Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schat der gezondheid (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schat der gezondheid
Afbeelding van De schat der gezondheidToon afbeelding van titelpagina van De schat der gezondheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (38.19 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Lia van Gemert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schat der gezondheid

(1992)–Johan van Beverwijck, Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Binnenlandse of buitenlandse geneesmiddelen?

We hebben hier te lande een goed spreekwoord: God slaat niet of Hij zalft wederom en Hij geeft ieder kou naar zijn kleren. Deze waarheid geldt voor alle gebieden op aarde: in de oosterse landen schijnt de zon zo fel dat men zou verbranden als er geen verkoelende winden waaiden en in Egypte regent het niet maar stroomt de Nijl over om het land vruchtbaar te maken. Wij hebben zelf nauwelijks enige bossen en zouden in de winter niet genoeg kunnen stoken als de venen ons niet overvloedig van turf zouden voorzien. In gebieden waar geen tarwe of rogge groeit, eet men rijst of wortels in plaats van brood of bakt men brood van kastanjes. Er is geen enkel land dat niet voorzien is van middelen tegen hitte, kou, honger en dorst. God heeft de hele wereld gezegend met wat voor het levensonderhoud noodzakelijk is.

De dichter Martialis merkt terecht op dat het leven niet slechts bestaat uit leven maar vooral uit gezond leven. God heeft daarom ongetwijfeld elk land begenadigd met heilzame planten tegen de ziekten die er voorkomen, zonder dat iemand genoodzaakt zou zijn die elders te gaan zoeken. De mens werd door zijn overtreding van Gods gebod onderworpen aan de dood en de daartoe leidende ziekten, maar tegelijkertijd begenadigde de Grondeloos Barmhartige hem met hulpmiddelen

[pagina 48]
[p. 48]

en zo was het dan wel nodig dat die overal voorkwamen. In elk land zijn medicijnen voorhanden voor de algemene kwalen, maar ook voor de inheemse. Waar veel slangen zijn, groeien specerijen met tegengif; in West-Indië met zijn pokken groeit pokhout en in ons land groeien in overvloed planten tegen scheurbuik, terwijl die in Italië, waar deze ziekte niet voorkomt, niet groeien en als ze daar kunstmatig aangeplant worden maar nauwelijks opkomen.

Sommigen zeggen dat wij dagelijks van alles gebruiken wat we van ver moeten halen. De Franse arts Primrose leidt uit de consumptie van wijn, suiker, peper en dergelijke af dat God niet gewild heeft dat elk land overal van voorzien zou zijn, opdat de mensen onderling vriendschap zouden handhaven. Het is niet mijn bedoeling een banvloek uit te spreken over dit soort voedingsmiddelen, maar ik wil erop wijzen dat ze voor ons niet noodzakelijk zijn. We zouden gemakkelijk zaken uit ons eigen land in hun plaats kunnen gebruiken, zoals bier in plaats van wijn, honing in plaats van suiker en waterpeper in plaats van peper. De Indianen hebben ondervonden dat parels, goud en zilver hun vriendschap met vreemde volkeren niet bevorderd hebben, maar wel hun deerlijke ondergang! Het land dat niet bezit waar de vreemden op uit zijn, is het gelukkigst.

Uit Gods woord blijkt dat men alle geneesmiddelen in zijn eigen land kan halen. Om de heilige zalf te maken waarmee de hogepriester gezalfd zou worden, zond Hij Mozes niet buitenslands, maar was Hij tevreden met wat er in het gebied zelf groeide: kassie, kaneel, kalmoes en mirre (Exodus 30:22-33). En zond Mozes anderen weg om kruiden te zoeken of gebruikte hij de boom die bij de rivier zelf stond om de bitterheid weg te nemen en het water van Mara drinkbaar te maken (Exodus 15:23-25)? Goot de Samaritaan de gewonde die hij op de weg vond, iets anders in de wond dan de olie en wijn die hij bij zich had (Lucas 10:33-34)? Sommigen zouden de genezingen die de

[pagina 49]
[p. 49]

Heer en de apostelen volgens de bijbel verricht hebben, wel voor wonderen kunnen houden, maar de kracht wordt daar altijd uitdrukkelijk aan het middel toegeschreven, zoals het water zoet werd door het hout en de wond gezuiverd door olie en wijn.

Beroemde geneesheren als Hippocrates en Galenus schrijven eveneens alleen geneesmiddelen voor die in een land zelf te vinden zijn en daar in het wild voorkomen. Ook ons ontbreekt het dank zij Gods hulp aan niets en waarom zouden we dan met grote moeite, kosten en risico's iets van ver gaan halen? Al spot men soms met de kunst van kruidenvrouwtjes, zij bewijzen dat gewone middeltjes dikwijls veel beter zijn dan vreemde. In elk dorp weten de boeren in het wild groeiende planten voor hun eigen genezing of die van hun vee aan te wenden: de apotheek staat voor hun woning, zoals de grote natuuronderzoeker Paracelsus zegt. Plinius schreef al eerder dat ook arme mensen de juiste medicijnen uit hun tuintje kunnen bemachtigen. Ik geloof vast en zeker dat de oude Hollanders voor zij op de grote vaart gingen hun gezondheid met inheemse middelen onderhielden. Het zou beter zijn tot die gewoonte terug te keren en de woorden van Jacob Cats ter harte te nemen:

 
Dus, al treft ons ziekt' en pijn,
 
gans het land is medicijn.

Galenus genas een boer van zijn harde knobbels met oude kaas die in het sap van ham geweekt was en heelde verse wonden met jonge kaas afgedekt met ridderzuring, wijn- of slabladeren. De keizerlijke gezant Busbecq vertelt dat op zijn reis door Turkije de pest onder zijn mensen uitbrak en dat hij die genas met scordium, een lookplant die daar langs de weg groeide. Wie de ziekten en planten kent, kan zich dus altijd behelpen met wat hij in de buurt vindt.

Er wordt veel getwist over de waarde van binnenlandse ge-

[pagina 50]
[p. 50]

neesmiddelen tegenover buitenlandse. Alleen door een echte vergelijking kan de waarheid aan het licht komen en daarom ga ik hier in op de verschillen tussen de twee.

Ten eerste kunnen we er niet zeker van zijn dat de kruiden die van zo ver komen, precies overeenkomen met die in de boeken van de oude artsen. Er is een grote verscheidenheid aan namen in omloop en de beschrijvingen zijn vaak zo sober dat moderne kruidendokters al snel van mening verschillen. In teriakel bij voorbeeld kunnen zeer verschillende ingrediënten voorkomen en omdat het middel niet-inheems is, noemt de ene apotheker dit en de andere dat bij die naam en toch verkopen ze het allen als ‘teriakel’. Intussen heeft het niet de krachten die in de oude boeken beschreven zijn! Wie kan zeggen wat het echte amomum is of de veelbesproken eenhoorn? De planten uit ons eigen land daarentegen roepen geen twijfel op en wat wij dagelijks zien, valt gemakkelijk te herkennen.

Ten tweede, al wisten we zeker met welk kruid we te doen hebben, dan is het dikwijls niet vers. De drogisten moeten vaak lang op levering wachten en bewaren hun voorraad in apothekersdozen, waardoor vermolming en wormstekigheid optreden. Met de versheid verliezen de middelen dan hun kracht.

Ten derde, als de uitheemse kruiden al vers aankomen en gebruikt worden, weten we nog niet zeker of ze zuiver en onvervalst zijn. De voortreffelijke arts en kruidenkenner Matthiolus getuigt dat wij tegenwoordig weinig zuivere kruiden aangeleverd krijgen: ze passeren de handen van Moren, Turken en joden, die menen God een dienst te bewijzen als zij de christenen bedriegen. Zo iets gebeurt meer naarmate de waar kostbaarder is. Men bakt de bezoarsteen na, vermengt muskus met turfmolm en saffraan met draderig en harig paardevlees. We weten van Dioscorides dat vroeger al aloë vervalst werd met het sap van wilde pruimen en opium met glaucium - wat dat laatste ook precies geweest moge zijn. Vandaag de dag mengt men er reuzel door.

[pagina 51]
[p. 51]

Ten vierde moet de aandacht gevestigd worden op de onkosten: als de uitheemse kruiden zuiver, vers en voor ons nuttig zijn, kosten ze dikwijls zo veel dat de gewone man ze niet kan betalen en dus moet afwachten of hij de ziekte of de ziekte hém overmeestert.

Ten vijfde dient men zich er wel van bewust te zijn dat de vreemde middelen niet meer met ons lichaam overeenkomen dan de vreemde levenswijzen met onze geest. Volgens Plutarchus beval de Spartaanse wetgever Lycurgus zijn volk niet buiten het eigen gebied te gaan om geen uitheemse gewoonten naar het vaderland te brengen. Hij lette wijselijk op hun gemoed, wij letten dom genoeg niet op ons lijf. Alles wat hier groeit, verkeert in dezelfde omstandigheden als wij en stemt hierdoor zeer wel met onze aard overeen. Zoals de wijze Aristoteles een cirkelgang ziet in de grote wereld en de Engelse dokter Harvey uitgaat van een bloedsomloop in de kleine wereld, ons lichaam - waarover men meer kan lezen in mijn Steenstuk -, zo voelt eenieder in zichzelf een omloop tussen deze beide werelden, de macro- en de microkosmos. Het water bevochtigt immers de aarde, die ook via de lucht de zonnestralen ontvangt en vanzelf gaat er gras en dergelijke groeien. Dit is het voedsel van de dieren, die met hun melk, boter, kaas en vlees de mens voeden. Uiteindelijk wordt ieder weer met het stof der aarde vermengd.

Het komt er dus op neer dat inheemse medicijnen beter en nuttiger zijn dan uitheemse, omdat ze verwant zijn aan onze aangeboren aard. Ik geloof dat iedereen wel meent dat onze Hollandse boter veel beter is dan enige buitenlandse en waarom zouden we dat dan ook niet voor onze planten laten gelden: zij zijn toch immers de oorzaak van de kwaliteit van onze boter? Wat wij gezond en wel uit andere landen niet hebben willen, moeten we dat dan als we ziek zijn voor zoveel geld kopen?

We treden onze eigen planten letterlijk met voeten en laten

[pagina 52]
[p. 52]

hen elk jaar nutteloos vergaan omdat we er niet meer van weten dan de haan van Esopus van de diamant, die hij met zijn poten uit de grond loskrabde. We halen onbekende, oudbakken, vervalste en onnuttige geneesmiddelen met grote kosten en gevaren uit verre landen. Beide zaken vind ik verkeerd en ik meen bewezen te hebben dat men beter binnenlandse dan buitenlandse geneesmiddelen kan gebruiken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Alle de wercken, zo in de medicyne als chirurgie