Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ballade van de vleermuis (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ballade van de vleermuis
Afbeelding van De ballade van de vleermuisToon afbeelding van titelpagina van De ballade van de vleermuis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.18 MB)

Scans (41.33 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ballade van de vleermuis

(1925)–Martien Beversluis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Vierde zang.

 
De avond viel, de dennen raasden,
 
een woeste wind viel langs de heuvelen.
 
Verwrongen wolken overwaasden
 
het avondlicht.... in 't sparrebosch
 
was dood gekraak en waanzin los
 
in vele stemmen als van duivelen....
 
 
 
Ze ging langs zoom van bosch en zanden
 
gelijk een wolk wordt voortgesleurd.
 
Rondom haar woeien de guirlanden
 
der zanden ritslend en verscheurd.
 
Haar grauwe mantel, weggebeurd
 
door valsche vlagen, waaide zijlings
 
en waaide weer.... ze haastte ijlings
 
zich voort langs diepte en heuvelkoppen;
 
de plooien van haar zoomen stonden
 
rechtop te dansen als stijve poppen
 
in korte en frommelende ronde,
 
door toeval één en weer ontbonden.
 
 
[pagina 26]
[p. 26]
 
Het dorre sparhout, winddoorvaren,
 
blies doode wijs door doode snaren;
 
tot aan den rand, waar zich hun grauwe
 
gewelven hieven op tot klauwen,
 
die haar ontweken en toeneigden
 
die haar vervloekten en bedreigden.
 
Weg.. vlood ze, zichtbaar en verscholen,
 
door open land, door schaduwholen,
 
aan duivel, storm of God bevolen,
 
waarheen, totwaar?
 
Zij trok de kap waaruit haar oogen
 
opvonkten vaster en 't vervlogen
 
gewaad van vleugels saam en dicht,
 
om straks te vliegen, blind, naar 't licht.
 
 
[pagina 27]
[p. 27]
 
Zij was de vleermuis, vliezen spanden
 
zich over schouders.... armen.... handen
 
en aan haar borsten, grauw en kaal
 
hing 't grauw fluweel verstrakt en vaal.
 
Zij was de vleermuis die ze kende
 
uit vluchten die ze vroeger zag,
 
ze was haar lust en haar ellende,
 
haar uitvlucht en ternederwenden
 
naar dieper schaduw voor den dag.
 
De lange nachten, èven vaal
 
had zij in 't beeld van haar gezworven
 
de heemlen tegen en in wijder kringen
 
om oud geluk van schoone dingen,
 
wier donker scheemrende contoeren
 
ze noch vermeed noch wilde roeren,
 
maar altijd moest en moest omstrijken
 
met dieper bocht en hooger wijken;
 
de lange nachten immers ook
 
was zij het leven in gaan zwerven,
 
om in den dag van kracht en luister,
 
in aandachts koelte en twijfels duister
 
het even schijnbaar af te sterven.
 
 
[pagina 28]
[p. 28]
 
En nu 't beleven wat de droom
 
gebracht had en dien grijpen willen,
 
de dwaze gril om droom en leven
 
in éénen dans dooreen te weven,
 
één avond nog in mom en masker
 
tot eigen weelde en verdriet,
 
tot anders afkeer, haat en laster
 
haar beeld zijn dat den muur verliet;
 
en tot de sterren in 't verschiet
 
opklimmen.. en de omfloerste maan,
 
de sterren aller haar gedachten,
 
de maan van haar geluk.... haar waan,
 
neerschieten, storten op tot God,
 
wegdrijven, dans'in mom en masker,
 
gelijk een bij vliegt ijdel tot
 
den kroon van een gebroken aster.
 
 
[pagina 29]
[p. 29]
 
Zij trok de kap waaruit haar oogen
 
opvonkten vaster en 't vervlogen
 
gewaad van vleugels saam en dicht,
 
om straks te vliegen, blind naar 't licht.
 
Zij was de vleermuis, duister spanden
 
zich over schoudren, armen, handen
 
de vliezen in gevallen lijnen,
 
maar straks ze uitslaan en verschijnen,
 
en fladdren, fladdren haatlijk tusschen
 
het licht dat niet is uit te blusschen,
 
't geluk dat ze in een laatste gril,
 
zal grijpen of ten doode kussen.
 
Ze was om lamplicht blind en schril,
 
de vlinder die niet sterven wil,
 
maar leeft tot ze verzengd van glans,
 
neertuimelt uit den laatsten dans.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken