Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina VII]
[p. VII]

[Eerste stuk]

Verantwoording

In 1934 heeft het Historisch Genootschap het eerste deel van de Briefwisseling en aanteekeningen van Willem Bentinck, heer van Rhoon het licht doen zien, ‘late vrucht’ van een samenwerking der uitgevers C. Gerretson († 1958) en P. Geyl († 1966), in leven hoogleraren te UtrechtGa naar voetnoot1). Zij kondigden in hun voorrede een tweede deel aan, maar het heeft ruim veertig jaren geduurd voor dit dan nu verschijnt. De lotgevallen van het door Gerretson en Geyl voor dit deel verzamelde en onder leiding van Geyl ten dele bewerkte materiaal doen hier minder ter zakeGa naar voetnoot2) dan de staat waarin het zich bevond na het overlijden in 1966 van Geyl, langstlevende der uitgevers.

In 1970 stelde ondergetekende op verzoek van de bronnencommissie van het Nederlands Historisch Genootschap een onderzoek in; hem bleken toen aanwezig te zijn:

1.Ruim 1600 vellen met door verschillende handen vervaardigde transcripties. Het was niet bekend volgens welk systeem elk der transcriptores had gewerkt; het was niet zeker of collationering met de originelen had plaatsgehad; er waren enkele hiaten in de serie; er waren verdachte lezingen.
2.Een door de heer drs. W.J.F. Meiners in de jaren 1956-1959 in opdracht van Geyl naar de transcripties getypte tekst.
3.Een uitvoerige annotatie, in opdracht van Geyl door de heer drs. T. Klaversma vervaardigd en in de jaren 1956-1959 door de heer Meiners onder toezicht van Geyl bewerkt en aangevuld.
4.Aantekeningen van Geyl betreffende deze annotatie bij de pagina's 1-297 der transcripties.

Het bestuur van het Nederlands Historisch Genootschap overwoog, dat het bij de geringe omvang der middelen van het genootschap de keuze had tussen, enerzijds, het laten rusten der uitgave en, anderzijds, het publiceren van het tweede deel, waarbij evenwel de zekerheid ontbrak dat de uit te geven tekst zou voldoen aan de door het genootschap gehanteerde Regels voor het uitgeven van historische bescheidenGa naar voetnoot3).

Daar het voordeel van de toegankelijkheid van het materiaal

[pagina VIII]
[p. VIII]

zwaarder leek te wegen dan het nadeel van de onzekerheid over de wijze waarop de transcripties van de achttiende-eeuwse teksten waren verricht, besloot het bestuur de uitgave te laten voltooien. In de aanvang van 1970 verstrekte het aan de heer Meiners de opdracht om onder toezicht van de bronnencommissie van het genootschap, en meer in het bijzonder van ondergetekende, het tweede deel persklaar te maken.

De bronnencommissie nam als voornaamste richtlijnen voor de uitgave aan, dat het werk van Geyl zou worden voortgezet en afgemaakt, dat er geen uitbreiding zou worden gegeven aan het voorhanden zijnde materiaal der transcriptiesGa naar voetnoot4), en dat, voor zover dit met eenvoudige middelen mogelijk zou zijn, de tekst en de annotatie van deel II zouden worden aangepast aan de thans geldende Regels. Dit heeft onder andere ten gevolge gehad, dat de transcripties alleen wat betreft het gebruik van hoofdletters en de oplossing van afkortingen zijn herzien.

De taak van de bewerker moest op grond hiervan bestaan uit:

a.controle van de transcripties, waar deze door Geyl, blijkens diens onder 4 genoemde aantekeningen, door hemzelf en ondergetekende onbevredigend waren bevonden;
b.aanvulling van hiaten in het corpus der transcripties;
c.wijziging van de getypte tekst ten aanzien van hoofdletters en afkortingen;
d.herziening en aanvulling der annotatie;
e.vervaardiging van een index op de in dit deel voorkomende persoonsnamen;
f.vervaardiging van een lijst der bij de annotatie van beide delen gebruikte literatuur.

De onder a en b genoemde werkzaamheden zijn voor enkele gevallen door ondergetekende in het Brits Museum verricht en voor het overige door de bewerker aan de hand van door het museum verstrekte inlichtingen en xeroxcopieën. In het aan de bewerker ter hand gestelde manuscript ontbrak één pagina (zie nr. 671,

[pagina IX]
[p. IX]

noot 3). Het is niet mogelijk gebleken te ontdekken welk stuk daardoor vermist wordt.

Toen aangaande een aantal stukken, waarvan op de transcripties was aangegeven dat zij berusten in Archief Wolfenbuttel I, aan het Niedersächsisches Staatsarchiv te Wolfenbuttel nadere opgave van het inventarisnummer werd gevraagd, bleken verscheidene niet in Wolfenbuttel te berusten. De ondergetekende trof een aantal ervan in de Egerton-collectie van het Brits Museum aan, maar enkele kon hij daarin niet vinden. Bij de teksten van deze laatste stukken is in een noot opgegeven dat de verblijfplaats onbekend is.

De onder d aangegeven herziening der annotatie beoogde ten eerste versobering van de formulering en besnoeiing van de menigmaal te weelderige informatie, dit overeenkomstig een door Geyl in zijn bovengenoemde aantekeningen herhaaldelijk geuite wens. Ten tweede diende de annotatie aangepast te worden aan de Regels. Daarmee zou van de in deel I toegepaste methode worden afgeweken: treft men daar biografische gegevens in de noten aan, in deel II worden deze in beginsel in de onder e genoemde index verschaft. Literatuur wordt in deel II geciteerd met verkorte titels, welke verklaard worden in de onder f genoemde literatuurlijst. Deze lijst bevat ook de in deel I geciteerde literatuur.

Bij de voorbereiding van de index bleek, dat de annotatie van deel I lacunes vertoonde wat betreft de informatie over personen. De voor de uitgave aangenomen richtlijnen leidden de bronnencommissie tot het besluit, dat de bewerker niet zou overgaan tot aanvulling in de index van in deel I ontbrekende toelichtingen. Toch is het de bewerker gelukt om in het verband van de verzameling van personalia voor deel II informaties te verkrijgen over een aantal in deel I voorkomende personen; deze gegevens worden de gebruiker in de index niet onthouden.

De bewerker heeft zo lang mogelijk, en nog tijdens het zetten, gestreefd naar aanvulling van de personalia. Daardoor is het mogelijk dat men in de index gegevens aantreft over personen, die in noten nog ontbreken.

In het tweede deel zijn veel meer en veel uitvoeriger regesten opgenomen dan in het eerste deel. Deze zijn door de transcriptoren opgesteld en door de heer Klaversma onder toezicht van Geyl bewerkt. In de door Geyl nagelaten aantekeningen blijkt niets van de wens naar of voornemen tot verwijdering of besnoeiing. De regesten zijn daarom gehandhaafd; de heer Meiners heeft bij de

[pagina X]
[p. X]

bewerking van de annotatie ook de regesten op een aantal plaatsen herzien.

In de laatste fase der werkzaamheden heeft mejuffrouw drs. G.N. van der Plaat de taak op zich genomen het manuscript van de bewerker voor de drukker gereed te maken. Daarbij heeft zij onder meer een algehele laatste controle op de interne verwijzingen en de volledigheid van de index doorgevoerd. De heer Meiners en ondergetekende zijn haar veel dank verschuldigd.

De heer drs. G. de Bruin heeft veel werk verzet om de index te controleren en zetklaar te maken. Nadat er zich nog tijdens het zetten van het tweede deel een mogelijkheid had voorgedaan tot het herdrukken van het eerste deel, kon aan dat deel een eigen index worden toegevoegd. De afsplitsing van de voor de index van deel I bestemde materialen is door de heer De Bruin verricht. Ook tegenover hem wil ik graag de erkentelijkheid van de bronnencommissie en de bewerker uitspreken.

De heer Meiners is verantwoordelijk voor de annotatie, de index en de litteratuurlijst. Voor de tekst is hij dit, zoals uit het voorafgaande is gebleken, slechts ten dele.

De nummering der in dit deel opgenomen stukken zet die van deel I voort. De bronnencommissie wenste echter grote getallen in romeinse cijfers te vermijden; daarom zijn in deel II de stukken met arabische cijfers genummerd.

Het bleek ten behoeve van de druk gewenst, in afwijking van de Regels, woorden en zinnen, die in de tekst onderstreept zijn, cursief te drukken. Evenzo zijn gedrukt woorden en zinnen in een andere taal dan waarin het stuk waarin zij voorkomen geschreven is.

 

J. Heringa

voetnoot1)
Bentinck I, p. v.
voetnoot2)
Gegevens over de gang van zaken zijn niet te vinden: de archieven van het Nederlands Historisch Genootschap en van Geyl bevatten er geen stukken over.
voetnoot3)
In de geheel herziene 4e druk, Groningen, 1966.
voetnoot4)
Vgl. het in de Voorrede van deel I op pp. viii en ix meegedeelde. De heer Meinen deelde ondergetekende mee, dat in de in het Koninklijk Huisarchief berustende inventaris van het huisarchief - Middachten geen correspondentie van Willem Bentinck wordt vermeld. Wel bevinden zich in het in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag berustende archief van de familie Fagel brieven van Willem Bentinck (N.M. Japikse, Het archief van de familie Fagel, inv. no. 3979). Ook in het Koninklijk Huisarchief bevindt zich correspondentie van Bentinck uit de onderhavige periode: zie Bentinck I, p. ix.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-BrittanniĆ« (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Jan Heringa