Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verschijnsel Bob Evers (1993)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

100 artikelen/jeugdliteratuur


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verschijnsel Bob Evers

(1993)–John Beringen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

I.6 Raakvlakken tussen de Bob Evers-serie en het leven van Willy van der Heide

Zoals de titel van dit hoofdstuk reeds aangeeft, komen er in de Bob Evers-serie situaties en anekdotes voor die Willy van der Heide in werkelijkheid zélf heeft beleefd. In het voorgaande hebben we hier al een en ander van gezien.

Op zich is dat niets vreemds; het gebeurt immers vaker dat een schrijver autobiografische feiten in zijn verhalen verwerkt. Aan het waarom van dit gegeven liggen drie verklaringen ten grondslag, die qua filosofie sterk met elkaar verwant zijn:

 

1.Wanneer het droevige zaken betreft, vormen de autobiografische feiten (die als fictie worden gepresenteerd) voor de schrijver een ‘uitlaatklep’. Door de lezers dit onder ogen te brengen, zorgt hij er als het ware voor dat hijzelf niet de enige is die begaan is met een bepaalde ontwikkeling uit het verleden. (Gedeelde smart is halve smart.)

 

2.Bij komische voorvallen is er iets anders aan de hand; hier is het een zekere weemoed die achter de drift zit om waar gebeurde voorvallen vast te leggen in fictieve verhalen. In negen van de tien gevallen blijken deze komische gebeurtenissen namelijk te stammen uit een periode - van het leven van de schrijver - die voorbij is. Als hij daar regelmatig mijmerend aan terugdenkt, is het heel logisch dat hij er iets van in zijn verhalen verwerkt. (‘Wat was het toen gezellig.’)

 

3.Een komische gebeurtenis op zich kan een schrijver op een idee brengen. Hoe idioter het incident, hoe meer hij ervan overtuigd zal zijn dat het iets dusdanig lachwekkends is, dat
[pagina 44]
[p. 44]
het de lezer niet onthouden mag worden.

 

Het moge duidelijk zijn dat in het geval van Willy van der Heide en de Bob Evers-serie voornamelijk de punten 2 en 3 van toepassing zijn.

Een vierde, overkoepelende reden, die niet onvermeld mag blijven, bracht Peter de Zwaan mij onder de aandacht. Toen ik met hem de bovenstaande materie besprak, merkte hij het volgende op: ‘Alles wat je kent of weet, hoef je als schrijver niet meer te verzinnen.’ In het hoofdstuk ‘De wortels van diverse Bob Evers-verhalen’ zal aangetoond worden dat deze redenering eveneens een grote rol heeft gespeeld in de totstandkoming van de Bob Evers-serie. Voor al diegenen die nu in de war raken van alle verstrekte informatie, heb ik het volgende schema geconstrueerd:



illustratie

Enkele voorbeelden naar aanleiding van de punten 2 en 3 kunnen dit verduidelijken.

 

Voorbeeld A. Het zeiljacht van Jack Hennessey, de Willi Waw, treffen we aan in de delen 1, 2 en 3 van de pocketserie (in de serie gebonden boeken de delen 4, 5 en 6). De scheepsnaam

[pagina 45]
[p. 45]

Willi Waw schijnt ontleend te zijn aan een van de Zuidzeeverhalen van Jack London.

Nu had Willy van der Heide in de vroege jaren '50 een kornuit leren kennen. Deze Bob Roes had een schip dat nét zo heette.

Een kritische kanttekening moet ik hierbij overigens wel maken: volgens de bibliografische gegevens heeft Willy van der Heide Avonturen in de Stille Zuidzee geschreven aan het eind van de jaren '40. Het is dus niet zo dat het jacht van Hennessey genoemd is naar het schip van Roes.

Dat de naam Willi Waw twee keer opduikt kan verschillende oorzaken hebben. Enerzijds kan het zijn dat het schip van Roes in werkelijkheid anders heeft geheten, anderzijds kan het ook zijn dat dat niet het geval was en er sprake is van toeval. Van iemand die een liefhebber is van schepen mag je aannemen dat hij de boeken van Jack London leest. Zowel Roes als Van der Heide was zo'n liefhebber.

Wat we absoluut niet als toeval kunnen betitelen, is de anekdote die Jan en Arie onder de aandacht brengen op bladzijde 49 in deel 25. Citaat:

‘Arie... herinner jij je dat jarenoude verhaal van The Black Witch?’
Arie fronste, staarde naar het vuur, bukte zich, smeet er twee stukken plank op, en knipte met de vingers.
‘Wacht eens... was dat niet de naam van een zeiljacht dat in Engeland in beslag werd genomen door de douane...?’
‘Precies. En weet je nog waarom we zo gelachen hebben toen we dat verhaal in de krant lazen?’
Arie herinnerde zich ineens alles en gaf Bob een geestdriftige stomp.
‘Dat is een mooi verhaal voor jou, Bobbie. Want de mop ervan zit 'm in een Engelse woordspeling, The Black Witch, in het Hollands: De Zwarte Heks, was een plezierjacht, dat twee Hollanders gebruikten om er Zwitserse horloges mee te smokkelen. De benzinetank had een dubbele bodem die was dichtgesoldeerd en daarin zaten enkele lagen horloges die Engeland binnen werden gesmokkeld en dan verkocht
[pagina 46]
[p. 46]


illustratie
Afbeelding 1. Zie hier ‘het huis van Munno Prins’; rechts van de erker, tussen de twee bomen door, zien we de voordeur.



op de zwarte markt. En toen hebben Jan en ik zo gelachen, omdat ze zeiden dat ze dat jacht beter The Black Watch hadden kunnen noemen.

Dit is Bob Roes in werkelijkheid overkomen. Het is allemaal te lezen in Toen ik een nieuw leven ging beginnen. In dat boek vertelt Roes aan Van der Heide dat hij op een gegeven moment de naam van zijn schip van Willi Waw had veranderd in The Black Witch. Dat trok de aandacht van de douane, en zo kon het gebeuren dat hij tijdens zijn (derde) smokkeltocht tegen de lamp liep.

 

Voorbeeld B. Iedere rechtgeaarde Bob Evers-liefhebber zal zich de oom van Jan Prins herinneren (Munno), genoemd in deel 8,

[pagina 47]
[p. 47]

die in Bilthoven aan de Soestdijkse Straatweg woonde in een grote villa, ten noorden van de spoorwegovergang.

Welnu, in dat bewuste huis - waarin Bob, Jan en Arie overvallen worden door de louche figuren, die de gevonden treintjes komen ophalen - heeft Willy van der Heide op kamers gewoond van 31 mei tot 4 oktober 1940 (zie afb. 1).

 

Voorbeeld C. Een ander huis dat voorkomt in deel 8 betreft een pand aan de Stationsstraat (26B) in Amersfoort (in het boek wordt die straat overigens als Stationsweg aangeduid). Op het genoemde adres blijkt Luuk van Genderen op kamers te wonen; hij is één van de mannen die betrokken zijn bij de dollarsmokkel.

Ook hier geldt hetzelfde: Willy van der Heide heeft daar gewoond van 4 oktober 1940 tot 3 maart 1941 (zie afb. 2).

 

Voorbeeld D. Willy van der Heide schreef ooit eens een humoristisch boekje, getiteld: De smokkelvaart van de Maia. Hierin vertelt hij hoe hij in de zomer van 1951 een ex-oorlogsschip (de Maia) koopt, dat in Humbeek gemeerd ligt, en het vervolgens naar Holland vaart. In Hansweert maakt Van der Heide diverse malle scènes mee.

De naam Humbeek kennen we uit deel 28; de smederij, waar Jan en Arie inlichtingen gaan vragen omtrent de verblijfplaats van Kresse, blijkt een aanzienlijke rol gespeeld te hebben in het avontuur rondom de aankoop van de Maia, nu 42 jaar geleden (zie afb. 3).

Hansweert komt voor in de delen 14 en 15; door het kanaal aldaar heeft hij met de Maia gevaren op weg naar Holland.

Op een vraag hoe hij aan zijn inspiratie voor de Bob Evers-serie kwam, heeft Van der Heide ooit eens verwezen naar De smokkelvaart van de Maia; dit als voorbeeld voor de avonturen van Bob, Jan en Arie in Hansweert en Humbeek.

 

Voorbeeld E. Kaageiland. Dit eiland, vlak bij Leiden, komt voor in deel 13. De uiterst nauwkeurige beschrijvingen zijn het gevolg van het feit dat Willy van der Heide daar enige jaren

[pagina 48]
[p. 48]


illustratie
Afbeelding 2. Links: De Stationsstraat in Amersfoort; in deel 8 Stationsweg. De meest linkse van de vier deuren (nr. 26) is van het benedenhuis (de twee ramen boven de fiets). De tweede deur van links leidt naar het bovenhuis, nummer 26B (drie ramen). Op de foto is te zien hoe de voorgevel gedeeltelijk is doorgetrokken, zodat er een soort van stenen dakkapel is ontstaan op de zolderverdieping. Deze dakkapel blijkt in deel 8 de zitkamer van Luuk van Genderen te zijn. Van daaruit loerde Jan naar beneden en zag de PTT-bromfiets staan (blz. 168).


[pagina 49]
[p. 49]

met de Maia voor anker heeft gelegen (zie afb. 4).

 

Voorbeeld F. Een ander alleraardigst voorbeeld is de pot verf die Jan Prins uit de vensterbank stoot in deel 19 ( Vreemd krakeel in Californië).

In Toen ik een nieuw leven ging beginnen beschrijft Van der Heide een dag op het Kaageiland, waarop hij bezoek krijgt van de hoofdboekverkoper van uitgeverij Stenvert. Deze kwam hem vriendelijk doch dringend vragen hoever hij was met de manuscripten van de nieuwe Bob Evers-boeken. Nu wilde het toeval dat Van der Heide, samen met enige andere bewoners van het eiland, had beloofd op diezelfde dag te helpen met het opschilderen van een der vakantiehuisjes. De hoofdboekverkoper werd riant op een stoel voor het desbetreffende huisje geïnstalleerd met een tafeltje, stoel, parasol plus een flesje bier. Op zeker moment ontstond er tijdens het schilderen een meningsverschil, dat tot gevolg had dat bepaalde personen elkaar achterna zaten met potten verf. Door een ongelukkige samenloop pakte het zó uit, dat de hoofdboekverkoper een pot bleekgroene verf over zijn driedelig kostuum heen kreeg.

De wetenschap dat Van der Heide op dat moment met Vreemd krakeel in Californië bezig was stemt tot nadenken, nietwaar?

[pagina 50]
[p. 50]


illustratie
Afbeelding 3. Het kanaal van Humbeek, gezien in de richting Brussel. Het vijfde gebouw van rechts (met het dak dat naar vier zijden afloopt) is inderdaad (conform de feiten uit deel 28) een gebouw der Rijkswacht geweest en wel tot 1975. Pal tegenover het gebouw - bij de onderbreking van het muurtje - heeft het schip van Willy van der Heide (de Maia) voor anker gelegen. De smederij, die voorkomt in deel 28, heeft daadwerkelijk bestaan, doch niet naast het gebouw der Rijkswacht.
Als u daar staat en u loopt een kleine 100 meter richting Brussel, komt u bij een zijstraat. In die straat (de Kerkstraat) bevindt zich een meter of vijftig verder aan de rechterkant een café, genaamd Eldorado. De woning rechts van dit café was vroeger het woonhuis van de smederij die Willy van der Heide geprojecteerd heeft in deel 28. De smederij en de benzinepomp (die eveneens heeft bestaan) zijn verdwenen. De beschrijving uit deel 28, een post van de Rijkswacht met daarnaast een benzinepomp en een smederij, klopt dus niet helemaal.
Verklaring: Zeer waarschijnlijk heeft Willy van der Heide in deel 28 de smederij (die hij zelf kende van vroeger) naast de Rijkswachtpost geplaatst omdat Parsons, Jan, Bob en Arie in de loop van het verhaal op die plek van het kanaal terechtkwamen. Zodoende kon Arie bij de smederij inlichtingen inwinnen, die het verdere verloop van het verhaal bepaalden, namelijk: de rit naar het landhuis van Kresse. Als schrijver moet je wel eens ‘liegen met de waarheid’.
Een laatste opmerking: met Bombarie om een bunker in de hand heb ik, van Humbeek af in de richting Antwerpen, gezocht naar een huis dat beantwoordde aan de beschrijving van het landhuis van Kresse. Resultaat: niets gevonden. Alle andere beschrijvingen onderweg klopten haarzuiver.


[pagina 51]
[p. 51]


illustratie
Afbeelding 4. De paddestoelenhuisjes langs de zuidrand van het Kaageiland (deel 13, blz. 126 e.v.).



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een woestijn raakt zoek

  • over Amerika filmt

  • over De erfenis van een zonderling

  • over De geheimzinnige schat

  • over Avonturen in de stille Zuidzee

  • over De jacht op het koperen kanon

  • over Drie jongens op een onbewoond eiland

  • over Een overval in de lucht

  • over Sensatie op een Engelse vrachtboot

  • over De strijd om het goudschip

  • over Drie jongens als circusdetective

  • over Drie jongens en een caravan

  • over Een dollarjacht in een D-trein

  • over Een speurtocht door Noord-Afrika

  • over Een motorboot voor een drijvend flesje

  • over Kabaal om een varkensleren koffer

  • over Een klopjacht op een kapitein

  • over Een raderboot als zilvervloot

  • over Nummer negen seint New York

  • over Tumult in een toeristenhotel

  • over Een meesterstunt in Mexico

  • over Trammelant op Trinidad

  • over Vreemd krakeel in Californië

  • over Lotgevallen rond een locomotief

  • over Pyjama-rel in Panama

  • over Vreemd gespuis in een warenhuis

  • over Wilde sport om een nummerbord

  • over Een vliegtuigsmokkel met verrassingen

  • over Hoog spel in Hong Kong

  • over Kunstgrepen met kunstschatten

  • over Stampij om een schuiftrompet

  • over Ali Roos als Arie Baba

  • over Bombarie om een bunker

  • over Arie Roos wordt geheim agent

  • over Heibel in Honoloeloe

  • over Cnall-effecten op Casablanca

  • over Bob Evers belegert fort B

  • over Arie Roos als ruilmatroos

  • over Een zeegevecht met watervrees

  • over Kloppartijen in een koelhuis


auteurs

  • over Willem W. Waterman


plaatsen

  • over Kaag