Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schat der gesontheyt (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schat der gesontheyt
Afbeelding van Schat der gesontheytToon afbeelding van titelpagina van Schat der gesontheyt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.17 MB)

Scans (42.51 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schat der gesontheyt

(1660)–Johan van Beverwijck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van de Aert-vruchten.
Het V. Capittel.

 
WY komen tot een vrucht gewoon om laeg te wassen,
 
Daer voor een yeder mensch is noodig op te passen:
 
Men sietet in 't gemeen, het is een selsaem kruyt
 
Wat langs der aerden groeyt, en noyt om hoog en spruyt.
 
Pompoenen die by kans aen niemant oyt en smaken,
 
Zijn echter gantsch bequaem om letters op te maken,
 
Ontrent haer groene jeugt; want als de schorse wast,
 
So groeyt met een het schrift, en staet ten lesten vast;
 
Maer wilder eenig mensch haer lassen aert verschoonen,
 
Soo moet de keucken-meyt al vry haer kunsten toonen:
 
Hier dient een goede saus van peper by te zijn,
 
Of anders laet de kost tot voedsel van het swijn.
 
Hem die Meloenen pluckt is nut te sijn geweten
 
Dat naeu van duysent een is nut te sijn gegeten.
 
Comcommers (seyt de kunst) is van der maegden aert,
 
Sy dienen haest gepluckt, en niet te lang bewaert.
 
Een tragen Hovenier die kan het hier verkerven,
 
Want heyt by wat te lang de vrucht die sal bederven;
 
Sy dient als van de steel te worden afgeruckt,
 
Sy dient en jonck, en groenen verschte zijn gepluckt,
 
En versch te sijn gebruyckt. Denckt hier op goede luyden,
 
Die lust en smake soeckt ontrent de groene kruyden:
 
Maer druckt het boven al wel diep in u gemoet,
 
Indien gy dochters hebt, of jonge maegden voet.

DE Comcommeren sijn kout en vocht van aert, en soo is het voetsel, datse voort-brengen, en veel gegeten maken quade vochtigheden in de aderen, waer door stoffe van verscheyde Koortsen vergadert werdt. Sy sijn best om te eeten, terwijlen dat sy noch jonck, versch, groen, ende onrijp sijn (want als sy rijp ende geel worden, dan sijnse onbequaem om te eten) met asijn, olye, zout en peper. Heel kleyn sijnde, werden sy veel in asijn met wat fenckel ingeleyd, ende om appetijt te maken voor ofte tusschen ander spijse gegeten. Sy doen de minste schade aen de gene, die werm van complexie sijn, ende een heete maegh hebben: maer de gene, die de Maegh slap is moeten haer heel van Comcommeren wachten. Ia, volghens het oordeel van Galenus, is beter voor een yegelijck, dat hy de Comcommeren, ghelijck alle kost van quade gijl, laet varen: ofte altijdt weynigh, ende selden besight. De Griecken hebben een spreeck-woordt, datmen de Comcommeren voor de Spinsters moet laten, om dat de Spinsters meestendeel, soomen Aristoteles ghelooven mach, geyligh en onkuys sijn. Nu de Comcommeren hebben kracht om dien brant te verkoelen, gelijck Diphylus, een oudt Griecx Medicijn by, Athenaeus, getuygt.

De Meloenen sijn lieffelick van smaeck ende aengenaem van reuck, alsse goet en rijp sijn: het welck oock maeckt datse te meer gegeten werden. Maer sy sijn kout en waterachtig van gestaltenis, ende verslaen daerom den dorst als het heet is, doen water losen, en suyveren de Nieren. Het en beurt niet selden dat de menschen haer met Meloenen een sieckte op het lijf eten. Want sy bederven lichtelijck, en in den buyck bedorven sijnde, nemense by na de natuere van vergif aen, ende veroorsaken een sieckte, die wy Boorts noemen, ofte eenige quaedt-aerdige Koortsen; en men leest in de Historien van veel Keysers ende vermaerde mannen, die door het eten van de Meloenen gestorven sijn. En my gedenckt dat ick vliedende de pestilentiale Koortse, die Anno 1616 in het gebiedt van de Venetianen seer in swang ging, my op de Reyse na Romen begaf midden in de Somer, en evenwel onderwegen daer van betrapt sijnde, en te Siena genesen, en als van de doot verlost sijnde, door het eten van Meloenen weder instorten, en al desperaet gestelt werde by Zeroastro Tinello, vermaert Medicijn aldaer, en door sijn schriften allesins bekent. So verhaelt de Françoische Historie-schrijver P. Matthieu, in 't eerste Boek der Historien van Henrick de Vierde, dat de gemelte Koning seer krank geweest sijnde, en in de gallerye van Monceaux wandelende, door het eeten van Meloenen, wederom in-storte, met groote perijkel des levens. Waer uyt blijckt, hoe schadelijck de Meloenen sijn voor de gene, die uyt een sieckte opstaen. Maer men dient ook te letten, om de Meloenen voor alle andere spijse te eten (het welck oock in de Comcommeren, ende Pepoenen dient waer genomen te werden) op dat zy te lichtelijcker, alsser eenige bedervinge in haer begint te komen, van beneden souden mogen af-schieten. En dan moetmen daer goede spijse na eeten, op dat haren quaden aert verbetert, ende de verdervingh voorghekomen mochte werden. Tot welcken eynde best is, datse met

[pagina 102]
[p. 102]

Sout en Broot gegeten werden. Om haer schadelijckheydt te verbeteren, prijsen eenige den Wijn, andere niet. Maer voorwaer de Wijn is de rechte remedie, om het quaet, dat van de Meloenen kan komen, te helpen. Maer het moet stercke Wijn zijn, als Seck ofte andere Spaensche-wijn, ende die wat veelachtigh ghedroncken, op dat hy de schadelijckheydt van de Meloenen soude konnen verbeteren en verteeren. Want als men maer een weynigh soude drincken, ofte van kleynen en slappen Wijn, soo en soude de schadelijckheyt van de Meloenen niet verbetert werden, maer de raeuwe en verdorve vochtigheden soude uyt de Mage nae de binnenste deelen gevoert, ende alsoo de schade, die de Meloenen veroorsaken, vermeerdert werden. Anders doen sy oock veel winden in den buyck groeyen, ende krimsel in de dermen komen. Daerom de ghene die Colijck ofte Scheur-buyck ofte eenigh gebreck in de Milte hebben, ende voort alle oude ende koude menschen, die vol waterachtighe overvloedigheden zijn, moeten hun van de Meloenen wachten. Dan de jonge en heete menschen mogense vryelijcker eten, om dat sy kout zijn in 't beginsel van den eersten graet, ende vocht tot in den derden, daer op hertelijck drinckende, ghelijck geseydt is, heel stercktn Wijn. By Melck, ofte andere spijse, die lichtelijck kan bederven, zijn de Meloenen periculoos gegeten.

De Pepoenen en zijn geensins niet soo vochtigh of hinderlijck als de Comcommeren, doch veel vochter dan de Meloenen: maer men eetse nimmermeer raeuw ghelijck de Meloenen en Comcommeren: dan men fruytse gemeenlijck in de pan ne ende men bestrooytse met Meel; of men siedtse in vleesch-sop, ofte Soetemelck met Safferaen, en andere warmer Specerijen en Kruyden vermenght, om haer koude ende vochtighe eyghentheydt te beteren. Alsoo bereyt zijnde, brengen sy evenwel weynigh, dun, vocht, ende kout voetsel by. Ende alsse in een slappe ofte koude Maghe niet wel verteert en werden, konnense het Lichaem, insonderheydt de Mage ende de Darmen soo ontstellen, dat sy mede de Boorts komen te veroorsaecken, de welcke met een gheduerighe brakinghe en buyck-loop komt. Sommighe schrijven dat de Paus Paulus de 11. van veel Pepoenen te eten, ghestorven is: en dat Clemens de VII. oock veel daer van gegeten hadde in de laetste sieckte, daer hy van sterf. Daerom zijnse nutter gebruyckt den ghenen die eenighe hitte in de Mage hebben: Sy doen pissen, ende ghenesen de droppel-pisse; ende beteren alle ghebreken van de Nieren ende Blase: maer dickwils gegeten, maecken den menschen onvruchtbaer. Dan op dat de Pepoenen ons min schade doen, soo sal men daer mede goede vaste spijse na eten, die de Mage versterckende, ende 't Lichaem voedtsel gevende, de Pepoenen uyt-drijven mach. Anders als de Pepoenen niet haest nae de darmen en sincken, soo doen sy lichtelijck vergiftighe vochtigheden in den lijve groeven. De vochte koude menschen moetense dan heel laten, ofte stercken wijn op-drincken, ghelijck van de Meloenen geseydt is; de heete menschen dullen 't met de Rijnsche Wijn konnen af sien.

De Articiocken plegen heel raer te wesen, soo datse ten tijde van Hermolaus Barbarus te Venetien maer in een Hof te vinden en waren, nu zijnse allesins, ende werden by een yeghelijck voor een gemeene spijse gebruyckt. Sy zijn warm en droogh van natueren; werden van sommige raeuw met Peper ende Zout, dan meest gesoden in vet Vleesch-sop ende met Peper vermenght, gegeten voor een leckere spijse, en gebruyckt tot verweckinge der vleeschelijcke lusten. Maer sy en gheven geen goedt voedtsel, noch en maecken geen goedt bloedt, want sy hebben een groote overvloedigheydt van galachtige ende warme vochtigheydt, en doen over sulcks oock soodanighe in 't Lichaem groeyen. Zijn evenwel beter alsse gesoden, dan alsse raeu gegeten werden. Raeu en out gheworden, zijnse seer quaedt, en moeyelijck om verteren, en brengen onreyne vochtigheydt by, daer de menschen machteloos en onsterck af werden: ende zijn sonderlinghe quaedt den genen, die veel met hoof-sweer gequelt zijn. Na het gebruyck van de Articiocken loost men gemeenlijck veel en stinckent water.

De Aert-besien, zijn kout en droogh, maer hoe rijper hoe matigher. Sy zijn goedt in een heete Mage, sy verkoelen den Lever, sy verslaen den dorst, ende matighen de hitte van het bloedt. Daerom zijnse alleen bequaem voor jonghe Luyden, en die van ghestaltenis des lichaems warm zijn: maer doen schade in een slappe Maghe. Sy zijn dun van sap, suyveren de Nieren, doen water losen, ende zijn de Milte bequaem. Nochtans bedervense lichtelijck in de Maghe: daerom is 't goedt datse met Wijn en Suycker ghegeten werden. En dat niet op het laetste gherecht, ghelijckmen ghemeenlijck en qualijck doet, maer in 't beginsel van de maeltijdt, om reden hier vooren meermaels verhaelt.

Het is een seer quade maniere, dat sommighe de Aerdt-besien onghewasschen op tafel doen brenghen, meenende dat alsse droog en met een suyvere hant gepluckt werden, beter zijn, als gewasschen. Maer behalven datter somtijts eenige kleyne spinnen, ofte wormkens gelijck ick wel gesien heb) onder-konnen wesen. soo sal tor waerschouwinge mogen strecken het ghene hier over verhaelt werdt van den Hoogh-gheleerden Fabritius Hildanus 5. Obs. 38. Een jonge en kloeke vrouw in Switser-landt, als sy nuchteren een handt-vol ofte twee Aerdt-besien gegeten hadde, kreegh drieueren daer na groote pijn voor het hart, de welcke terstondt soo seer vermeerderde, datter flaeuten op volghden. Die daer ontrent waren, hier over ontstelt zijnde, gaven haer terstondt Theriakel in, tweemael op dien dagh; den volgenden nacht eens, maer al te vergeefs; want de pijn ende flaeuten namen al toe, daer noch by komende draeyingh ende swijmelingh, groote spanning, ende swellingh in de Maegh ende buyck. Als dit des anderen daeghs noch heviger was, so werde de gemelte Doctor Fabritius gehaelt, die alle d'Accidenten eerst door braken, daer na door hert-sterckende middelen dede over-gaen. De oorsaeck van dese qualijckheydt is waerschijnelijck geweest, dat de Aerdt-besien door eenighe padden vergiftight waren. Want de padden, gelijck Paré getuyght, scheppen sonderlingh vermaeck in de Aerdt-besien. Soo sien wy in onse Hoven dat sy haer onder de selfde meest-en-deel onthouden. En het fenijn, datse met haer water, speecksel, ende aessem uyt-werpen, is doodelijck, gelijck geschreven is by Rondelet, in 't eerste Boeck van de Visschen, en Paré in 't twintighste Boeck van sijn Chirurgie op 't 30 Capittel. Dit kan oock ander fruyt gebeuren; en derhalven is 't wel de pijne waert, dat het eerst wel schoon gewasschen werdt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken