Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos (ca. 1930-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos
Afbeelding van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doosToon afbeelding van titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.61 MB)

Scans (5.60 MB)

ebook (5.47 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan van Naarden



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

(ca. 1930-1940)–Julius Berstl–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

Hoofdstuk XIV.
Prinses Citronella geeft Flip-Flap-Floep raadsels op.

Toen den volgenden dag koning Poehaha aan zijn dochter, prinses Citronella, vroeg of zij eindelijk besloten had en of zij de vrouw wilde worden van den prins, die om haar hand gedongen had, knikte zij slechts en zei bescheiden:

‘Ja. Doch onder voorwaarde dat hij drie vragen die ik hem stel, goed beantwoordt!’

‘Dat is een kleinigheid,’ riep Flip-Flap-Floep, toen hem het besluit der prinses ter kennis werd gebracht. ‘Breng mij dadelijk bij haar, opdat zij ziet dat mijn verstand in alle opzichten evenredig is met de vlugheid mijner beenen!’

Nu brachten ze Flip-Flap-Floep in de groote troonzaal. En de ministers met hun raad stelden zich op in een kring, de lakeien en hofdames groepeerden zich rondom.

Toen kwam koning Poehaha met kroon en scepter en naast hem prinses Citronella. Zij namen plaats op den troon en alle aanwezigen bogen diep.

De prinses zag er bleek uit, want zij had den geheelen nacht niet geslapen. Toen echter haar blik op den jongeling Wendelin viel die bescheiden achter zijn heer en meester, den begeerigen Flip-Flap-Floep stond, sloop een lichte blos over haar gelaat en bedekte het met een zacht rose gloed.

De opperste hofmaarschalk trad in het midden van de zaal, stootte met zijn ivoren staf op den marmeren grond en zeide:

‘De prinses wil spreken!’

Daar stond prinses Citronella op, noodde Flip-Flap-Floep

[pagina 80]
[p. 80]

naar de treden van den troon en sprak: ‘Drie vragen zal ik u stellen. Beantwoordt u ze naar mijn wensch dan ben ik overwonnen en wil ik uw vrouw worden.’

Flip-Flap-Floep sidderde van opwinding op zijn spiraalveeren beenen. ‘Laat hooren!’ riep hij en daarbij traden hem de oogen, als waren 't stuiters, bijna uit de kassen.

‘Wat verft zich niet? Wat versiert zich niet? Wat kleedt zich niet in kleurige gewaden? Wat gaat rechtuit door de wereld?’

‘Aha!’ riep Flip-Flap-Floep. ‘U wilt mij op het gladde ijs voeren. Maar mijn hoofd doet niet onder voor mijn beenen. Hoort mijn antwoord: De koster verft zich niet. De koster versiert zich niet. Zijn gewaad is een zwarte overjas. Zijn weg gaat rechtuit door de wereld, want hij drinkt niet.’

‘Mis geraden!’ zeide prinses Citronella, en in haar oogen lichtte het dankbaar. ‘De waarheid verft zich niet. Haar gewaad is zonder pronk. Rechtuit gaat zij door de wereld.’

Toen keek Flip-Flap-Floep geweldig boos, wilde echter zijn nederlaag niet laten merken, maar riep: ‘De tweede vraag!’

‘Wat blaast zich op? Wat draagt een roode kam? Wat kraait overdag valsch en zelfbewust?’

‘Deze vraag is dood-gemakkelijk,’ dacht Flip-Flap-Floep, floepte strijdlustig in de hoogte en riep: ‘Wie anders dan de haan blaast zich op, draagt een rooden kam, kraait overdag valsch en zelfbewust.’

‘Mis geraden!’ zeide prinses Citronella en in haar oogen lichtte het hoopvol. ‘De hoogmoed blaast zich op in ijdelheid. De hoogmoed draagt den rooden kam van de hoovaardij. De hoogmoed kraait in zelfbedrog en leugen.’

[pagina 81]
[p. 81]

Nu werd Flip-Flap-Floep groen van toorn en misnoegdheid. Hij hoorde het boosaardig gefluister van de ministers en hovelingen in den kring. Hij zag het bittere leedvermaak van de lakeien en hofdames op wel honderd gezichten. Daar stak hij de tanden vooruit als ware hij een menscheneter en schreeuwde in volslagen vertwijfeling: ‘De derde vraag!’

‘Het gaat zonder ophef door de wereld. Deelt met een ieder zijn dagelijksch brood. Het wacht niet op dank. Is gelukkig over het geluk van anderen. Wat is dat?’

Nu haalde Flip-Flap-Floep diep adem en kneep de oogen tezamen. Was er wel zooiets in de wereld? Waar had men het ooit gezien. Of... was... het hem soms van hooren zeggen bekend...? Juist!!! Dat bedoelde de prinses! Niets anders kon de prinses meenen! En hij riep met overslaande stem: ‘Het kaboutermannetje!’

‘Mis geraden,’ zeide prinses Citronella en haar oogen glansden vrij en blij. ‘De naastenliefde gaat zonder ophef door de wereld. Deelt haar dagelijksch brood met iedereen. Wacht niet op dank. Is gelukkig over het geluk van anderen. Maar ik wist wel dat jij, duivel en zelfzuchtig mensch, niets van goedheid en naastenliefde vermoedt.’

Toen klopte de opperste hofmaarschalk voor de tweede maal met den ivoren staf op den marmeren bodem en riep:

‘De aanbidder heeft de vragen verkeerd beantwoord. De aanbidder is afgewezen.’

Een gefluister liep door de zaal, een gegichel en onderdrukt lachen. De ministers en kamerleden staken de halzen vooruit en keken verachtelijk neer op Flip-Flap-Floep, die bij de mislukking nu ook nog den spot oogstte.

[pagina 82]
[p. 82]


illustratie
Hij hoorde het boosaardige gefluister van de ministers en hovelingen.
Bladz. 81.


[pagina 83]
[p. 83]

De lakeien en hofdames echter staken de hoofden bij mekaar en men kon duidelijk hooren hoe ze elkaar toefluisterden: ‘Als deze afschuwelijke aanbidder de gemaal van prinses Citronella en koning was geworden, zou ik liever van ambt en waardigheid afstand hebben gedaan dan nog een dag langer aan het hof te blijven.’

Toen schrokken zij echter dat zij het gewaagd hadden in tegenwoordigheid van den koning en Hare Koninklijke Hoogheid de prinses, hun hart lucht te geven.

Zij wilden zich reeds met buiging en knieval verwijderen, toen prinses Citronella de hand ophief en met haar weeke stem zeide: ‘Ik wil mijn vader den koning niet langer bedroeven en zijn wensch, mij gehuwd te zien, niet meer weerstreven. Daar er echter geen enkele vorstenzoon is, dien ik vertrouwensvol de hand tot het huwelijk wil reiken, moet ik er toe overgaan in den kring van ridders en rechtschapen volk naar een man uit te zien. Ik kies tot mijn gemaal...’ Nu luisterde een ieder verwonderd toe, in de hoop dat de oogen van de prinses op hem mochten vallen, de koning vergat van spanning zijn tranen en Flip-Flap-Floep's blikken flitsten venijnig door de zaal, bereid den gelukkigen medeminnaar in de lucht te blazen,... ‘kies tot mijn echtgenoot... den begeleider van den vreemden prins - den edelen jongeling die zich al te bescheiden in de schaduw van zijn heer verbergt.’

En daarbij trad prinses Citronella naast Wendelin, greep zijn hand en voerde den verbaasden gelukkigen man naar de treden van den troon... naar haar vader den koning.

Maar in haar liefde en gelukzaligheid had zij de wraakzucht van den vreemden duivel met zijn groenen en rooden baard vergeten.

[pagina 84]
[p. 84]

Want nauwelijks had zij haar besluit medegedeeld of Flip-Flap-Floep trok den jongeling naar zich toe, schreeuwde met van woede vertrokken gezicht: ‘De knaap behoort mij!’ knikte door in de knie, floepte gezwind met de spiraalveeren beenen in de hoogte en was met drie, vier reuzenschreden de zaal uit, het slot uit, het land uit, den jongeling Wendelin onder den arm geklemd zoodat deze, of hij wilde of niet, de reis mee moest maken.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken