Winterloof. Late gedichten 1884-1887

(1887)–Nicolaas Beets– rechtenstatus

Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

bron

Nicolaas Beets, Winterloof. Late gedichten 1884-1887. A.W. Sijthoff, Leiden z.j. [1887]

codering

DBNL-TEI 1

Wijze van coderen: standaard

dbnl-nr beet005wint01_01

logboek

- 2017-06-23 KE colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 3153 E 11

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Winterloof. Late gedichten 1884-1887 van Nicolaas Beets uit 1887.

De paginanummering begint na pagina 10 opnieuw bij 1.

redactionele ingrepen

De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 119.

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 4, 10, 2, 4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

[pagina 1]

WINTERLOOF.

[pagina 3]

Winterloof.

LATE GEDICHTEN,

1884-1887,

VAN

Nicolaas Beets.

LEIDEN. - A.W. SIJTHOFF.

[pagina 5]

INHOUD.

GEMENGDE GEDICHTEN,

1884-1887.

		Bladz.
Wat eiloofranken, trouw festoen, enz		3.
Aan mijn Volk		5.
Aan de Nederlandsche Studenten, mij op mijn Zeventigsten Verjaardag een Winterstuk met Zonsondergang, van Duchattel vereerd hebbende		6.
Het sneeuwt		7.
Quis separabit?		8.
Middelmatig. Aan		9.
't Beweren warmt niet		9.
Perspicua		10.
Twijfelen		10.
Ik weet niet		10.
Voor 't Goede		11.
Dweperij		11.
Mijnen vriend G.H. De Marez Oyens		12.
Aan Dr. J.I. Doedes		13.
Zilveren bruiloft		14.
Bij de beeltenis van Prinses Wilhelmina		16.
Jozef		17.
Kort zijt ge		18.
Aan mijn meerderen		18.
Hij weet te min		18.
Naar Thomas Moore		19.
	I. All that's bright must fade	19.
	II. 't Is the last rose of summer	20.
‘Wij weten’		21.

[pagina 6]

	Bladz.
Een zwakke	21.
Men kan hetgeen men wil	21.
Bijna	22.
Populair	22.
Te uitvoerig	22.
Sonnetten	23.
Zelfzucht	25.
De Schoonste	26.
Aan J.J.L. Ten Kate, op zijn Gedenkfeest	27.
Bede van het oude Orgel der Nicolaï-Kerk te Utrecht	28.
Het Roode Kruis	29.
Beleefdheid	29.
Waar Geluk	30.
Goede Raad	31.
Het Barkschip ‘Nicolaas Beets’	32.
Niet compleet	33.
Aan een Vrijdenker	33.
Verhef de liefde Gods	34.
Dankbaar Ontzag	34.
Die zegt	34.
Arme pronk	35.
Heel dom te wezen	35.
‘Du choc des opinions naquit la vérité’	35.
Een	36.
Twijfelen	36.
Een Grafschrift	36.
Levens-beschouwing	37.
Gepeins	37.
Aan de Leidsche Hoogeschool op haar LXIIste Lustrum	38.
Op de eerste bladzijde van een Gedenkboek	39.
De liefde blijft het beeld bewaren	40.
Geef woorden aan uw leed	41.
Wegen	41.
Mogelijk	41.
Germania	42.
Aanvaard uw geluk	43.
Zoo zijn er	44.
Wee hem!	44.
Geen uitneming des persoons	44.
Non tali auxilio	45.
Zaak en Vorm	45.
Gematigd	45.
Wat beter is	46.
Abba Vader	48.
Niet wat gij kunt	48.
Aan een Mistroostige	49.

[pagina 7]

	Bladz.
Constant Theodore Grave van Lijnden van Sandenburg	50.
Aan Dr. Coenraad Leemans	51.
Stijl-les	52.
Stijl-verschil	52.
Niets nieuws	52.
Onvoldoende	53
Je, jij, en jouw in brief en boek	53.
Neen, 't leven ziet niet steeds zoo zuur	54.
De godsdienst leeft met God	55.
Waar 't van afhangt	55.
Het komt vanzelf niet	55.
Een woord van Claudius	55.
Aan mijne Vrouw	55.
Aan mijne Jongste	56.
‘De Heer weegt de geesten’	57.
De Slaap	57.
Aan	57.
Aan een jonge Weduwe, uit Oost-Indië terug	58.
Goedhartig zijn	59.
Versche Smart	59.
Het Schoone is altijd schoon	59.
Diamant en Kool	60.
Slechts het hart	61.
Twee Levensbeschouwingen	62.
De mortuis nil nisi bene	63.
Dum trahimus trahimur	63.
Aan een Overgeleerde	64.
Les. Geen leer	64.
Zelfs verzen!	64.
Illusie. - Enthusiasme	65.
Nardus	66.
Wat in den grijsaard omgaat	67.
Philophrosyne	68.
Nieuwe Leer	70.
Hypothesen	71.
Engelsch Tractaatje	71.
Hoe schoon	72.
Onzijn	73.
De laatste eer	74.
Schrijf op mijn zerk geen lofgedicht	76.
Grafschrift voor mijzelven	77.
Niet klagen	78.
Bij het graf van A.L.G. Bosboom - Toussaint	79.
Meer, niet = meerder	80.
Een dilettant gevonnisd	80.
Doctor Umbraticus	80.

[pagina 8]

	Bladz.
Als de storm is opgestoken	81.
Nog eens Mei	82.
Veenrook	83.
Zelfonderzoek	84.
Waar een wil is, is een weg	85.
Anneke	86.
Pieter	87.
Zoek waarheid	88.
Zoek wijsheid	88.
Meer	88.
Gij zijt zoo goed	89.
Een al te groote ramp	89.
Kerkgebeden	89.
Aanvang der Beeldende Kunst	90.
Ingehouden tranen	91.
De Eoolsche Harp	92.
Nubem pro Junone	93.
Bedekselen	93.
Aan Leiden	94.
Spreek zachtzinnig	99.
Een slimme streek	100.
Slijten	100.
Hoe men gewoonlijk handelt	100.
Aan een Zestienjarige	101.
Onbevoegd oordeel	102.
Uitroeien	102.
Het heeft geen haast	103.
Deugd en geluk	103.
Pulcheria	103.
't Geluk is enkelvoud	104.
Het Woord en de Stem	105.
Meedeelen	106.
Herfstpraal	107.
Gevaar	108.
Voor de Zwakken	109.
Naar Henri Frederic Amiel	111.
Hohwald	113.
Verzoening	120.
De Fakkels gaan van hand tot hand	121.
Teleurstelling	122.
Comma-Bacillen	123.
Industriëele Tentoonstellers	123.
Aan een Reiziger rondom de Wereld	123.
Het Leven	124.
Lang en Kort	124.
Bij een Beeltenis	125.

[pagina 9]

	Bladz
Penseel en Beitel	126.
Berusten is zoo maklijk niet	127.
Daar 's over u iets heengegaan	128.
Het Zendingwerk	129.
Eenvoudig zijn	130.
Als de kinderkens	130.
Die tegen 't Oosten treedt	130.
Vernuft	131.
Verworven smaak	131.
Gebeden	132.
Een Psalm	133.
's Konings Zeventigste Verjaardag	134.
Probleem	136.
Pijn	137.
Winter	140.
Verwelkt, verdort gij, schoone bloem	141.
Waar zijn?	142.
Mooi? Leelijk?	143.
De Doodsklok	144.
Een Kerkhofwandeling	146.
Twee Pilaren	148.
Verjaardag	149.
Aan mijn Vaderland	150.
Feest-cantate bij de viering van het tweehonderdvijftig-jarig bestaan der utrechtsche hoogeschool	151.

Vorige Volgende