Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos (ca. 1930-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos
Afbeelding van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doosToon afbeelding van titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.61 MB)

Scans (5.60 MB)

ebook (5.47 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan van Naarden



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

(ca. 1930-1940)–Julius Berstl–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 75]
[p. 75]

Hoofdstuk XIII.
Wat prinses Citronella en Wendelin in den maneschijn beleven.

Minder vrij van gemoed dan de begeerige veroveraar Flip-Flap-Floep, begaf prinses Citronella zich ter ruste.

De maan scheen onrustig over haar legerstede en verjoeg den slaap die haar nu en dan wilde overmeesteren. Toen stond zij op, hulde zich in haar sluier en vluchtte naar buiten in het slotpark, dat daar verlaten lag met de sluimerende boomen en droomende bloemen.

Aan de fontein bleef zij staan en schroomvallig vroeg ze: ‘Waak je, fontein?’

De fontein kabbelde in eentonige melodie: ‘Ik waak.’

Toen zette prinses Citronella zich op den rand van het marmeren bekken, liet het glinsterende schuim over haar vingers spoelen en zeide: ‘Ik kan niet slapen. Ik ben zoo treurig en zou zoo graag vroolijk zijn. Maar mijn vader, de koning, heeft het lachen verboden en ik als zijn dochter, wil hem door ongehoorzaamheid niet vertoornen.’

De fontein kabbelde in dezelfde eentonige melodie voort.

Maar hoezeer de prinses zich ook inspande, zij kon geen raad uit zijn woorden opmaken, ze hoorde nog maar steeds het eentonige: ‘Ik waak’. - Toen verhief de prinses zich weer en ging verder het donkere park in.

‘Aan wien kan ik mijn leed uitstorten?’ fluisterde zij treurig. ‘Aan de maan... de sterren...? - Och, ze zijn zoo ver en hun oor verstaat mijn woorden niet.’

[pagina 76]
[p. 76]

Toen zij zoo voortging en alsmaar peinsde op welke manier zij de hand van den begeerigen Flip-Flap-Floep kon afwijzen, hoorde zij zachte stappen op het kiezel.

En toen zij de oogen opsloeg en angstig om zich keek, bemerkte zij voor zich in den lichten maneschijn den jongeling

illustratie

Wendelin, den schoonen begeleider van den afschuwelijken prins, die eveneens, dank zij een onrustig hart, den slaap niet had kunnen vatten.

Ook hij schrok, toen hij in den stillen nacht plots een mensch tegenover zich zag. Maar toen hij in de persoon die, evenals hij eenzaam wandelde, prinses Citronella herkende, wier zachte blik en roerende weemoed hem reeds bij hun eerste ontmoeting diep bewogen hadden, boog hij eerbiedig en wilde zonder een woord te spreken haar voorbijgaan.

Prinses Citronella echter bleef staan en zedig de oogen neerslaand, fluisterde zij: ‘U bent de begeleider van den vreemden prins. Ik dank het toeval dat mij u in dezen nacht liet ontmoeten. Zoodra de dageraad aanbreekt, zal ik uw prins zeggen of ik hem tot gemaal wil hebben... Maar mijn hart klopt onrustig. Ik ben bang. Raadt u mij, u die hem beter dan eenig ander kent. Is de prins een goed mensch?’

[pagina 77]
[p. 77]

Doch toen sloeg ook Wendelin de oogen neder. Zou hij Flip-Flap-Floep in den steek laten? Had hij wel het recht een oordeel over een ander mensch te vellen? Hij zweeg. Terwijl hij echter zoo peinsde, gleed zijn hand nadenkend over den wonderbril dien hij nog altijd bij zich droeg. Toen ontspanden zich zijn trekken en hij antwoordde: ‘U moet uzelf overtuigen, prinses.’

Daarop leidde hij haar naar het venster waarachter Flip-Flap-Floep sliep, haalde den paars glanzenden bril te voorschijn en gaf hem Citronella in de hand.

‘Kijk door de glazen,’ sprak hij haar toe, ‘en u zult weten wat voor soort van mensch de prins uw aanbidder is.’

De prinses greep aarzelend den bril en hield hem voor haar oogen. Hoe groot was echter haar verbazing en schrik toen zij den slapenden Flip-Flap-Floep tot midden in het hart keek en tot de ontdekking kwam dat hij, die om haar hand dong, een duivel was, een slecht mensch zonder goedheid of naastenliefde.

Toen brak zij in bittere tranen uit en snikte: ‘O, ik ongelukkige... ik ongelukkige...! Waaraan heb ik het verdiend dat ik de vrouw van zulk een harteloos iemand moet worden?’

Wendelin bracht de weenende zacht en behoedzaam naar een marmeren bank die helder afstak in het maanlicht. ‘U behoeft den moed niet op te geven!’ zei hij goedig. ‘En wanneer ik u van dienst kan zijn...’

Zij schudde weenend haar hoofd. ‘Hoe wilt u mij helpen,’ snikte zij. ‘Ik heb tot nu toe iederen aanbidder die kwam afgewezen. En ik weet dan mijn vader, de koning, ontroostbaar zal zijn wanneer ik dezen ook weer mededeel dat hij kan gaan. Als zijn gehoorzame dochter moet ik eindelijk zijn hartewensch vervullen.’

[pagina 78]
[p. 78]

Wendelin peinsde en sprak toen: ‘Geef hem dan drie raadsels op! Kan hij ze oplossen dan zal hij de uwe worden en koning van dit land. Slaagt hij hier echter niet in, dan bent u vrij en de prins moet, schade en schande ten spijt, vertrekken.’

De prinses sloeg de oogen op en een dankbare glimlach speelde om haar mondje. Wendelin dreigde echter schalks met zijn vinger. ‘U weet toch wel dat het hier zelfs verboden is te glimlachen.’

Toen schrok de prinses en ze glimlachte nog met weemoedig glanzende oogen. Maar ze bood toch Wendelin haar hand aan om die te kussen.

Hij boog zich en was gelukkig met de gunst die hem bewezen werd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken