Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eefje wint een weddenschap (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eefje wint een weddenschap
Afbeelding van Eefje wint een weddenschapToon afbeelding van titelpagina van Eefje wint een weddenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (17.40 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Illustrator

Herry Behrens



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eefje wint een weddenschap

(1969)–Frederik August Betlem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

Hoofdstuk 2
...waarin alles draait om de hoofdpersoon, die desondanks nog niet ten tonele verschijnt.

Stan kijkt op haar armbandhorloge: kwart over negen. Dan gaan haar ogen in de richting vanwaar Eefje moet komen. Ze is laat vanochtend. En dat, terwijl ze nog wel het eerste uur vrij hebben. Hàdden, liever gezegd, want het uur is bijna om. Om haar heen staan een paar andere meisjes: Greetje Boersma, Mieke Vermeer, Adri Velthuysen ... De stemming is nogal luidruchtig, geen wonder wanneer je rekent dat morgen de vakantie begint. Natuurlijk gaat ze over, zij zowel als Eefje en Alexander, en dan...

Ze kijkt naar de blauwe lucht, die boven hen koepelt, en naar de brede bundels gouden zonlicht, die neervallen op het plein en fonkelend weerkaatsen in de rijwielen in het fietsenhok. Een week lang nu al is het weer standvastig, onwrikbaar staat de barometer op droog. Dat belooft wat. Vandaag hier, morgen daar ... fantastisch! Het enige nadeel van de tocht, vindt Stan, is, dat de jongens meegaan, maar anders hadden ze helemaal niet gemogen; nu waren er al ettelijke bedenkingen, vooral van moeders kant. ‘Ik moet toch weten waar jullie uithangen?’ had ze geopperd. ‘Maak dan een route op van te voren...’ Ach nee, geen route. Begreep moeder dan niet dat dàt juist de attractie was, het avontuurlijke, niet te weten wáár je de volgende dag zou belanden? En hoe? wandelend, met de trein of achterop een auto misschien - die je meenam, in een paar uur tijds, kilometers ver.

Ze was gezwicht voor paps' nadrukkelijk betoog, dat de meisjes

[pagina 12]
[p. 12]

wel een extraatje hadden verdiend en dan was de post er ook nog en de telefoon.

‘Als je daarvan dan maar een rijkelijk gebruik maakt’, had ze bedongen. ‘Liefst vanuit iedere plaats die je aandoet. Zul je d'r aan denken, Stan? Je weet... Eefje, met haar vreemde aanleg en haar zucht naar sensatie?’

Ze heeft het beloofd, omdat ze zich toch ook verplaatsen kan in mams toestand, en ... moeders zijn nu eenmaal zo. Die van Eefje is geen haar beter.

Verdraaid, als Eefje nu maar 'es kwam, er is nog zo'n macht te bepraten. Meteen rinkelt lawaaiig de bel. Achter elkaar drommen de jongens en meisjes naar binnen. Zij als laatste, met een nerveuze klop van haar hart. Dat ontbreekt er nog net aan, de laatste dag voor de vakantie. Was ze nu toch maar even langsgegaan, dan had ze geweten wat er aan de hand is. Want dat Eefje ziek moet zijn, uitgesproken ziek zijn, als ze overmorgen op stap gaan, nee, dat wil er bij haar niet in, ze kan het tenminste moeilijk geloven.

Ze moet het wel geloven, wanneer haar plaats onbezet blijft en de leraar de absenten heeft opgenomen.

‘Eefje Wenkebach,’ zegt hij, en zijn blik zoekt Stan. ‘Weet jij waar die uithangt?’

Stan schudt haar hoofd. ‘Nee, meneer. Maar ik loop er vanmiddag wel even aan. Of anders vraag ik het straks wel aan haar broer.’

Het is meer tot eigen geruststelling dan tot die van de leraar, dat ze dit zegt. De laatste heeft er dan ook een afwezig knikje voor over, niet meer.

‘Dat is goed, ja. Jongelui, we gaan beginnen!’

Stans gedachten zijn er vanochtend niet bij: ze denkt aan Eefje. Zou ze werkelijk ziek zijn? Net iets voor haar, van die kun je alles verwachten; ze is bij heel haar avontuurlijke aard een pechvogel eersteklas. Eefje kan drie repetities tegelijk leren, die er zó inzitten, waarbij ze zich op alle vragen heeft gepreparerd ... behalve op die ene, die haar juist wordt gesteld.

‘Daar heb je Eef weer’, monkelt de klas dan. Daarom, het is

[pagina 13]
[p. 13]

bepaald niet onmogelijk dat ze kans ziet, zich nog vlug even een ziekte op de hals te halen, die alle heerlijkheden en plannen in de war stuurt, maar daarover zal Stan haar dan toch behoorlijk onderhanden nemen. Er zijn grenzen, aan alles! Als om twaalf uur de bel gaat, is ze het eerste buiten. Ze vergeet helemaal Alexander en holt naar Eefjes huis.

Als ze op de stoep staat, roffelt haar hart om wat ze vreest te zullen horen: één week, twee weken bed houden - een voorzichtige dokter houdt geen rekening met vakantie. Maar ze krijgt de schrik van haar leven wanneer Floortje, het dagmeisje, haar vertelt dat Eefje vanmorgen gewoon naar school is gegaan, niks bijzonders, en dat ze temet wel zal thuiskomen. 't Is nog vroeg.

Gespijbeld, is het eerste dat door Stans hoofd gaat, maar ze verwerpt het direct. Niet dat Eef daar te goed voor is, maar waarom in vredesnaam, waartoe? Spijbelen doe je misschien wanneer je iets heel fijns tegemoet gaat of iets akeligs. Iets fijns gaat ze tegemoet, maar - dat is juist het rare - die twee dagen had ze toch wel kunnen wachten? En niks voor Eefje om daarvan de consequenties niet te zien: straf, narigheid... ja, misschien wel een intrekken van de gegeven toestemming, nee dat risico zal ze niet lopen, voor geen goud.

Iets akeligs is er ook niet: de repetities zijn voorbij, de rapporten vermoedelijk al uitgeschreven en om niets hoeft Eefje zich benauwd te maken. Maar wat dàn?

Stan weet er niet meer uit te komen, en ten einde raad stamelt ze wat onsamenhangende woorden, als mevrouw in de gang verschijnt.

‘Wat is dat Floortje? O, dag Stan ... waar is Eefje?’

‘Stan,’ zegt Floortje voor haar, ‘vertelt net dat Eefje vanochtend niet op school is geweest. Hoe ken dat nou?’

‘Wàt zegt je?’ wendt mevrouw Wenkebach zich naar Stan, en haar gezicht staat verslagen. ‘Niet op school geweest? Maar...’

‘Ik dacht dat ze ziek was,’ zegt Stan. ‘Vandaar dat ik even langskwam. En...’

[pagina 14]
[p. 14]

‘Zie je wel?’ valt mevrouw uit. ‘Daar heb je 't al. Hoe willen jullie nu in vredesnaam ... overmorgen...? Daar kan toch niets goeds van komen? Je kent Eef toch! Waar kan zo'n kind nou zitten? Als haar maar niets is overkomen!’

De eerste angst van iedere moeder. Ja, ze lopen daar in zeven sloten tegelijk. Toch zit er iets raars in dit geval, ze weet het zelf niet...

‘Misschien,’ weifelt Stan, ‘misschien heeft Eefje het verkeerd begrepen en gedacht dat we de hele ochtend vrij hadden in plaats van alleen het eerste uur?’

Het klinkt weinig aannemelijk en mevrouw antwoordt snel: ‘Dan had ze toch thuis kunnen zijn, nu al wel. En zou ze dan jou niet hebben afgehaald, denk je?’

Ja, dat denkt Stan zeker, en ook hoe ze haar dan thuis wel zouden hebben verteld dat zij, Stan, wèl naar school was gegaan, en...

Ze zwijgt wijselijk.

Daar is ook Alex. ‘Hallo,’ zegt hij, ‘wat is 'r aan 't handje? Wat staan jullie daar beteuterd aan de deur? O, dag Stan!’ ‘Dág,’ zegt Stan.

En dan zegt mevrouw paniekerig: ‘Eefje is weg!’

Lex' ogen sperren zich open. ‘Hoe bedoelt u,’ vraagt hij, ‘wèg?’

‘Ze is vanmorgen niet op school geweest, vertelt Stan me. Ik begrijp er niets van, waar kan zo'n kind nu uithangen?’

Alexander grinnikt.

‘Gespijbeld natuurlijk,’ zegt hij. ‘Die heeft de vakantie al in haar bol. Stom, maar echt Eefje!’

‘Enfin,’ vindt mevrouw, ‘we zullen nog maar even afwachten, ze zal wel komen. Laten we 't hopen tenminste.’

In haar stem ligt ongerustheid.

‘Ik kom straks nog even langs,’ zegt Stan, ‘als het goed is?’

‘Natuurlijk kindlief, doe dat...’

Als meneer Wenkebach even later thuiskomt, is hij aanvankelijk maar licht verbaasd. Zijn gedachten zijn trouwens door andere dingen in beslaggenomen. Legras heeft hem vanochtend

[pagina 15]
[p. 15]

opgebeld, dat er bij Van Gelderen een partij conserven is ontvreemd - hij grinnikt even - en dat hij officieel de opdracht heeft ontvangen, die op te sporen.

‘Mooi zo’, heeft hij geantwoord, ‘geluk ermee. Ik heb m'n portie gehad, nu jij dus’.

Vandaar dat Eefjes ‘verdwijning’ hem niet zo direct uit z'n evenwicht brengt. En dan, wat drommel, hij is ook jong geweest, net zo goed. Niet dat je spijbelen mag goedpraten, natuurlijk zwaait er wat voor haar als ze thuiskomt, maar de omstandigheden in aanmerking genomen? Het schooljaar is op 'n haar na afgelopen en heeft ze zich niet knap door alle repetities heengewerkt? Goeie beurten, goeie cijfers ... haar rapport kan ze zonder angst of beven tegemoet zien, morgen. Nou dan! Te begrijpen dat je je die laatste dagen overbodig moet voelen op een harde schoolbank. Bovendien straalt de zon ... nee, goedpraten zal hij het niet, maar tòch?

Maar wanneer om halftwee Eefje nog niet is verschenen, begint zich ook op zijn gezicht ongerustheid af te tekenen, want waar - moet hij toegeven - voor de deksel, kan zo'n kind uithangen?

Hetzelfde vraagt Stan zich af als ze, helemaal in de put opeens, 's middags naar school terugkeert, na aan Eefjes huis te hebben gehoord dat deze nog steeds niet boven water is gekomen. En dat is vreemd genoeg.

Zelfs een beetje beangstigend, want natuurlijk heeft ze haar hoofd weer in het een of ander wespennest gestoken, dat staat voor haar vast. Maar in welk?

Ziedaar de vraag die haar bezighoudt voor de rest van de middag en die haar tot twee keer toe een beurt doet missen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken