Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verschijnsel Bob Evers (1993)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

100 artikelen/jeugdliteratuur


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verschijnsel Bob Evers

(1993)–John Beringen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

II.4 De werkwijze van Willy van der Heide

Een van de eerste vragen die bij een (beginnende) Bob Evers-lezer opkomt luidt wellicht: ‘Zou Willy van der Heide op alle plaatsen, die hij beschrijft in zijn boeken, geweest zijn?’ Dit werd hem in het radio-programma De jaren '50 ... en verder? door Pamela Koevoets eveneens gevraagd, waarop Van der Heide reageerde met de opmerking dat dat overdreven was. Hij is dus nooit in Hong Kong, Libië of Kaapstad geweest (om maar een paar lokaties te noemen).

Om deze (en andere) lokaties natuurgetrouw te beschrijven, putte Willy van der Heide uit reisverslagen en natuurfilms.

 

Verder zijn er enige interessante zaken bekend over de manier waarop Willy van der Heide een verhaal opzette. Voordat hij begon had hij reeds voor ogen waar het verhaal zich ging afspelen en wat er ongeveer ging gebeuren. Kwamen er zaken in voor die enige voorkennis vereisten, bijvoorbeeld over mijnbouw, autotechniek of scheepvaart, dan verdiepte hij zich eerst in de desbetreffende materie, zuiver om later niet betrapt te kunnen worden op technische ‘miskleunen’. Speciaal voor dit doel beschikte hij over een reusachtig archief, bestaande uit publikaties en knipsels op allerlei gebied, die hij in de loop der jaren verzameld had.

 

Wat eveneens rijkelijk in zijn archief vertegenwoordigd was, waren publikaties in verband met onverklaarbare verschijnselen. Wat weinigen weten is dat Van der Heide daarin bijzonder geïnteresseerd was. Dit moge blijken uit het feit dat hij in de jaren '50 ooit een boekje heeft geschreven met als titel: Wat schuilt er voor waars in wichelroedelopen en de aardstraaltheorie? Van deze opmerkelijke kant van Willy van der Heide vinden we het nodige terug in de Bob Evers-verhalen.

[pagina 98]
[p. 98]

Zo lezen we in Een motorboot voor een drijvend flesje op bladzijde 70 hoe het echtpaar Doberman - dat zich dan voor de familie Grimbos uitgeeft - ene meneer Bekker, wichelroedeloper, heeft ingeschakeld om in de keldervloer van villa Serafina het begraven goud op te sporen. Verder komt er in Trammelant op Trinidad, beginnend op bladzijde 68, een enigszins sinistere scène voor rondom een waarzegster, die angstaanjagend veel blijkt te weten over de missie van Jan en Arie.

Het boek dat echter uitblinkt in geheimzinnigheid is deel 31, Arie Roos wordt geheim agent. Dit verhaal begint al uiterst vreemd met de mededeling dat Arie in zijn eentje met de boottrein naar Londen gaat. Tegen de conducteur verklaart hij het volgende:

‘Ik kom recht met het vliegtuig uit Hawaï. Ik ben in Parijs geland, daarna direct in de trein hierheen gestapt, en zowat meteen in slaap gevallen.’ (blz. 7)

Wanneer we het eind van deel 30 en deel 31 volledig lezen, constateren we het volgende: Bob, Jan en Arie vliegen van Hawaï naar San Francisco. In Amerika verlaat Bob hen; hij reist vandaar verder naar Pittsburgh. Jan en Arie vliegen dan naar Parijs. Aldaar scheiden hun wegen; Jan gaat naar Antwerpen om te proberen de Ford uit het kanaal bij Humbeek op te vissen. Arie gaat naar Londen om daar ‘een beetje rond te kijken’ (?!) (zie blz. 22).

Daar aangekomen raakt hij verzeild in een serie voorvallen, die allemaal bij elkaar een haast ijzingwekkend cachet geven aan dit verhaal. Het begint, zoals bekend, met het feit dat zijn koffertje in de trein gestolen blijkt te zijn, waardoor hij in eerste instantie gedoemd is een nacht doelloos rond te dwalen in Londen. Daarna doet zich het ene incident na het andere voor; om maar wat te noemen:

 

1.De Londense taxichauffeur J.G. Perkins blijkt geheel ongevraagd bereid te zijn Aries chronometerhorloge te belenen tegen twee pond. Perkins doet tijdens deze transactie overi-
[pagina 99]
[p. 99]
gens een merkwaardige uitspraak: ‘Ik ben zelf ook arm geweest en er gebeuren een hoop rare dingen in het leven.’
2.Vrijwel direct na deze passage bezoekt Arie een cafetaria, waar hij de vierhonderdduizendste bezoeker blijkt te zijn. Zijn bestelde consumpties hoeft hij niet te betalen; hij krijgt zelfs één pond toe.
3.Even later wordt hij op straat aangesproken door een meisje, met het verzoek een dronken jongeman te ondersteunen. Het meisje kan dan, zo zegt zij tenminste, een taxi gaan aanroepen. Het meisje keert niet meer terug. De dronken jongeman verklaart vervolgens dat zijn portefeuille, met daarin tweehonderd pond, gerold is. Voorbijgangers, die zich met het geval gaan bemoeien, laten merken dat zij Arie ervan verdenken.
4.Daarna wordt de taxi waarin Arie zit, aangereden door Digazo. De laatste blijkt er alles aan gelegen te zijn om de zaak onderling af te handelen. Als er desondanks een politie-agent verschijnt, neemt Arie een totaal onbegrijpelijke beslissing. Hij neemt plaats in de auto van Digazo en verklaart dat hij zijn chauffeur is. Het enige wat we te weten komen, is dat Arie veronderstelt dat Digazo mogelijk geen paspoort of rijbewijs heeft. Waarom hij echter bovenbeschreven beslissing neemt, wordt niet duidelijk. Wat dat aangaat vertoont dit veel gelijkenis met de handelwijze van Perkins, beschreven in punt 1.
5.Wat daarna gebeurt is bekend: Arie krijgt de auto van Digazo (een Oldsmobile) cadeau. Dan ziet Arie op de kilometerteller dat de auto 10.411 kilometer gelopen heeft.

 

Het getal 411 is daarmee voor de derde keer onder Aries aandacht gebracht. Dat gebeurde eerder in de vorm van het geldbedrag dat Arie aanvankelijk op zak had (4 shilling en 11 pence) en door middel van het adres van Perkins: South Tower Street 411.

Nu zullen de meesten bij het steeds weer terugkeren van het getal 411 hun schouders ophalen en iets mompelen als: ‘kan gebeuren’, maar er zijn mensen die bij zo'n ‘getallensystema-

[pagina 100]
[p. 100]

tiek’ (= het steeds weer geconfronteerd worden met dezelfde getallen in totaal verschillende omstandigheden) danig van streek raken. Er is veel geschreven over de ontstaansredenen van deze panische angst; samenvattend kan erover opgemerkt worden dat mensen die ervoor openstaan, er een voorbode in zien van een onafwendbaar noodlot.

 

Deze authentieke verklaring - in combinatie met het getal 411 - maakt dat deel 31 het hoogtepunt vormt qua mysterieuze voorvallen. Een en ander was dienaangaande echter al veel eerder in de serie te bespeuren, want wie de overige Bob Eversverhalen aandachtig leest, zal een aantal andere, schijnbaar achteloos gebezigde uitspraken opmerken, die bij nadere beschouwing een aanzienlijke diepgang bevatten.

Zo verklaart Willy van der Heide geregeld dat er in het leven in slechts weinig gevallen daadwerkelijk sprake is van toeval. Vaak is dit te lezen als verschillende partijen op elkaar botsen, veelal gecombineerd met toegevoegde complicaties, die de ontstane chaos alleen maar groter maken. Hij relativeert dan het begrip toeval door de zienswijze hieromtrent vanuit twee invalshoeken te presenteren, namelijk:

 

I.Vanuit het gezichtspunt van de aan de actie deelnemende personen afzonderlijk.
II.Vanuit het totale gebeuren, met voorkennis (beweegredenen en/of achtergronden van betrokkenen).

 

Voor beide redeneringen valt wat te zeggen. Punt I heeft betrekking op het moment van handeling. Een ieder die hierbij betrokken is, weet niet voor de volle honderd procent waar hij aan toe is. Er bestaan wel enige ideeën over, maar men wordt daarbij met niet te voorziene ontwikkelingen geconfronteerd. Wèl is het zo dat, wanneer deze ontwikkelingen zich eenmaal voordoen, zij deels verklaard/herleid kunnen worden. Degene die hier het minste moeite mee heeft is Arie Roos, zoals eerder opgemerkt de expert op het gebied van het improviseren.

Punt II betreft alle verklaringen voor het eerder besproken

[pagina 101]
[p. 101]

‘sneeuwbaleffect’. Hierin worden alle stukjes van de puzzel, die in punt I door de war lagen, passend.

Willy van der Heide zet dat in desbetreffende situaties uiteen en brengt de lezer drie conclusies onder de aandacht:

 

A:Het kon niet anders lopen.
B:Alle sporen leidden naar één punt.
C:Het was een logisch gevolg van alle feiten.

 

Ik haast mij om op te merken dat punt II slechts ingevuld kan worden, als men óf alles van tevoren kan inschatten (strategisch overzicht) óf alles achteraf kan herleiden (men maakt de balans op). Blijft dus het punt dat er altijd, hoe gering ook, sprake is van toeval. De wetenschap dat men ten tijde van een handeling ‘verrast’ kan worden, duidt reeds op het feit dat er iets gebeurt wat niet of nauwelijks te voorzien was.

 

Een andere uitspraak, die we af en toe kunnen waarnemen in de Bob Evers-boeken, is iets in de trant van: ‘Ineens kwam hij tot het kosmisch besef dat...’

Het woord ‘kosmisch’ heeft de betekenis ‘betrekking hebbend op de kosmos’ (= in zichzelf rustend geordend geheel; heelal, wereld). Ook hier moet ik - net als bij de getallensystematiek - verwijzen naar een opvatting die onder bepaalde mensen leeft, namelijk: dat alles reeds van tevoren vastligt. Dat vertoont raakvlakken met het gezichtspunt dat er maar in weinig gevallen sprake is van toeval.

 

Om nu te voorkomen dat dit geschrift in een dogmatische c.q. filosofische verhandeling ontaardt, gaan we terug naar Willy van der Heide's manier van werken, en wel in de meest letterlijke zin des woords. Hierover zijn verschillende leuke anekdotes bekend. De mooiste wist dhr. P. Schilperoort mij te vertellen (zie in dit verband ook afbeelding 5):

Met Van der Heide was het altijd zo, dat hij bijna voortdurend dusdanig in beslag werd genomen door allerlei leuke
[pagina 102]
[p. 102]
dingen, dat het schrijven regelmatig op de achtergrond dreigde te raken. U zult begrijpen dat hij, toen de Bob Evers-serie eenmaal goed op gang kwam, gebonden was aan data waarop hij zijn manuscripten ingeleverd diende te hebben. Als er zo'n deadline in het spel was, kon je dat al gauw merken; hij werd dan wat stiller. Zijn gevoel voor humor werd als het ware overschaduwd door een datum die reeds angstvallig dichtbij was en waarop hij iets moest inleveren wat hij nog volledig moest schrijven. Van het ene op het andere moment kon hij dan - haast briesend - verklaren: ‘En nu ga ik schrijven.’ Hij sloot zich dan op in zijn huisje aan de waterkant en werd vervolgens, meestal twee, soms drie dagen niet meer gesignaleerd.
Vanuit café De Bontekoe kon je door een zijraampje nèt in de werkkamer van Van der Heide kijken, alwaar hij koorts-achtig aan zijn nieuwste Bob Evers-boek werkte. Uren en uren achter elkaar zat hij dan achter zijn schrijfmachine; hij onderbrak dit proces slechts door een kort slaapje, om thee te zetten of om een pannetje soep te koken.
Dat was nu typisch Van der Heide: alles op het laatste moment; in dat stadium echter een ijzersterke zelfdiscipline tonend.
Dat dit op den duur niet goed kon blijven gaan, moge wel blijken uit het feit dat zijn uitgever hem op zeker moment naar Meppel haalde onder deze condities, dat hij weer terug mocht keren naar het Kaageiland als hij zijn achterstand had ingelopen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een woestijn raakt zoek

  • over Amerika filmt

  • over De erfenis van een zonderling

  • over De geheimzinnige schat

  • over Avonturen in de stille Zuidzee

  • over De jacht op het koperen kanon

  • over Drie jongens op een onbewoond eiland

  • over Een overval in de lucht

  • over Sensatie op een Engelse vrachtboot

  • over De strijd om het goudschip

  • over Drie jongens als circusdetective

  • over Drie jongens en een caravan

  • over Een dollarjacht in een D-trein

  • over Een speurtocht door Noord-Afrika

  • over Een motorboot voor een drijvend flesje

  • over Kabaal om een varkensleren koffer

  • over Een klopjacht op een kapitein

  • over Een raderboot als zilvervloot

  • over Nummer negen seint New York

  • over Tumult in een toeristenhotel

  • over Een meesterstunt in Mexico

  • over Trammelant op Trinidad

  • over Vreemd krakeel in Californië

  • over Lotgevallen rond een locomotief

  • over Pyjama-rel in Panama

  • over Vreemd gespuis in een warenhuis

  • over Wilde sport om een nummerbord

  • over Een vliegtuigsmokkel met verrassingen

  • over Hoog spel in Hong Kong

  • over Kunstgrepen met kunstschatten

  • over Stampij om een schuiftrompet

  • over Ali Roos als Arie Baba

  • over Bombarie om een bunker

  • over Arie Roos wordt geheim agent

  • over Heibel in Honoloeloe

  • over Cnall-effecten op Casablanca

  • over Bob Evers belegert fort B

  • over Arie Roos als ruilmatroos

  • over Een zeegevecht met watervrees

  • over Kloppartijen in een koelhuis


auteurs

  • over Willem W. Waterman


plaatsen

  • over Kaag