Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mysterieuze krachten in de sport (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mysterieuze krachten in de sport
Afbeelding van Mysterieuze krachten in de sportToon afbeelding van titelpagina van Mysterieuze krachten in de sport

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mysterieuze krachten in de sport

(1941)–Joris van den Bergh–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

[2]

De spier, de ontwikkeling van de spier, ondergaat de kracht van de bijstand der gedachte, de assistentie van de geest.

Wanneer dit waar is ten aanzien van de ontwikkeling van de spier, dan geldt dit in nog sterker mate voor de spierverrichting. En met spierverrichting begint de sport.

Wij hebben een sportman gekend, op zijn gebied (de wielrensport) een van de grootste, welke de wereld heeft voortgebracht, die deze geestelijke en mentale materie zeer zuiver en krachtig heeft aangevoeld. Hij heeft tijdens de vele vakgesprekken, welke wij met hem voerden, er het volgende van gezegd:

‘De sportman, die alleen maar physiek traint, is als de kunstschilder, die alleen maar verft. Zoals je schildert met je brein, met je gemoed, met je gedachten en met je sentiment, zo kun je sport beoefenen, trainen met je brein, met je gemoed.

Je kunt een spier ontwikkelen door oefening. Je laat haar veel werken en je onderhoudt haar goed en dan wordt zij op den duur vanzelf sterk. Dat is doodeenvoudig. Maar een spier, die alleen langs die weg is sterk geworden, is een “domme” spier.

Nu kun je een spier ook versterken door middel van je gedachten, door met je hersens bij die spier te zijn. De meeste mensen weten niet, wat de hersenbijstand voor den sportman betekent. De meeste sportlui weten er

[pagina 12]
[p. 12]

ook niets van. Het is maar een doodenkele, die de zaak voelt. Ze lachen er om en kijken je net aan, alsof je uit Meerenberg bent weggelopen. Daarom spreek ik er met hen ook niet over en bovendien behoef ik de concurrenten toch niet in te lichten. Maar ik zeg je, wanneer je een spier hebt versterkt door er aan te denken, door er met je hersens bij te zijn, dan is dat een heel ander ding dan die andere sterke spier, dan die “domme” spier. Dan is dat een levendige, vooral gevoelige, fel reagerende spier, dan is dat als het ware een spier met gevoel en begrip. Het klinkt gek, maar als je dat in je leven hebt gebracht, je gemoed achter je physieke daden zetten, dan is het net, alsof je spieren in je sport meedenken. Dat moet je hebben, wil je als sportman het grootste bereiken. Je kunt oefenen zoveel als je wilt, je kunt aanleg hebben, heel ijverig wezen, prachtig gebouwd, soepel en gespierd zijn, je kunt een prima hart hebben, maar “dat andere”, de mentale en geestelijke bijstand, de concentratie van alle innerlijke krachten en de zelfbeïnvloeding, moeten er bij komen, wil je excelleren.’

 

***

 

Eerst nog iets van die levendige, vooral gevoelige, fel reagerende spier. Dit is de spier voor den man der lichte athletiek, voor den hardloper, den vèrspringer, den hoogspringer, de spier voor den wielrenner, voor den sprinter vooral. Het is de vertroetelde spier, de gesoigneerde spier, de ook door de geest gekoesterde

[pagina 13]
[p. 13]

spier, de spier van het zijden huidje en van een soepelheid, welke haar, in rust, als week doet aanvoelen. Het is de dubbelhoofdige kuitspier, het zijn de dijspieren, welke men, met zachte vingers afgetast, als een bijna gelatineuze substantie kan heen en weer gooien. Zulk een spier is voor sommige sporten een wanbezit en met name de voetballer mag haar nimmer kweken.

De spieren van den athletieker en van den sprinterwielrenner-in-topvorm zijn zó prikkelbaar, zó hypergevoelig, dat zij reacties kennen, welke men ‘schrikken’ zou kunnen noemen. En zo ‘schrikken’ deze spieren o.m. van koud water.

Zij kunnen geen koud water verdragen, zonder van hun functionele waarde voor de sportverrichting in te boeten. Voor athletiekers, wielrenners (baanrenners en vooral sprinters), boksers, vooral wanneer zij in top-conditie verkeren, behoort zwemmen dan ook een verboden genieting te zijn.

Het is niet alleen de invloed van de afkoeling; veeleer staat nog op de voorgrond het gebruik in eens van àndere spieren bij het zwemmen. Dit geldt voor àlle sporten en derhalve moeten ook roeiers niet zwemmen. Bovendien zal het automatisme - hetwelk het lichaam economisch laat werken - door plotselinge andere bewegingen verstoord worden.

Wij hebben een renner, den Olympiade-winnaar Van Egmond, die in topvorm verkeerde, door een enkele zwempartij totaal uit conditie zien geraken en van zijn machtige benen, welke volgens zijn zeggen ‘heerlijk

[pagina 14]
[p. 14]

soepel’ waren, getuigde hij de dag na de zwemmerij, dat het stokken waren geworden.

Zulke spieren blijven vertroeteling vragen. Zij dienen altijd warm, altijd op temperatuur te zijn, als in de watten.

Koud water verruwt zo'n spier, maakt haar stug.

De voetballer mag zulk een spier van het zijden huidje nooit kweken. Van de benen, van de beenspieren van den voetballer wordt grovere, ruwere arbeid geëist, een abrupte, hokkende, stotende arbeid, geen rhythmische arbeid, geen arbeid met een cadans. De zaak is, dat het been van den voetballer onderhevig is aan andere drukkingen en andere trekkingen. Het been van den voetballer is een manusje van alles, het moet van alles doen, tot worstelen toe en dientengevolge mag het geen ‘exclusieve’ spier zijn, geen vertroetelde gespecialiseerde spier, geen hypergevoelige een-richtings-spier. Stellig heeft de voetballer een grote mate van lichaamslenigheid van node, doch wat zijn benen betreft, dient hij zijn taak met spieren, die van de grens der overgevoeligheid ver verwijderd zijn, welke zich niet aanstonds getaquineerd gevoelen, welke dus gehard zijn. Hij moge zich massage laten welgevallen, doch bij hem zal de massage gericht moeten zijn op de verkwikkende werking, om van de geneeskrachtige werking niet te spreken. De voetballer, die athletiek beoefent, die op hardlopen traint, dient er voor te zorgen, dat hij de hardlopende voetballer blijft, dus dat hij niet te veel de richting van den athletieker uitgaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken