Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichten en spelen van Jan van den Berghe (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichten en spelen van Jan van den Berghe
Afbeelding van Dichten en spelen van Jan van den BergheToon afbeelding van titelpagina van Dichten en spelen van Jan van den Berghe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.13 MB)

PDF van tekst (1.13 MB)

Scans (7.35 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichten en spelen van Jan van den Berghe

(1950)–Jan van den Berghe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Refreinen uit het handschrift Michiels

IV Refereyn

 
Ga naar margenoot+Geluckich en salich is die partuere Ga naar voetnoot1
 
Wiens houwelijck beghint inde vreese Godts puere,
 
Als Abraham en Sara by een syn versaemt; Ga naar voetnoot3
 
Maer die daer versamen als beesten stuere
5[regelnummer]
Alleen om te blusschen haer vleesch en natuere,
 
Over dese heeft macht den duyvel gevaemt, Ga naar voetnoot6
 
Die de seven mans van Sara ter doot heeft gepraempt, Ga naar voetnoot7
 
Als int boeck Tobie ons staet gescreven. Ga naar voetnoot8
 
Heer bruydegom, vrouw bruyt, dit u nyet en betaemt /
10[regelnummer]
Al[s] Isaack en Rebecka wilt na Godts weth leven.
 
Siet wat exempel u Tobias sal gheven, Ga naar voetnoot11
 
Dat den Engel Raphael hem heeft geleert.
 
Eer dat ghij sult u bruyt uuyt lieffden aencleven,
 
Tot waecken en gebeden u ierstmael keert,
15[regelnummer]
Dan sal Godt door u geslachte worden geeert,
 
Gelyckmen van verscheyden in den bijbel bevindt. Ga naar voetnoot16
 
Salich ist houwelyck dat met Godt beghint.
[pagina 55]
[p. 55]
 
Aensiet hoe Tobias en Sara begonden,
 
Den houwelycken staet in Godts vreese bestonden, Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
En hebben salighe kinderen geprocreert.
 
Oyck Jacob en Rachel, na scriftuers oerconden,
 
Helcana en Anna hebben gratie gevonden Ga naar voetnoot22
 
En Samuel den prophete gegenereert.
 
Dus, heer bruydegom / en vrouw bruyt, ist dat ghy begeert
25[regelnummer]
Dat Godts benedictie aan u sal beclyven,
 
Siet dat ghij in Godts vreese persevereert,
 
Soe sult ghy vruchtbaer syn, na Davidts scryven,
 
U kinderen sullen staen als planten van olyven, Ga naar voetnoot28
 
Gedienstich aen u tafel tot uwer baet.
30[regelnummer]
En ist nyet lieffelyck voer mannen en wyven
 
Die alzoe leven inden houwelycken staet?
 
Tis een eertsch paradys vol welden delicaet, Ga naar voetnoot32
 
Daermen hier namaels het eeuwich leven me wint.
 
Salich ist houwelyck etc.
 
 
35[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ist dat u houwelyck in Godts vreese geschiet,
 
In al u hanteringhe na des heeren bediet, Ga naar voetnoot36
 
Sult ghy geluckich en voerspoedich wesen;
 
Godts benedictie sal u vergeten nyet,
 
Gelyckmen dagelycx gebeuren siet
40[regelnummer]
Al die wandelen in Godts weth gepresen.
 
Heer bruydegom, vrouw bruyt, siet dat ghy desen
 
Houwelycken staet onderhout soe Paulus vermelt,
 
Want hy is een groot Sacrament uuytgelesen,
 
Van Godt int aertsch paradys in gestelt.
45[regelnummer]
Ghy die met den bant der lieffden by een syt gewelt, Ga naar voetnoot45
 
Nu een geworden zyt onder u beyden,
 
Gelyck den Apostel Matheus vertelt, Ga naar voetnoot47
 
Gheen mensche ter werelt en mach u scheyden.
 
Begeerdy een vreedsamich leven te leyden,
50[regelnummer]
Blyfft inde lieffde die alle dinck verwint.
 
Salich ist houwelyck dat met Godt beghynt.
 
 
 
Men leest inden iersten brieff totten Corinthen claer,
 
Oyck totten Ephesien staet openbaer,
 
Hoe datmen het houwelyck sal onderhouwen.
55[regelnummer]
Die vrouwe sal lieff hebben haren man voorwaer,
 
Hem onderdanich zijn als haer heere eerbaer,
[pagina 56]
[p. 56]
 
Om dat den man is het hooft der vrouwen.
 
Den man sal oyck lieff hebben sonder vercouwen Ga naar voetnoot58
 
Syn eygen huysvrouwe en anders gheene,
60[regelnummer]
Gelyck Christus bemindt heeft, soomen mach aenschouwen,
 
Syn heylighe Kercke, haer maekende Reene.
 
Alzoe. seyt Paulus, sal den man certeene
 
Syn huysvrouwe beminnen uuyt caritaten,
 
Want ghy twee nu geworden syt eene
65[regelnummer]
Door dat sacrament des houwelycx, groot boven maten,
 
Daerom sal een mensche vader en moeder verlaten.
 
Met een geduerighe lieffde malcanderen bemint:
 
Salich ist houwelyck dat met Godt beghint.
 
 
 
Prince
 
 
 
Heer bruydegom en vrouw bruyt, hieraen sult ghy leeren,
70[regelnummer]
Op dat u versaminghe sy tot Godts eeren, Ga naar voetnoot70
 
Gelyck als kinderen der heyligen, na Tobias vermaen.
 
Dan sal Jesus u gast syn, den heer der heeren,
 
Hy sal u water in wyn verkeeren,
 
Gelyck hy in Cana Galileen heeft gedaen,
75[regelnummer]
Alsmen uuit Johannes int tweede gescreven [siet] staen;
 
Daer geschiede die bruyloft na Godts behaghen.
 
Begeerdy oyck blysschap voor druck te ontfaen,
 
Hebt Godt voor ooghen alle u daghen.
 
Twist en tweedrachticheyt wilt van u verjaghen,
80[regelnummer]
Soe sal Godt in u blyven en ghy in Godt.
 
Hy sal gestadich sorghe voer u draghen,
 
Ist dat ghy leeft nae syn heylich gebot.
 
Somma ten lesten, dit is het slot Ga naar voetnoot83
 
Van desen sluytreghel, dat wel versint: Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Salich ist houwelyck dat met Godt beghint /
 
 
 
finis per Vanden Berghe

margenoot+
[37ro]
voetnoot1
partuere, (vereniging van) echtelieden.
voetnoot3
Als, zoals.
voetnoot6
gevaemt, omvat.
voetnoot7
Sara, de dochter van Raguel, later echtgenote van de jonge Tobias; haar eerste zeven mannen waren door de boze geest Asmodé gedood.
voetnoot8
t boeck Tobie, het apocriefe boek van het O.T. dat ook de stof voor een spel van de oude en de jonghe Tobias leverde, dat verloren is (vgl. Kalff, 16de Eeuw I, 226 en II, 51).
voetnoot11
Siet wat ..., werd dit refrein misschien gesproken voor de vertoning van het hiervoor genoemde stuk?
voetnoot16
van verscheyden, scil. personen.
voetnoot19
bestonden, aanvaardden.
voetnoot22
Helcana en Anna, vgl. 1 Samuel 1, 1 vg.; Anna = Hanna.
voetnoot28
als planten van olyven: zie Ps. 128 : 3: ‘Uwe kinderen als olijfplanten rontom uwe tafel’ (Statenvert.).
voetnoot32
Tis een eertsch paradys, vgl. de refreinen op de stok ‘Es dit niet ter werelt een paradijs’ bij Van Stijevoort, nrs. LXXXVIII, XC, XCII, XCIV, XCVI, IIC.
margenoot+
[37vo]
voetnoot36
In, lees wellicht En; - bediet, voorschrift.
voetnoot45
byeen ... gewelt, aaneengesmeed Bij Kiliaan en in het Mnl W. komt wellen in deze bet. nog niet voor.
voetnoot47
Matth. 19 : 6.
voetnoot58
vercouwen, verkoeling.
voetnoot70
versaminghe, vereniging, gemeenschap.
voetnoot83
slot, conclusie.
voetnoot84
sluytreghel, stok; - versint, bedenkt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken