Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.58 MB)

XML (1.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

P. Geyl

Geerten Gossaert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

(1976)–Willem Bentinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

344
H. Fagel aan Willem Bentinck

[B.M., Eg. 1736]

Den Haag, 26 mei 1748

(Zendt de ratificatie van de acteGa naar voetnoot1), waarin art. 1 en 2 van de pre-
[pagina 18]
[p. 18]
liminairen worden geïnterpreteerd. Frankrijk aarzelt onze declaratieGa naar voetnoot2) aan te nemen. De Prins gaat in op het denkbeeld iemand naar Frankrijk te zenden; waarschijnlijk zal De Larrey met die zending worden belast. Misschien zal aan hem een deskundige op commercieel gebied worden toegevoegdGa naar voetnoot3), indien handelskwesties besproken moeten worden, hetgeen weinig zal voorkomen, daar het in de eerste plaats om vernieuwing van het tractaat van 1739 gaat. Gezien Frankrijks houding moeten wij niet verslappen; daarom moeten de Russen zo gauw mogelijk komenGa naar voetnoot4). Mogelijk nog twee bataillons van Weimar en een van Bamberg in dienst nemenGa naar voetnoot5)).

Comme par tous les avis de France il paroit qu'il y a grande misère dans les provinces méridionales à cause du manque de blée, j'ay écrit par ordre du Prince en Angleterre, pour proposer, si l'on ne pourroit pas s'entendre, de ne point permettre la sortie des grains des ports d'Angleterre et de la Hollande, jusqu'à ce qu'on en soit convenu autrement ensembleGa naar voetnoot6). Il ne seroit pas juste que les marchands anglois seuls pussent sortir, mais si on pouvoit continuer la défence encore quelque temps, cela pourroit peut-être faciliter beaucoup l'ouvrage du traité définitif.

Je suppose que le Prince vous répondra luy-même sur votre lettreGa naar voetnoot7), qui luy a donné beaucoup de contentement, aussi bien quà la Princesse. Je vous suis obligé de m'en avoir envoyé une copie et vous prie de continuer la même chose. Le Prince n'est pas encore parti pour l'armée et ira rencontrer le roi auparavant à Utrecht, pour y avoir une entrevue avec lui, après quoi il conte

[pagina 19]
[p. 19]

d'aller pour plus de jours à l'armée et puis à GroningueGa naar voetnoot8), où les affaires ont changé beaucoup de face, le Prince y ayant été déclaré stadhouder de la même façon qu'en HollandeGa naar voetnoot9) et dans les quatre autres provincesGa naar voetnoot10): mais tout y étant en confusion, il est nécessaire, que par sa présence il y remédieGa naar voetnoot11).

Vous recevrés avec celle ci une lettre de monsieur votre frèreGa naar voetnoot12), qui est heureusement de retour de l'Angleterre. J'ay été présent à sa réception chez le Prince, qui a été des plus aimables. Il paroît être extrêmement bien dans leur esprit et pourvu que cela continue, il n'aura pas lieu de s'en plaindre. Verelst se porte un peu mieux et a quitté sa commission à l'arméeGa naar voetnoot13), ayant dessein de faire un tour à Bath en Angleterre: ce sera Iddekinge qui le remplacera, dont je suis fort aise. Iddekinge sera pour cet effet introduit au conseil d'état et pourra alors étre nommé député à l'armée.

J'ai reçu avanthier une lettre du duc de Cumberland, dans laquelle il me marque que l'affaire de mylord Holdernesse est en fort bon train et qu'il ne doute nullement de la réussite. Comme vous me marquiés aussi un mot de cette affaire et que le Prince pourroit quelquefois en être avertis par d'autres, j'ay cru que je devois luy en parler le premier, en lui disant, que si mylord Sandwich nous quittoit, je me flattois, qu'il seroit remplacé par un bon sujet et avec qui j'avois connoissance: ce qui a réussi à merveille, car dès que j'avois nommé Holdernesse, il me dit: ‘C'est une personne que je connois et qui me sera bien agréable, d'autant plus, qu'il a des liaisons avec vousGa naar voetnoot14). Vous avés fort bien fait de le recommander. A la première occasion, que je verray la Princesse seul, je lui en parlerai aussi et verray, si elle le prend aussi favorablement’.

[pagina 20]
[p. 20]

(Sluit brief van Gronsfeld in, die erover klaagt, dat LeggeGa naar voetnoot15) niet volledig met hem heeft samengewerktGa naar voetnoot16). Vraagt Bentinck met Sandwich te overleggen, maar zonder Gronsfeld te noemen, om dit te verhelpen. Het is zeker, dat ook Sandwich meent, dat de zeemogendheden te Berlijn moeten samenwerken.) J'ay reçu ce matin une lettre de Van Jever d'Amsterdam, qui me presse extrêmement au nom des marchands, d'appuyer la sollicitation pour la restitution des vaisseaux pris par les AngloisGa naar voetnoot17). Ils voudroient en faire un article du congrèsGa naar voetnoot18), aussi bien que de la restitution des vaisseaux pris par les Espagnols: ce que je n'approuverai point: mais je crois pourtant, qu'il seroit fort raisonnable, si on faisoit quelque chose en Angleterre, pour contenter nos gens. Le bourgemaître CorverGa naar voetnoot19) m'en a parlé aussi avec beaucoup d'empressement et m'a prié de vous en écrire, afin de vouloir vous y intéresser auprès de mylord Sandwich.

voetnoot1)
De preliminairen bij De Broglie, p. 307 vlg.; zonder de geheime bepaling in Ned. Jb. 1748, p. 421 vlg. en Leven W.K.H. Friso II, p. 70 vlg. De acte waarin art. 1 en 2 nader geïnterpreteerd in Ned. Jb. 1748, p. 579 vlg.
voetnoot2)
Het was Bentinck niet gelukt een regeling van de barrière en een hernieuwing van het handelsverdrag van 1739 in de preliminairen te doen opnemen. Wel had St. Séverin ten aanzien van het laatste een mondelinge toezegging gedaan; bovendien gaven Engeland en de Republiek een declaratie, waarin de gelijke handel van beiden uitdrukkelijk werd uitgesproken, met uitzondering van het assiento en het jaarlijkse schip. Zie Kalshoven, p. 39 (met noten). De declaratie in Secr. Res, Holl. XI, p. 254 vlg.
voetnoot3)
Dit werd Dirk van Marselis, Amsterdams koopman handelend op Frankrijk. Zie ook Bentinck II, nr. 378 en Elias II, p. 870.
voetnoot4)
Op grond van een subsidie verdrag met Rusland waren 30.000 Russen in aantocht.
voetnoot5)
In april was Tuyll (H.J. van Tuyll van Serooskerken? Zie Bentinck II, nr. 340, n. 8) gemachtigd om drie regimenten te Weimar en Bamberg te werven. Zie Bentinck I, p. 441.
voetnoot6)
Het antwoord van Engeland hierop in Bentinck II, nr. 350.
voetnoot7)
Zie ibidem, nr. 342.
voetnoot8)
Van geen van beide plannen is voorlopig iets gekomen. Weldra namen de woelingen in Friesland en Holland de aandacht van de Prins geheel in beslag. Bovendien werd hij op 12 juni ernstig ziek.
voetnoot9)
Te weten met erfelijkheid in mannelijke en vrouwelijke linie. Zie de resolutie van Holland in Van Laar II, p. 146 vlg. In de Ned. Jb. 1747, p. 848 vlg. zijn de voor de regenten zo vernederende inleiding en het slot weggelaten.
voetnoot10)
Zeeland, Utrecht, Overijssel, Gelderland. Friesland volgde 4 juni.
voetnoot11)
Zie over deze woelingen Ned. Jb. 1748, p. 376 vlg.
voetnoot12)
Is dit Bentinck II, nr. 343?
voetnoot13)
Zie ibidem, nr. 342.
voetnoot14)
Hij was in 1743 getrouwd met Maria Doublet, verwant aan de griffier; Kalshoven, p. 106, n. 1 en Frederiks, p. 264.
voetnoot15)
Gronsfelds brief van 22 mei met copie van brief van Legge aan Gronsfeld van 6 mei in B.M., Eg. 1736. Legge was voorstander van een alliantie van Engeland met Pruisen, De Republiek had moeilijkheden met de Pruisische koning over het visiteren van Pruisische schepen. Zie Lodge, passim en Archives IV, I, p. 171. vlg.
voetnoot16)
Van Laar, II, p. 70 en Ned. Jb. 1748, p. 859.
voetnoot17)
Dit waren de schepen die op Franse en Spaanse gebieden in Europa en Amerika gevaren hadden. Amsterdam had reeds in october 1747 een lijst van meer dan 200 schepen, die door de Engelsen genomen zouden zijn, bij de Staten van Holland ingediend met het verzoek iets daartegen te doen. Zie Geyl, Willem IV, p. 190, 254, 344 n. 142.
voetnoot18)
Dat wil zeggen bij de vredesonderhandelingen te Aken.
voetnoot19)
Gerrit Corver.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Briefwisseling en aantekeningen


auteurs

  • Geerten Gossaert

  • P. Geyl

  • over Frederik Hendrik van Wassenaer

  • over Charles J. Bentinck

  • over Hendr. Fagel

  • over A.A. Iddekinge

  • over Charles J. Bentinck


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 26 mei 1748