;
 
't Was waarlijk niet zoo boos gemeend!’
 
 
 
Geen oor, dat hoort, geen oog, dat ziet,
 
Geen wang, die meer uw kus ontvang!
 
De mond, de doode mond kan niet
 
Meer zeggen: ik vergaf 't u lang.
 
 
 
Toch deed hij 't; hij vergaf 't u voort;
 
Maar menig bittre traan vloot neer,
 
Om u en om dat vreeslijk woord -
 
Maar 't is voorbij; het deert niet meer.
 
 
 
O Heb toch lief, zoo lang gij kont,
 
Zoo lang u God den tijd verleent;
 
Daar komt een dag, daar komt een stond,
 
Dat ge aan een grafkuil staat en weent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken