Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verschijnsel Bob Evers (1993)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

100 artikelen/jeugdliteratuur


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verschijnsel Bob Evers

(1993)–John Beringen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

I.5 Het profileringsproces

Series boeken, waarin voortdurend de hoofdrollen worden vervuld door dezelfde personen, hebben alle één ding gemeen: naarmate men verder komt in de serie, vallen er veranderingen te bespeuren in de hoofdpersonen.

De verklaring voor dit feit is heel simpel. Iedere schrijver, wiens geesteskinderen bij de lezer in de smaak vallen, zal ze in elk volgend boek een beetje ‘bijschaven’. Ze worden gewiekster, krijgen ieder specifieke karaktertrekjes en eigenaardigheden en gaan zich in bepaalde opzichten van elkaar onderscheiden. Dat laatste vormt weer een vruchtbare voedingsbodem, vanwaaruit de schrijver humoristische en/of spannende situaties kan laten ontkiemen. Dit ‘profileringsproces’ zal de schrijver net zo lang voortzetten, totdat hij het punt bereikt waarop hij tevreden kan zeggen: ‘Nu hebben mijn hoofdpersonen de vorm aangenomen waarin zij zich voortaan in mijn boeken voortbewegen.’

Het zal duidelijk zijn dat het begrip ‘karakterontwikkeling’ een centrale plaats inneemt in dit proces. Wat hierin altijd opvalt, is dat de fictieve verhaalfiguren eigenschappen bezitten die bij hun geestelijke vader terug te vinden zijn.

Zo is dit eveneens het geval met Bob, Jan en Arie. In het begin zijn het nog schooljongens, hoewel het vrijwel meteen opvalt dat het jongens blijken die niet voor één gat te vangen zijn. Al spoedig zijn bij hen diverse zaken te signaleren die in feite een projectie zijn vanuit Willy van der Heide's eigen visie en ruime levenservaring.

In het interview met Pamela Koevoets verklaarde hij dat zowel Jan Prins als Arie Roos een duidelijke afspiegeling van hem is. Iedereen die zich een beetje verdiept in het gedrag en de levenshouding die hij erop nahield, zal dit kunnen bevestigen. Zo is de koppigheid van Jan Prins terug te vinden bij hem. Dit

[pagina 40]
[p. 40]

komt bijvoorbeeld tot uiting in een opmerking die Peter de Zwaan (een goede vriend van Van der Heide) ooit maakte: ‘Wie ruzie kreeg met Willy van der Heide kon nooit meer goed bij hem doen.’ Dat wil overigens allerminst zeggen dat hij haatdragend was; integendeel. Had iemand het bij hem verbruid, dan keek hij de persoon in kwestie eenvoudigweg nooit meer aan.

Wie hem daarentegen te slim af probeerde te zijn had aan hem een geducht tegenstander. Uit de boeken Toen ik een nieuw leven ging beginnen en De smokkelvaart van de Maia valt op te maken dat Willy van der Heide een enorm slimme man was, die zelden of nooit om een oplossing of een antwoord verlegen zat. Wie hem dus de loef af wilde steken moest van goede huize komen.

In deze eigenschappen herkennen we Arie Roos. Deze is uiterst moeilijk uit het veld te slaan en blijkt, als het om het denkwerk gaat, iedereen verscheidene stappen voor te zijn. Daarbij komen nog zijn onbezorgdheid en de nuchterheid waarmee hij iets onder ogen durft te zien (‘Als het dan toch verkeken is, dan heeft het ook geen zin meer om je er nog druk over te maken’).

Een ander feit dat bij Arie Roos valt waar te nemen, is dat hij nogal eens geconfronteerd wordt met personen die we - op zijn zachtst gezegd - tamelijk ongewoon kunnen noemen. Ook dit is iets wat Willy van der Heide vanuit zijn persoonlijke ervaringen heeft geprojecteerd in de bevindingen van de sympathieke dikkerd. Zo schrijft Van der Heide in Toen ik een nieuw leven ging beginnen dat bij hem altijd alles, maar dan ook alles, anders verliep dan de bedoeling was. Al ging hij maar een krant kopen, twee straten verderop, dan gebeurde er altijd wel iets waarvan ieder ander mens zegt: ‘Hoe bestaat het.’ In veel gevallen betrof het een ontmoeting met een (oude) bekende of een volslagen schilderachtige nieuwkomer op Van der Heide's ‘levenstoneel’.

Wat bijvoorbeeld in dit kader te denken van de zonderlinge detective Colebrander, die Arie tegenkomt in deel 13? Colebrander blijkt een man te zijn die om te beginnen belooft na 37 minuten bij Arie te zijn (blz. 57). Als hij merkt dat hij iets te

[pagina 41]
[p. 41]

vroeg is, stopt hij vlak bij Arie om enige tijd te wachten en vervolgens vrolijk voor te komen rijden en met veel omhaal te verklaren dat hij dertig seconden te vroeg is. Dit stelt hij vast door op zijn twee horloges te kijken (een om zijn linker- en een om zijn rechterpols)(!!) (blz. 60).

Dan is er nog de Nederlander met de bestelwagen uit deel 9, aan wie Arie in Frankrijk een lift vraagt (blz. 76). De manier waarop dat gesprek verloopt, doet reeds vermoeden dat het een man betreft die je maar één keer in je leven tegenkomt. Het meest absurde feit doet zich echter voor op blz. 78, als de man tot de ontdekking komt dat hij in de verkeerde richting rijdt: hij moet naar Holland, niet naar Zürich.

Wat Bob Evers aangaat kunnen we vaststellen dat deze, behalve zijn gevoel voor techniek en zijn praktisch inzicht, weinig eigenschappen van Willy van der Heide bezit. Hij is, zoals Van der Heide zelf al zei, ‘de typische Amerikaan, die duidelijk anders in elkaar zit dan Jan en Arie’. Wat wel duidelijk uit de verf komt, is het contrast tussen bepaalde opvattingen van Bob enerzijds en Jan en Arie anderzijds. Zeer waarschijnlijk is deze ‘andere instelling’ het resultaat van Van der Heide's ervaringen, opgedaan in de periode waarin hij vóór de oorlog werkte in Amerika. Van der Heide heeft namelijk in 1937/38 gedurende anderhalf jaar aldaar vertoefd om de Amerikaanse publiciteits- en persmethoden te bestuderen. Het laatste gedeelte van die periode heeft hij dienaangaande gewerkt in Hollywood (het decor van Vreemd krakeel in Californië). Later heeft hij te kennen gegeven dat hij gefascineerd was door het verschil tussen de Amerikaanse aanpak en de Europese. Duidelijk gaf hij overigens aan dat je dat ‘verschil’ op twee manieren kon invullen.

 

Een ander facet is de veranderende vertelstijl.

In deel 13 van de serie, op blz. 41 om precies te zijn, wordt de Bob Evers-lezer het ontstaan van een totaal nieuw feit gewaar, namelijk: de hoofdpersonen hebben het over hun geestelijk vader. Op de genoemde bladzijde staat het volgende: ‘“Kijk eens,” zei Arie later tegen mij toen hij me het avontuur in

[pagina 42]
[p. 42]

geuren en kleuren vertelde...’

Vanaf dat moment vertelt Van der Heide persoonlijk iets aan de lezer en doet dan voorkomen alsof hij de avonturen niet zelf verzonnen heeft, maar heeft opgetekend uit de monden van Bob, Jan en Arie. Uitlatingen als: ‘Straks moeten we weer naar die gekke Willy van der Heide om al onze belevenissen te vertellen’ zijn dan regelmatig in de serie te bespeuren.

Degenen die meer voorbeelden willen, verwijs ik naar deel 14 blz. 5, deel 20 blz. 118, deel 22 blz. 22 en deel 23 blz. 60.

Deze opmerkelijke ontwikkeling vindt haar grondslag in deel 13; het is een uitvloeisel van Willy van der Heide's opmerking dat de jongens, naarmate de serie vorderde, ook voor hem meer gingen leven (zie I.2).

In deel 26 gaat Willy van der Heide in dezen tot het uiterste: op blz. 7 belt hij Arie Roos op en spreekt daadwerkelijk met hem! In hoofdstuk 7 zal blijken dat datzelfde deel 26 in een ander opzicht eveneens een absoluut hoogtepunt vormt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een woestijn raakt zoek

  • over Amerika filmt

  • over De erfenis van een zonderling

  • over De geheimzinnige schat

  • over Avonturen in de stille Zuidzee

  • over De jacht op het koperen kanon

  • over Drie jongens op een onbewoond eiland

  • over Een overval in de lucht

  • over Sensatie op een Engelse vrachtboot

  • over De strijd om het goudschip

  • over Drie jongens als circusdetective

  • over Drie jongens en een caravan

  • over Een dollarjacht in een D-trein

  • over Een speurtocht door Noord-Afrika

  • over Een motorboot voor een drijvend flesje

  • over Kabaal om een varkensleren koffer

  • over Een klopjacht op een kapitein

  • over Een raderboot als zilvervloot

  • over Nummer negen seint New York

  • over Tumult in een toeristenhotel

  • over Een meesterstunt in Mexico

  • over Trammelant op Trinidad

  • over Vreemd krakeel in Californië

  • over Lotgevallen rond een locomotief

  • over Pyjama-rel in Panama

  • over Vreemd gespuis in een warenhuis

  • over Wilde sport om een nummerbord

  • over Een vliegtuigsmokkel met verrassingen

  • over Hoog spel in Hong Kong

  • over Kunstgrepen met kunstschatten

  • over Stampij om een schuiftrompet

  • over Ali Roos als Arie Baba

  • over Bombarie om een bunker

  • over Arie Roos wordt geheim agent

  • over Heibel in Honoloeloe

  • over Cnall-effecten op Casablanca

  • over Bob Evers belegert fort B

  • over Arie Roos als ruilmatroos

  • over Een zeegevecht met watervrees

  • over Kloppartijen in een koelhuis


auteurs

  • over Willem W. Waterman


plaatsen

  • over Kaag