Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schat der gezondheid (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schat der gezondheid
Afbeelding van De schat der gezondheidToon afbeelding van titelpagina van De schat der gezondheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.73 MB)

Scans (38.19 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Lia van Gemert



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schat der gezondheid

(1992)–Johan van Beverwijck, Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De aard van de Hollandse geneesmiddelen

Als men nu met inheemse medicijnen wil werken, lijkt men op het bezwaar te stuiten dat niet alle soorten hier voorhanden zijn. In ons land zouden wel middelen groeien die kou kunnen verwarmen, hitte verkoelen, vocht verdrogen en droge delen bevochtigen. Er zouden ook planten zijn die kunnen verdunnen, verdikken, openen of stoppen enzovoort, maar ons land zou geen planten voortbrengen met een purgerende werking.

Dit lijkt me onlogisch. Waarom zou de natuur ons opeens de purgerende middelen onthouden, zodat we ze met groot risico en voor veel geld uit verre landen zouden moeten invoeren? In ons lichaam is er van niets te weinig of te veel en wat God in de microkosmos zo kunstig geregeld heeft, vinden we in de macrokosmos natuurlijk terug. Daarom is het ongeloofwaardig dat men in Indië in overvloed zou hebben wat ons ontbreekt. Bovendien leert ook de ervaring anders. Ik gebruik dagelijks middeltjes om het hoofd, de borst en de maag te ontlasten, respectievelijk door tot niezen en kwijlen, ophoesten en braken aan te zetten. Daarnaast zijn er hier uitstekende waterafdrij vers en planten om de menstruatie op te wekken. Zouden er hier dan geen middelen voorkomen, die de darmen en andere ingewanden van hun vuiligheden reinigen? De natuur zou dan wel voor een opmerkelijke omissie gezorgd hebben en we zouden voortdurend een deel van Gods zegen missen!

[pagina 53]
[p. 53]

Er zijn hier dus wel degelijk allerlei laxerende middelen voorhanden. Naar de mate van hun werking zijn er drie soorten purgerende medicamenten: lichte, bij voorbeeld pruimen, rode kool, bleke rozen, spinazie, bieten, zuring, patiëntie, violen. In het wild groeien malve, hop, varen, zeekool, algoede of lamsoor en duivekervel. Men kan ze koken in zoete of zure wei of in bouillon van een oude haan. Krachtiger zijn bij voorbeeld rabarber, het sap van bingelkruid, speerwortel en de wortels van vlier. Ook kan men purgeerwinde, bremzaad of de wortels van zwart nieskruid of vuurkruid gebruiken, het sap van muurpeper en het sap, het zaad en de wortels van wolfsmelk, duivelsmelk en dergelijke. Ik weet wel dat deze laatste middeltjes uitermate scherp en sterk zijn, maar dat zijn sommige uitheemse ook. Bovendien kan de scherpte door toevoeging van andere ingrediënten wel wat verzacht worden, bij voorbeeld met boter of vleesnat.

Een ander vaak gehoord bezwaar is dat deze geneesmiddelen met suiker bereid moeten worden, die ons land niet levert. Dit is echter misleidend. Suiker dient alleen maar om de smaak te verbeteren en om geneesmiddelen te conserveren. Honing is voor deze taken veel geschikter. Niets overtreft hem in zoetheid: hij is weliswaar enigszins scherp, maar dat kan verminderd worden door hem met water op te koken. Dat honing ook goed conserveert, blijkt uit de jarenlange houdbaarheid van de middelen waarmee hij vermengd is, zoals teriakel en mithridaat. Zelfs lichamen beschermt hij tegen bederf. Het lijk van Alexander de Grote is met honing gebalsemd. Bovendien versterkt honing de kracht van het geneesmiddel waar hij aan toegevoegd wordt, daarom werken honingsiropen veel beter dan suikersiropen.

Wat voor suiker en honing geldt, geldt ook voor olie en boter. Boter hebben we in overvloed en die werkt net zo goed als olie bij verzachtings- en rijpingsprocessen. Ze kan ook zeer lang bewaard worden, zelfs ongezouten, als men haar tenmin-

[pagina 54]
[p. 54]

ste eerst in de zon zet en de wei er na een tijdje af laat lopen. Anders bederft ze snel en dan stinkt ze verschrikkelijk. Goed geconserveerd werkt ze echter even goed als olie in papjes, pleisters, zalfjes en dergelijke.

De kracht van de verschillende planten kan men bepalen door te letten op de smaak, de reuk en de overeenkomsten met onze lichaamsdelen in kleur en vorm. Het is hierbij dus belangrijk de zintuigen goed te gebruiken. Qua smaak kan iets scherp, zuur, vet of smeerachtig, zout, zoet, bitter, wrang of neutraal zijn. Bij de reuk ligt het moeilijker. De lucht kan tussen het kruid en de neus in schieten en zo misleidend werken. Bovendien ruiken de kruiden gedroogd anders dan wanneer ze vers zijn en dragen veel kruiden nauwelijks enige geur.

Bij deze twee kenmerken van de klassieke artsen voegen sommige moderne een derde, dat zij als het belangrijkste beschouwen. Ze baseren zich op uiterlijke gelijkenis, niet alleen om de kracht van de plant te bepalen voor wat betreft de balans van de elementen en de materie waaruit zij bestaat, maar ook om de verborgen eigenschap ervan te ontdekken.

Allereerst let men hierbij op de kleur. Planten die dezelfde tint hebben als de sappen in ons lichaam zijn geschikt om die te zuiveren, te veranderen en af te drijven. Het bloed wordt gezuiverd en krijgt kracht door rozen en violen, de rode bloempjes van bernagie, ossetong, duivekervel, guichelheil, klootjeskruid en de wortels van meekrap. De rode wortels van meekrap en ridderzuring en verder rode rozen, drakebloed, rood koraal en bloedsteen zijn geschikt om het bloed te laten stollen. Voor de gele gal kan men gebruiken citroensap, saffraan, grote en kleine santorie, stinkende gouwe, rabarber en aloë. Kappertjes, varens, zwarte wingerd en de wortel van zwart nieskruid lijken op zwarte gal en wilde saffraan, wit nieskruid en kwintappels op het slijm. De bloemen van de witte dovenetel stelpen de witte vloed. Men moet echter wel acht geven op Galenus' waarschuwing dat de kleur kan bedriegen en gemakkelijk kan

[pagina 55]
[p. 55]

veranderen al naar gelang de plaats waar de plant groeit of haar ouderdom.

Men kan ook op de uiterlijke overeenkomst van de plant met onze lichaamsdelen of gebreken afgaan. Ik zal daarvan enige inheemse voorbeelden geven. De bloemen van ogentroost, havikskruid, ganzerik of zilverkruid, goudsbloemen, anemonen, moederkruid en sterrekruid lijken enigszins op de oogappel en als men het sap ervan in de ogen druppelt, verminderen slecht zicht en allerlei andere oogkwalen. De bladeren van mansoren danken hun naam aan de gelijkenis met mensenoren. Het extract van de bloemen versterkt het gehoor en het geheugen; muizeoor doodt oorwormen. De wortels van varens liggen als tanden over elkaar heen: ze helpen tegen tandpijn, verstevigen loszittende tanden en zijn van nut bij scheurbuik. Men kan hiervoor ook de pitten van granaatappels gebruiken. Citroenen, granaatappels, sinaasappels en dergelijke hebben een grote gelijkenis met het hart en kunnen dat dan ook met hun reuk alleen al versterken. Edel leverkruid, steenleverkruid en peren baten de lever. Niets lijkt meer op de nieren dan Turkse boontjes, het geschiktste middel voor dit orgaan. Blaaskruid drijft urine af. De stinkzwam oftewel fallus, beschreven door Adriaan de Jonge van Hoorn, wekt de begeerte met dergelijk gereedschap aan de slag te gaan. Zijn twee ronde worteltjes gaven het klootjeskruid zijn naam: het zorgt voor hitsigheid, evenals aardnoten. Ook bieslook, leliewortels en bonen doen dat en daarom verbood Pythagoras zijn leerlingen bonen te eten. Bonenmeel helpt tegen gezwollen mannelijke geslachtsdelen.

Dodoens en Spiegel hebben niet veel op met de conclusies die men aan uiterlijke gelijkenissen wil verbinden, maar ik acht het raadzaam er toch op te letten. Een plant heeft niet bij toeval haar vorm gekregen, maar deze is haar weloverwogen gegeven door Hem Die alles geschapen heeft. Dat wij niet precies weten wat kleur en gedaante betekenen, geeft aan dat we nog te weinig

[pagina 56]
[p. 56]

weten, maar mag geen aanleiding zijn die tekens te negeren. Lactantius zegt terecht dat niemand zich in mag beelden alles te weten, want dat is aan God voorbehouden, noch dat hij niets weet, want dat is een eigenschap van beesten, maar dat er voor de mens iets is wat daartussenin ligt, een met onwetendheid vermengde wetenschap.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Alle de wercken, zo in de medicyne als chirurgie