Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eefje wint een weddenschap (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eefje wint een weddenschap
Afbeelding van Eefje wint een weddenschapToon afbeelding van titelpagina van Eefje wint een weddenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (17.40 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Illustrator

Herry Behrens



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eefje wint een weddenschap

(1969)–Frederik August Betlem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 143]
[p. 143]

Hoofdstuk 20
...dat nu toch het einde is van het verhaal, maar het begin van een tweede vakantie!

‘Ik heb een gevoel,’ zegt Stan, terwijl ze ruisend de wasbak vol water laat lopen, ‘of dit pas het begin van onze vakantie is. Het andere is net een droom.’

Eefje denkt aan vannacht.

‘Nou,’ zegt ze, ‘een droom? Dan toch een plezierige in ieder geval. Die ik gehad heb...? Maar dit is ook een begin, een nieuw, een tweede...’ Ze trekt de gordijnen open. Voluit schijnt de zon naar binnen en vult het kamertje met een gouden licht.

Ze krijgen er opeens haast van. Daar is Alexander ook, na een klopje op de deur. Kant en klaar al. ‘Kan ik binnenkomen? En Rein?’

En dan eten ze met z'n vieren op de rand van het bed de boterhammen, die juffrouw Legras de vorige avond voor hen heeft klaargemaakt. Er zijn er te veel, maar dat geeft niet, die gaan mee voor onderweg.

Zo... klaar! Netjes halen ze de bedden af, een erkentelijkheid voor de genoten gastvrijheid. Als ze de deur achter zich dichttrekken, heel, heel zachtjes, kraait in de verte een haan. Halfzeven is het, nog heerlijk vroeg.

Onwillekeurig rechten ze hun ruggen, hun longen zuigen ze vol met de pittige geur van de dennen. Zo gaan ze op stap. Eefjes rugzak puilt: juffrouw Legras heeft fantastisch voor hen gezorgd, aan fruit is er geen gebrek.

Als ze Nunspeet uit zijn, slaan ze een heidepad in, dat voert

[pagina 144]
[p. 144]

naar het oosten. Zo komen ze in Tongeren terecht, vandaar gaan ze door naar Epe.

Wat er verder op het programma staat? Ze weten het bij geen benadering te zeggen. Misschien trekken ze de Achterhoek in, misschien ook zoeken ze het in Overijsel, dat ook prachtig moet zijn.

Op het ogenblik is er alleen dit: de onafzienbare hei, waarboven het licht trilt. In dat licht dansen miljoenen insekten, het gonst ervan.

Onwillekeurig blijven ze staan. Ver achter hen is de toren van Nunspeet, om hen heen de stilte ... Mooi is dit, mooi is het land waar ze geboren zijn: Nederland.

Een witte wolk drijft statig voorbij.

Als ze verder gaan, horen ze zich luidkeels toegeroepen: ‘Ajó!’ Een groepje fietsers in de verte. Ze steken hun arm op.

‘Môge,’ groet een boer met een kruiwagen.

‘Goeiemorgen!’

En dan wandelen ze, uren, uren ver. Als ze praten is het over dit of over de toekomst die hun wacht. Over gisteren wordt niet meer gesproken, daarvoor is alles te fijn.

Wanneer ze op de grote weg zijn aangekomen, haalt een auto hen in. Een vrachtauto is het; achterop rinkelen, blinkend in het zonlicht, ontelbare conservenblikken. Ze kijken elkaar aan. ‘Nee,’ zegt Eefje dan, ‘die niet.’ En Reinier knikt begrijpend. Ze kunnen geen groenteblikken meer zien.

De volgende is een wagen met meel. Hij stopt verderop. Even overleggen met de chauffeur... een sprongetje en ze zitten. Dan vlijen ze zich languit, ieder tegen een baal.

Waimeer ze uitstappen, zijn ze als molenaars zo wit. Lachend kloppen ze elkaar af.

En dan gaan ze weer verder, Eefje, Stan, Alexander en Reinier, terwijl ze luidkeels een vierstemmig lied inzetten, dat schalt over de korenvelden.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken