Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Faems weer-galm (1670)

Informatie terzijde

Titelpagina van Faems weer-galm
Afbeelding van Faems weer-galmToon afbeelding van titelpagina van Faems weer-galm

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.03 MB)

ebook (4.84 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Faems weer-galm

(1670)–Cornelis de Bie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nemo adeo Ferus est qui non mitescere Poßet Horat:

 
DE liefde is van sulcken cracht
 
Dat sy noch Croon noch Schepters acht
 
Dat sy het al met voeten tredt
 
Wie dat op haer syn tanden wett'
 
Geen vreede tygers in het wout
 
Geen stercke-mannen syn soo stout
 
Eel, Constich, Schoon, oft hoogh geleert,
 
Al die met haer maer eens verkeert
 
Die booght sy als het wasch voor t'vier
[pagina 129]
[p. 129]
 
En brenghtse licht in haer bestier.
 
De liefde kent geen gelt oft goet
 
Als sy can dringen in't gemoet,
 
Verstoot de hooghste wysheyt oock
 
En acht de sterckte min als roock,
 
De wysheyt staet voor liefde stil
 
En dwinckt de sterckte naer haer wil.
 
De liefde uyt verkeerden lust
 
Die brenght den mensch tot swaer onrust
 
Hy cryght veel naersmaeck van verdriet
 
Die op haer cromme sprongen siet.
 
Maer de oprechtheyt van t'gemoet
 
Een goede hop' van liefde voedt,
 
De hop' is voester vande min
 
Getrouwe liefde goet begin,
 
En vuyle lusten buyten deught
 
Verblinden met veel sond' de jeught,
 
Den quaden lust lockt tot allend'
 
Getrouwheyt baert een salich end'
 
Ongetrouwheyt baert veel pyn
 
Siet wat liefdens crachten syn,
 
Niet als spyt, leet en berou
 
Als de liefde smaeckt de trou.
In amore nihil sictum, nihil simulatum, & quidquid in eo est idem verum & voluntarium est: semper aparet dissimulatus amor. Cicero.

MElinde de eenighe dochter van den Coninck van Macedonien was soo schoon en deughdelijck dat den natuer selfs was benydende de offerhande diemen dede aen de goden om dat haer alleen desen lof scheen toe te comen,

[pagina 130]
[p. 130]

was soo verlieft op een Edelman by naem Cephales die haer van jonghs af voor een pagie gegeven was, en die haer oock onseggelijck beminde dat sy (om te ontgaen de vryagie van eenen jongen Prins, sone des Conincx van Melicien, aen den welcken sy van haeren Vader gegeven was) bestondt met den selven Cephales over zee den vlucht te nemen, en aencomende in een vremt en wildt eylandt om samen te trouwen, en malcanderen totter doot ghetrouw te wesen aldaer in miserie, ende allende te sterven, gelijck de vrome ende ghetrouwe Argenis van Poliarcus Prins van Vranckeryck vervolght synde in Secilien, dien op verscheyde barbarisse kusten, ende in zee groot ghevaer had uytghestaen met de Mooren en ander wilde menschen volgens het seer wonderlijck leven: tot bewys datter niet soo crachtich, en van naturen vremder en is als de liefde die hier en daer van het begin des werelts tot den dach van heden verscheydentlijck is geplogen. Waer-op wel dienen sullen dese veersen tot verwonderheyt van die t'gheval daer van sich wilt inbelden, daer sy den mensch mede bejegent, ende waer van het breeder uytlegh van de voorsz. Historien, in druck synde, breeder voldoeninge can gheven, die hier niet noodich en waren als eenen verwarmden huspot voor de tweede reys voor te dienen.

[pagina 131]
[p. 131]
Si quis amat quod amare juvat feliciter ardet: Tibul.
 
O Min ô valse min wat hebt ghy loose treken
 
Wat hebt ghy listicheyt in uwen boesem steken,
 
Hoe sluymert u bedroch in 't diepste vanden sin
 
En geeft soo menich-mael een vuyl bevlechte min.
 
Hoe menich groene spruyt compt sonder weet getreden
 
In't jock van uwe vreught, ydel genegentheden
 
En swaer becommernis, waer med' ghy hun soo cruyst
 
Dat al de vryicheyt uyt siel en geest verhuyst.
 
De min en acht geen goedt, schoon iemand eel geboren
 
En ryck van middel waer, soo hy eens wordt besworen
 
Van de begeerlijckheyt der liefde, sal den staet
 
Van eer en digniteyt verfoyen, midts dat gaet
 
De liefde boven d'eer, sy acht dit niet-met-allen
 
Als 't bleeck aen een eel maeght, die op een slaef vervallen,
 
En wonder was verlieft, daer sy haer med' vergat,
 
Schoon sy de ryckste was en schoonste vande stadt,
 
Een slaef en swerten moor, mismaeckt in al syn leden
 
Sy is daermed' nochtans in vuylicheyt getreden
 
Om dat den dommen lust gedrongen was in't hert,
 
Wee hem die door den lust alsoo vermeestert werdt.
 
Siet maer wanneer dat staet de liefde uytgeschildert
 
Met duysent vervich blos, hoe haest den sin verwildert
 
En hoe den sotten lust door liefde wordt gepaeyt
 
Als-men om ryckdom mint, is liefde haest versaeyt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken