Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schat der gesontheyt (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schat der gesontheyt
Afbeelding van Schat der gesontheytToon afbeelding van titelpagina van Schat der gesontheyt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.17 MB)

Scans (42.51 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schat der gesontheyt

(1660)–Johan van Beverwijck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van Wijn.
Het XVIII. Capittel.

 
OWijn, O machtig nat! O wijngaerts soete vruchten!
 
Ghy doet de bleeke sorg en alle droefheyd vluchten,
 
Ghy jaeght de vreese wech, en geeft een blooden man
 
Dat hy oock voor een Prins vrymoedigh spreken kan:
 
Hy schijnt hem vet te zijn, schoon dat hy bijster schrael is,
 
Hy beelt hem rijckdom in al is hy maer een kalis,
 
Hy pocht op sijn beleydt en niemant sijns gelijck;
 
Een hooft vol soete Most dat is een Koninckrijck.
 
Indien een jonge vrou u krachten koomt te smaken,
 
Ghy sult haer gulle jeught haer lusten gaende maken:
 
En alsse boven maet haer met u vocht begiet,
 
Sy kent haer eygen man, haer echten hoeder niet.
 
Ghy kondt door uwe hulp een dommen geest verlichten,
 
Ghy kondt een traeg verstant een veersjen leeren dichten,
 
Ghy maeckt dat menig Vorst sijn hoogen staet vergeet,
 
En als het hem betaemt sijn plichten niet en weet.
 
Maer ghy noch evenwel, gelijck wy konnen mercken,
 
En pleegh niet over-al op eenen voet te wercken:
 


illustratie

 
Hier wordt een deftigh man door u gelijck een schaep,
 
En daer een hoogh gemoedt gelijck een rechten aep:
 
In zooje noch een reys voor hem wilt laten tappen,
 
Hy sal in korter-stont gelijck een exter klappen:
 
En so ghy vorder gaet, een mensch die word een swijn;
 
Siet daer, ô soete jeught, de krachten van de wijn.

DE wijn is beter en bequamer dranck, dan het water. Want al is 't, dat het selfde den dorst zoo wel

[pagina 139]
[p. 139]

verslaet als de wijn: indiemen nochtans op de gesontheyt wel wil letten, so salmen den wijn verre boven het waterhouden. Want de wijn en is niet alleen de natuere aenghenamer, maer het teeren, en versenden van 't voedsel wert daer door meer geholpen.

Van den aert ende natuere van den wijn sijn de Autheuren van verscheyde ghevoelen. Sy staen wel allegadertoe, dat hy warm is: maer of hy warm en vochtigh, ofte warm en droogh is, daer in verschelen sy. Wy sullen de redenen van beyde zyde, om kortheydts wille, overslaen, ende alleen voorstellen, 't geen ons dunckt met de waerheyt over-een te komen, houdende het met de gene, die van opinie sijn dat de wijn kracht heeft om te verwarmen ende te verdroogen. Ende indiender niet anders en was, dat sulks betoonde, ende dat de wijn veel van de natuere van 't vuur hadde, dit alleen soude genoegh wesen, dat de geest, die daer uytghetrocken werdt (en waer van de wijn alle sijn kracht heeft) en de fijnste Brande wijnen die meest van de geest hebben, seer lichtelijck branden. Van wegen desen geeft, ende de brandighe, heete ende drooge natuere, werdt de wijn dickwils veel jaren goet ghehouden. Maer het selfde bewijst ook ghenoegh, 't gene hy doen kan. In wonden ende sweeringen werdt de wijn bequamelijck ghebruyckt, ende insonderheydt den geest ofte brandewijn, die de selve schoon houdt, ende van alle vuyligheydt zuyvert. Oock maeckt sterck ende milde Wijn dorst, belet den slaep, ende toont oock door andere wegen, soo als medicijne, soo als voedtsel, sijn verwarmende ende verdroogende kracht. Want hy en verdrooght niet, gelijck sommighe meenen, als medicijne, ende vervochtight als voedtsel. Want hy heeft een natuere, ende toont de selve krachten, 't zy dat hy als medicijne, 't sy dat hy als voedsel gebruyckt wert: en voor voedsel genomen, maeckt hy bloedt, maer van sijnen aert, te weten, warm en droogh. Also de Wijn, ghelijck wy hier voor gheseydt hebben, is van die soorte van voedsel, het welck niet alleen het bloedt en vermeerdert, maer ook sijne hoedanigheydt eenighsins verandert. Want als hy gedronken wert van yemandt die ghematight van complexie is, soo maeckt hy sijn bloedt warm ende droogh: van een die selve warm ende droogh is, soo vermeerdert hy die cornplexie: van een die kout en vochtigh is, soo verandert hy alsulcke complexie.

De Wijn is dan een medicamenteus voedsel, warm en droogh: den eenen in den eersten, den anderen in den tweeden, en sommighe in den derden graed. Soo dat de Ouden, om dat hy niet met sijne hoedanigheden het lichaem soude veranderen, de Wijn met water pleghen te drincken, ghelijck noch hedensdaeghs in Vranckrijck en andere plaetsen gebruyckelijk is, en in Italien werdt hy met water gheperst. Waer door insonderheyt sijn droogende kracht gebroken werdt. Want al wert sijn warmte ook wat verandert, so en wijckt die so veel niet voor de kou van 't water, maer de drooghte werdt lichtelijcker verandert, en tot matigheydt gebracht: soo dat gewaterde Wijn niet t'onrecht voor warm en vochtigh mach ghehouden werden.

Al het gene dus verre gheseydt is, moet verstaen werden van rijpe Wijn. Want alle Wijn, van wat aert en natuere hy zy, als hy maer rijp is, heeft kracht om te verwarmen en te verdrooghen: maer als hy ontijp is, ende meer na het verjuys, als na de wijn smaeckt, soo wijckt hy veel van de natuere van den rechten Wijn.

Ondertusschen isser oock in 't verdroogen en verwarmen van den rechten wijn geen kleyn onderscheyt, niet alleen van wegen sijnen ouderdom, maer oock van weghen sijn natuere selve. Want den eenen wijn is stercker, en mach meer water verdragen, eer hy verandert, als den andere: ende sulcke sijn oock meerder verwarmende en verdroogende.

Maer men telt seer veel verscheyde Wijnen, na den smaeck, reuck, koleur, dickigheydt ofte dunnigheydt, dat is in de gestaltenisse en gantsche stoffe van den Wijn, als oock na het Landt, daer hy wast, waer door wy van sijn hoedanigheydt oordeelen.

Wat de smaeck belanght, de rechte Soete Wijn voedt best, ende alzoo hy niet alleen de tongh ende mondt, maer ook de maegh en ingewant aenghenaem is, soo werdt hy begeerlijck van haer ontfangen. Maer also hy wat dickachtigh is, so verstopt hy, ende is derhalven de gene, die een verstopte ofte verhitte lever ofte milt hebben, seer schadelijck: verweckt ook spanninghe en opblasinge in den buyck, ende verandert oock lichtelijk in gal. Maer is gesont voor de Longe, en versacht de raeuwigheydt van de keel: ende en is niet te heet, noch en vliegt soo in 't hooft niet, ofte en beschadight de zenuwen niet. Wrange Wijn, heeft onder al de Wijnen de minste warmte, blijft lang in den buyck, ende en gaet niet haest door de aderen, noch en schiet niet ras door het water af. Soo dat hy goet is voor den buyck-loop; maer quaet voor de gebreken der borst ende longe. Want hy houd het op-spouwen tegen. Het is de beste Wijn, soo veel de smaeck belanght, die tusschen beyden gaet, en niet al te soet, noch al te wrangh en is.

Daer en is oock geen kleyn onderscheydt onder de wijnen van weghen den reuck. Want die een wijnigen en goeden reuck hebben, verquicken de krachten, vermeerderen de geesten, verheughen het ghemoedt, ende verstercken alle de krachten van het Lichaem. Maer de wijnen die geen reuck en hebben, sijn slechter, ende en sijn tot volmaecktheydt van de veel rieckende wijnen niet gekomen. Waeromse ook met sulcken begeeren van de maegh niet na haer genomen en werden, noch so wel verteert, noch en geven ook so goet voedsel niet, ofte so goeden stoffe voor de geesten, noch en verstercken het herte soo veel niet, noch en verquicken soo niet het heele lichaem. Maer die eenen vreemden smaeck hebben, het sy na het vat, ofte verdervinghe, ofte datter yet onder gemenght is, ghelijck de gesolpherde, sijn alle gader schadelijck.

Uyt de koleur en kanmen so veel van de Wijn niet oordeelen, als uyt den reuck ende smaeck. Dan daer kanmen oock wat uyt raden. Want Witte Wijn verwarmt minder als de geelachtighe; maer daer is noch onderscheyt in de witte. Sommige sijn waterachtigh, ende niet alleen wit, maer oock dun. Dese en sijn niet sterck, treckeh niet veel in 't hooft, maken wel water, ende zijn de heete ende galachtighe complexie bequaem. Nochtans werdender eenige onder de witte Wijnen gevonden, die in dunnigheyd ende klaerheyt het water soo gelijck sijn, datmense met het oogh daer van naeulijcks onderscheyden en kan, ende evenwel stercke ende heel verwarmende sijn.

De Swarte, of Buryn roode Wijn is dick van ghestaltenis, is meestendeel soet, ende voedt meer dan

[pagina 140]
[p. 140]

eenige andere; maer maeckt dick en grof bloedt, blijft langh in de maegh hanghen, verstopt de Lever ende Milt, ende vervult het hooft met sware dampen. Hy is de ongesontste van alle wijnen, insonderheydt als hy door oudtheydt noch dicker gheworden is.

Wijnighe of Vierighe Wijn dat is nae den gelen of gulden treckende, is middel-matigh tusschen den Witten ende Swarten te rekenen. Die noch wat bleycker is, en nae den Witten meer treckt, by de Latijnen vinum fulvum ghenoemt, ghelijck de Rijnsche Wijn is de beste en bequaemste, om het hert, ende alle krachten te verstercken.

Roode Wijn is ghemeenlijck soo warm niet, insonderheydt den Bleeck-rooden, maeckt goet bloedt, ende en beswaert het hooft niet, is de mondt ende de maegh aengenaem, dat hy mede door sijn t'samen treckende kracht wat versterckt. Maer indien hy daer beneffens dick van gestaltenis is, soo en is hy de Lever en Milt, om de verstoppingen die hy aldaer veroorsaeckt, niet seer bequaem.

Maer met dese koleuren gaet ghemeenlijck de mate van de ghestaltenis. De dunnigheydt is insonderheydt in den witten ende waterachtighen wijn, daer nae in de Wijnighen: de dickigheydt in den Swarten, ende Rooden. Dick zijn oock de soete ende wrange. Daer en is oock niet weynigh aen gheleghen, datmen op de dunnigheydt ende dickigheyt van de wijn lette. Want de dunne schieten haest door, ende zijn alder-bequaemst, alsser haestighe versterckinghe van krachten van nooden is, sy openen, doen sweeten, ende water maken, ende reynigen den loop des waters, dan gheven den Lichame weynigh voedtsels, Maer de dicke gheven veel voedtsels, dan blijven langer in de leden steken, ende verwarmen ende verdroogen deselve, en veroorsaken dickwils veel verstoppinghen.

Den ouderdom maeckt mede groote veranderingh onder de wijnen. De Most is dick, en windachtigh, maeckt kolijck, ende graveel, ende belet den waterloop: maer maeckt ghemeenlijck den buyck weeck, en die dat niet en doet, is soo veel te erger: en veroorsaeckt dickwils groote krimpselen in de darmen, en root-melisoen, en diergelijcke ghebreken. Het welck meest van Most komt, die uyt suerachtighe en warme druyven vloeyt.

Nieuwe Wijn, die noch wat van de mostachtighe soetigheydt behouden heeft, en werdt niet lichtelijck door het lichaem verdeelt, en maeckt rommelingh in den buyck, de maegh, en het gantsche inghewant met winden vervullende.

Oude Wijn, te weten, de gene die door ouderdom scherp ende sterck geworden is, beschadight de zenuwen, en vervult de herssenen met veele dampen, en verhit het lichaem.

De Wijn die in ouderdom tusschen beyde is, is tot alles de bequaemste. Want door den ouderdom openbaert de wijn sijn warmte: dewelcke weynigh kracht heeft inden nieuwen, meer in de ghene, die wat ouder is, meest in de ghene die over het jaer is. Doch hier in valt mede veranderingh nae den aerdt, en natuere van den wijn. Want sommighe zijn sterck en wijnigh, die seer verwarmen, en seer goedt zijn voor een koude maegh, de teeringe helpende, en de slijmachtighe humeuren verdrijvende: dan sy klimmen wat in 't hooft. Sommige zijn slapper, ende hare krachten zijn oock in alles minder. Sommighe gaen tusschen beyden. Eenige mogen tegen 't leggen; sommige werden terstond suer, ofte verschaelt.

Behalven alle dese verscheydenheydt der wijnen, maeckt het Landt daer de selve wassen, noch een groot onderscheydt. Hier te Lande is de Fransche de ghemeenste; de Spaensche, de Malvasey, ende Muscatel de sterckste: maer de Rijnsche (die van den Professor Baudius voor den besten Borgher van Dordrecht plach gerekent te werden) den lieffelijcksten, so van smaeck als van reuck.

De Malvasey komt uyt een Griecks Eylandt, tegenwoordigh Candia, en eertijdts Creta genoemt, alwaer groote ketelen langhs de Zee-kant staen, daerse in ghesoden werdt. Maer die niet verder als Italien en gaet, die werdt niet gesoden. Sy is tweederley, de eene zoet, sulcks als eyghentlijck Malvasia heet, of Malvasia dolce: de ander is rinsch, die niet gesoden en wert, sulcks als Malvasia garba of Liatico genaemt is. Dese heb ick veel te Venetien, dan hier noch noyt gesien. Muscatel Wijn wast mede in het selfde Eylandt, en op andere plaetsen. Die van Frontignac in Languedock, heb ick op de plaets selve ghedroncken, en is den aenghenaemsten dranck, diemen soude mogen wenschen, en daer voor oock door gheheel Vranckrijck, en elders vermaert.

Wijn Tint, ofte Wijn van Alicanten, komt uyt den Zee-kant van Spaengien, en wast meest in Catalonien, en by Alicanten, ende van daer werdt hy hier te Lande gebracht; maer meer gebruyckt om den buyck-loop te stoppen, dan om veel van te drincken: anders, als hy noch jongh en mostigh is, smaeckt hy seer soet, doch ontstelt de herssenen seer.

Dewijl dan soo grooten verscheydenheydt onder de Wijnen gevonden werdt, soo is lichtelijck te sien, dat sy niet allegader even gesondt, noch allegader een yegelijck niet even bequaem en zijn. Dan in 't ghemeen zijn dat de beste wijnen, die van smaeck tusschen soet en wrangh zijn, wel ruycken, klaer ofte wat na den gelen trecken, niet te dun ofte te dick, nochtans meer na de dunnigheyt komende, niet te sterck ofte te slap, niet te jongh ofte oock al te oudt.

Alsoo de wijn voor veele te sterck valt, soo is al van ouden tijden in gebruyck geweest, den selven met water te mengen: en den dullen Godt, gelijck Plutarchus spreekt (lib: an senisit gerenda respublica) door den nuchteren en soberen te bedwingen. Het welk den Wijn niet alleen lieffelijcker en maeckt, gelijck Athenaeus betuygt 15. Deipnos. 5. maer oock veel ghesonder, te weten, dat goedt water is. Want gelijck Hippocrates, in 't Boeck van d'oude Ghenees-konst betuyght, den ongemenghden ofte ongewaterden wijn veel gedroncken, maeckt den mensche eenighsins slap, en beneemt een groot deel van sijn krachten. Het welck de Poët Ovidius oock te kennen wil geven met dese veerskens:

 
Gelijck onmatigh spel ontrent de jonge vrouwen
 
Kan menigh ongemack, en vreemde plagen brouwen;
 
Soo baert ons oock de wijn, gedroncken sonder maet,
 
Verswackingh in den kracht, en menigh ander quaet.

Maer hier te Lande, daer wy niet wel versien en zijn van soo goedt water, moghen wy den wijn liever onghewatert drincken, dan daer raeu water by doende, onse Lichamen gichtig, ofte ten minsten rappig ende

[pagina 141]
[p. 141]

schurft maken. Want de Rijnsche Wijn vereyscht immers geen water om te verkoelen: en de Fransche hoe heet hy is, heeft zoo veel waterachtigheydt ende slijmerighydt, dat hy de menschen van Vranckrijck, al doen sy daer goet water by, al te lichtelijck vol krauwagien maeckt. Voorts oock de heete Spaensche wijnen werden wrang en onlieffelijck als men daer water by doet: en de Italiaensche wel-rieckende wijnen, als ook die sy Vino Greco ofte Griecksche wijnen noemen, die fijn van deelen zijn, worden onlieffelijck van smaeck, alsser water by gedaen is. Dan de stercke dicke wijnen verdragen wel water, insonderheydt de Siçiliaensche, die dan oock beter van smaeck worden, dan sy sonder water zijn. Dit heb ick oock te Montpellier hoog in Vranckrijck gesien in onse ordinaris tafel-wijn, die ick noch d'ander Studenten niet en konden sonder water drincken, hoewel wy sulks poogden te doen, sonder dat evenwel yemant van allen eenig schurft gewaer werde, door dat het water heel suyver en klaer was, en de wijn sterck en volkomen rijp.

Soo verre is 't by de luyden hier te Lande van wijn met water te drincken, dat sy zelve het water, dat de natuere daer in doet wassen, daer uyt-trecken, en drinken alleen den geest, die wy gemeenlijk Brandewijn noemen, waer mede menig dronckaert sijn leven verkort. Insonderheyt de gene die heet van complexie is, ofte met galachtige vochtigheyt overladen die hy noch meer ontsteeckt, ende verdroogt, en de Lever gelijkmen seyt, verbrant. Want hy is by-na warm tot in den vierden graedt. Anders is hy seer bequaem in koude lichamen, ende koude gebreken. Want in sulke verquickt en vermeerdert hy de natuerlijcke warmte, versterckt alle de krachten des lichaems, ende doet yemandt die slaeu is wederom tot sijn selven komen. Siet verder van den Brande-wijn by Doctor Lemnius, in sijn tweede Boeck van de verborgen miraculen der Natueren op het 34. Capittel.

Van zueren wijn wort Edick ofte Wijn-azijn ghemaeckt, die verkoelt en maeckt de maegh graegh, en lust om te eten. Sulcks doet mede het sap van onrijpe druyven, Verjuys genoemt, maer en is niet bequaem, alsser eenige verstoppinge in de milt ofte lever is. Dan geen van beyde werd tot dranck, maer alleen tot sauçe gebruyckt. Ick heb evenwel gelesen in de Historie, die Anno 1632 van onse Nederlantsche Oorlogen te Romen ghemaeckt is, by Famianus Strada, in 't achtste Boeck, dat de vermaerde Chiapin Vitelli, zijnde boven maten swaerlijvigh, en soo vet en dick van buyck, dat hy den zelven met een swachtel om den hals moest opschorten, ende daer verdriet, als in den oorlogh seer hinderlijck, in krijghende, hem gantsch van de wijn hiel, en de rest van sijn leven niet als asijn en dronck: waer door hy rancker werde, en sijn lichaem sevenen-tachtigh pont af-nam.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken