Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verschijnsel Bob Evers (1993)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

100 artikelen/jeugdliteratuur


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verschijnsel Bob Evers

(1993)–John Beringen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

II.6 Met Bob Evers naar de 21ste eeuw

Zoals we reeds in hoofdstuk I.1 hebben vastgesteld bestaan de Bob Evers-boeken nu ruim veertig jaar. Betrekken we het feuilleton uit het blad Jeugd erbij, dan kunnen we stellen dat de verhaalfiguur Bob Evers bijna vijftig jaar actueel is; iedere schrijver en uitgever zal alleen maar verheugd kunnen zijn over een dergelijke ontwikkeling. Wellicht ten overvloede merk ik op dat de serie op dit moment dus bezig is de derde generatie lezers veel plezier te verschaffen. En met deze wetenschap dient zich een ‘probleem’ aan (ik zet het bewust tussen aanhalingstekens), dat vrijwel iedere huidige lezer - met name de autoliefhebber - zal signaleren.

Om een en ander duidelijk te maken, heb ik de te behandelen materie in een zestal stukjes tekst verdeeld, die achtereenvolgens de volgende titels hebben:

 

1.Probleemformulering
2.Oorzaak van het ontstane probleem
3.Mogelijke alternatieven
4.Haken en ogen van de alternatieven
5.De huidige aanpak
6.Evaluatie

 

1. Probleemformulering

Ieder die de serie in twee stukken verdeelt, te weten deel 1 t/m deel 33 en deel 34 t/m 36, zal bemerken dat de jongens in het eerste stuk rondrijden in auto's die duidelijk thuishoren in de jaren '50: Packard, Studebaker, Nash... enz.

In het tweede stuk blijkt dat het wagenpark een sprong van zo'n tien tot twintig jaar gemaakt heeft. Aan het begin van deel 34 rijdt Jan rond in een Pontiac Firebird (voor het eerst geproduceerd in 1967). In deel 36 bewegen de jongens zich voort in

[pagina 110]
[p. 110]

een Volvo 343 (geïntroduceerd in 1977).

Probleem derhalve: Het wagenpark verraadt dat de serie enige tientallen jaren beslaat, waar dan weer tegenover staat dat, zoals eerder gezegd, de jongens zelf nauwelijks ouder worden.

 

2. Oorzaak van het ontstane probleem

Aan de oorzaak zijn drie punten te onderscheiden.

 

a)Het belangrijkste element is natuurlijk dat Willy van der Heide geen moment vermoedde dat de serie na veertig jaar nog steeds ‘springlevend’ zou zijn. (Van der Heide merkt hier zelf iets over op in I.2: ‘Maar tot mijn stomme verbazing...’)
b)Verder kon hij nooit van tevoren weten welke automerken er in de toekomst zouden verdwijnen. Het moet echter tot zijn eer gezegd worden, dat hij zich er terdege bewust van moet zijn geweest dat specifieke modellen op een gegeven moment zouden verouderen. Dit maken we op als we constateren dat hij zich altijd zoveel mogelijk bediende van ‘tijdloze aanduidingen’ (terwijl hij zich er - zie wederom I.2 - juist op liet voorstaan dat hij altijd heel precies en feitelijk wilde zijn). Dus: zonder vermelding van type en jaartal. Om maar iets te noemen: een zwarte Nash, een rode Ford, een Buick van een jaar oud enz. Een enkele keer maakt hij een uitzondering, bijvoorbeeld door in de delen 20 en 21 te schrijven over een 1939 Lincoln Zephyr. Verklaring: Willy van der Heide heeft dit type auto zèlf gehad in het begin van de jaren '50.
c)De breuk tussen Willy van der Heide en zijn uitgever in 1968/1969 heeft het verschijnen van nieuwe Bob Eversboeken vele jaren gestagneerd. Zou die breuk niet hebben plaatsgehad, en de serie zou nu bijvoorbeeld uit 48 delen hebben bestaan, dan waren er uiteraard ook hedendaagse auto's te bespeuren, met dien verstande dat het wagenpark dan niet abrupt 20 jaar voorwaarts was gesprongen, maar geleidelijk aan was ‘meegegroeid’.
[pagina 111]
[p. 111]

3. Mogelijke alternatieven

Velen zullen, na bestudering van bovengenoemd probleem, van mening zijn dat het in feite allemaal niet zo moeilijk is en argeloos verklaren dat er twee alternatieven bestaan, te weten:

 

a)Men zou het wagenpark dusdanig moeten aanpassen, dat de lezer uitsluitend verouderde autotypes aantreft in de serie. In dat geval speelt alles zich af in de jaren '50-'60.
b)Het wagenpark zou in zijn geheel gemoderniseerd moeten worden, zodat men alleen auto's tegenkomt die aantonen dat de serie zich in de jaren '80-'90 afspeelt. Dus automerken die reeds lang niet meer bestaan, moeten worden vervangen door merken die heden nog steeds in produktie zijn.

 

Een van deze twee alternatieven zou - volgens bovenstaande redenering althans - op het eerste gezicht een betere aanpak zijn dan de huidige. Dat beide mogelijkheden ieder (nog) een geheel nieuw soort van probleem meebrengt, is wellicht niet direct duidelijk.

 

4. Haken en ogen van deze alternatieven

Aan het begin van dit hoofdstuk merkte ik op dat inmiddels een derde generatie lezers de Bob Evers-serie heeft ontdekt. En juist hierdoor doet zich de moeilijkheid voor: men kan onmogelijk de serie dusdanig aanpassen, dat alle drie de generaties zich erin kunnen vinden. Het zijn voornamelijk de eerste en de derde generatie die centraal staan in de problematiek. Laten we deze daarom eerst onder de loupe nemen en vervolgens de consequenties van beide alternatieven bekijken.

De eerste generatie bestaat uit mensen die nu rond de vijftig jaar oud zijn. Zij hebben de serie een kleine veertig jaar geleden ontdekt. In die tijd waren auto's van merken als Nash, Studebaker en Packard nog volop te zien op het Nederlandse wegennet. Voor hen zijn dat dan ook heel gewone merken.

De derde generatie vormen alle kinderen vanaf 8 à 9 jaar oud, die nu de avonturen van Bob Evers beginnen te lezen. Zij zul-

[pagina 112]
[p. 112]

len aanvankelijk vreemd tegen voornoemde automerken aankijken; een echt probleem is dat echter nog niet, om de doodeenvoudige reden dat zij in staat zijn uit eerste hand te vernemen wat voor auto's dit nu precies waren. (Het zal pas nijpend beginnen te worden bij de vierde generatie lezers/lezertjes.) In de laatste delen van de serie komen ze auto's tegen die zij kunnen plaatsen. Men moet dan denken aan een conclusie als: ‘Een Volvo 343? o ja, dat is een auto zoals oom Piet heeft.’

Kiest men voor alternatief a, dan heeft dat tot gevolg dat de serie over enige tijd (lees: na een jaar of vijftien, twintig) volledig verouderd zal zijn; niet zozeer voor de oudere liefhebbers, als wel voor de beginnende lezertjes uit de vierde generatie.

Alternatief b zou de lezers uit de eerste generatie frustreren, wanneer zij dit consequent toegepast zagen in de boeken. Zij zouden met een gevoel van spijt constateren dat het wagenpark, dat zij dan voorgeschoteld krijgen, totaal afwijkt van datgene waarmee ze in hun kinderjaren kennis hebben gemaakt.

Het is nu eenmaal een gegeven dat een aanzienlijk gedeelte van deze mensen incidenteel een Bob Evers-boek ter hand neemt; vele malen betreft het een recente uitgave.

 

5. De huidige aanpak

Het zal duidelijk zijn dat deze een soort van ‘middenweg’ vormt, die - wat de eerste 33 delen aangaat - de nostalgie van de eerste generatie lezers respecteert en - wat de laatste vijf delen betreft - een ‘up to date’-beeld geeft ten opzichte van de derde (en moderner georiënteerde) generatie. De tegenstander zal het als een zwak punt in de serie ervaren; de voorstander ziet het echter door de vingers.

 

6. Evaluatie

De vraag of een moderniseringsproces geen afbreuk doet aan een niet meer in leven zijnde schrijver, zullen we over het algemeen als een dogmatische moeten bestempelen. In dit geval is er echter een belangrijk gegeven, dat tot gevolg heeft dat we de vraag zonder morele bezwaren met ‘nee’ kunnen beant-

[pagina 113]
[p. 113]

woorden. Willy van der Heide heeft namelijk zélf al aangegeven dat de Bob Evers-serie moest meegroeien met de voortschrijdende tijd. Bepaalde zaken die een indicatie gaven over de tijd waarin een en ander zich afspeelde, besloot hij reeds lang geleden aan te passen. Dit constateren we als we de gebonden boeken vergelijken met de pockets.

Een aantal van de vele voorbeelden hiervan:

 

Deel 2 van de pocketserie, blz. 43.

Het gaat om de kip die plotseling opduikt op het onbewoonde eiland. Jan Prins suggereert dat ze alle drie aan hallucinaties lijden. Arie reageert hierop door het volgende op te merken: ‘Dadelijk zien we nog een 1964 Volkswagen over het strand rijden óók.’

In de gebonden versie van Drie jongens op een onbewoond eiland (deel 5) praat Arie niet over een 1964 Volkswagen, maar over een 1950 Ford.

 

Deel 11 van de pocketserie, blz. 44.

Hier lezen we over het radio-bericht, waarin melding wordt gemaakt van de gestolen Buick van Bob, Jan en Arie. Letterlijk staat er het volgende: ‘Gestolen een model 1965 Buick acht-cilinder.’

In de eerste druk (gebonden boek) is de melding anders: ‘Gestolen een model 1952 Buick acht-cilinder.’

 

Betrekken we in onze overwegingen voorts het feit dat na de eeuwwisseling de eerste generatie lezers ingekrompen zal zijn en de vierde zich begint aan te melden, dan komen we tot de conclusie dat alternatief b op de lange duur aanzienlijk terrein zal winnen. Hetgeen inhoudt dat de Bob Evers-serie er in die tijd vatbaar voor zal zijn. Nu is het nog te vroeg.

 

Ik moet er overigens wel op wijzen dat men op een gegeven moment niet meer verder zal kunnen met moderniseren, omdat er dan inhoudelijk te veel zou veranderen aan de verhalen. In 1992 zijn bijvoorbeeld alle grenzen in de E.E.G. verdwenen.

[pagina 114]
[p. 114]

Perikelen met douanebeambten en formaliteiten komen regelmatig voor in de serie. Dat wil zeggen dat de belevenissen in de huidige 36 delen nooit verder vooruitgeschoven kunnen worden dan 1991.

Verderop in de serie zullen de drie jongens deze ontwikkeling dus daadwerkelijk gaan meemaken. Ik voorzie hierdoor overigens wel nieuwe, uiterst humoristische taferelen.

Om dit beter toe te lichten verwijs ik naar een uitspraak, gebezigd door Bob in deel 29 op bladzijde 135. Hij bevindt zich dan samen met Parsons in een van de stalen pijpen op de Duitse vrachtwagen. In het gesprek, dat hij met Parsons heeft, zegt hij woordelijk: ‘Tja, dat heb je met die grenzen in dit stomme Europa.’

Ik zie het al helemaal voor me als Bob, Jan en Arie het historische gebeuren bespreken dat er een Europa zonder grenzen ontstaat. Aan de hand daarvan ben ik zo vrij geweest om een geheel door mijzelf bedacht stukje als voorbeeld van de mogelijke nieuwe lijn te produceren (in de hoop dat ik mijzelf hiermee geen proces op de hals haal wegens het schenden van het copyright).

‘Geen enorme wachttijden meer,’ droomde Arie.
‘Geen invoerrechten meer,’ verzuchtte Jan.
Het enige commentaar dat Bob had, bestond uit een proestend geluid. Het was duidelijk te zien dat hij moeite had om niet in schaterlachen uit te barsten.
Arie, die net zijn mond ver geopend had, om een fikse hap uit zijn broodje kaas te nemen, sloot deze weer en keek hem niet-begrijpend aan.
Jan trok vragend een wenkbrauw op.
‘Wat is daar zo grappig aan?’ vroeg hij ten slotte. ‘Vind jij dat soms niet praktisch?’
Bob gooide zijn hoofd achterover en begon te lachen dat de ruit ervan trilde in haar sponning. Aan de overkant van de straat liep een man met zijn hond te wandelen; ze bleven allebei staan en keken verbaasd naar de cafetaria.
‘Natuurlijk wel,’ loeide Bob, ‘iedere Amerikaan vindt dat al
[pagina 115]
[p. 115]
vele tientallen jaren reuze-praktisch. Jullie Europeanen kunnen nu wel opscheppen over hoe modern jullie zijn omdat jullie eindelijk besloten hebben de grenzen weg te halen rondom al die kleine landjes die niet veel groter zijn dan een achtertuin bij ons thuis, maar in feite lopen jullie een eeuwigheid achter.’
Er viel een stilte.
Arie nam een hap van zijn broodje en keek kauwend naar een grote Droste-poster aan de muur.
Jan begon met een ietwat verdwaasde uitdrukking in zijn ogen zijn vingernagels te bestuderen.

Nu rest slechts de vraag of de Bob Evers-serie in de volgende eeuw nog steeds populair zal zijn. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wèl; we zullen dit echter pas honderd procent zeker weten over een kleine zeven jaar. De activiteiten van Peter de Zwaan zullen dit zeer zeker ten gunste beïnvloeden; maar dit laatste komt aan de orde in het volgende hoofdstuk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een woestijn raakt zoek

  • over Amerika filmt

  • over De erfenis van een zonderling

  • over De geheimzinnige schat

  • over Avonturen in de stille Zuidzee

  • over De jacht op het koperen kanon

  • over Drie jongens op een onbewoond eiland

  • over Een overval in de lucht

  • over Sensatie op een Engelse vrachtboot

  • over De strijd om het goudschip

  • over Drie jongens als circusdetective

  • over Drie jongens en een caravan

  • over Een dollarjacht in een D-trein

  • over Een speurtocht door Noord-Afrika

  • over Een motorboot voor een drijvend flesje

  • over Kabaal om een varkensleren koffer

  • over Een klopjacht op een kapitein

  • over Een raderboot als zilvervloot

  • over Nummer negen seint New York

  • over Tumult in een toeristenhotel

  • over Een meesterstunt in Mexico

  • over Trammelant op Trinidad

  • over Vreemd krakeel in Californië

  • over Lotgevallen rond een locomotief

  • over Pyjama-rel in Panama

  • over Vreemd gespuis in een warenhuis

  • over Wilde sport om een nummerbord

  • over Een vliegtuigsmokkel met verrassingen

  • over Hoog spel in Hong Kong

  • over Kunstgrepen met kunstschatten

  • over Stampij om een schuiftrompet

  • over Ali Roos als Arie Baba

  • over Bombarie om een bunker

  • over Arie Roos wordt geheim agent

  • over Heibel in Honoloeloe

  • over Cnall-effecten op Casablanca

  • over Bob Evers belegert fort B

  • over Arie Roos als ruilmatroos

  • over Een zeegevecht met watervrees

  • over Kloppartijen in een koelhuis


auteurs

  • over Willem W. Waterman


plaatsen

  • over Kaag