Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
't Is al vrouwenwerk. Refreinen (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van 't Is al vrouwenwerk. Refreinen
Afbeelding van 't Is al vrouwenwerk. RefreinenToon afbeelding van titelpagina van 't Is al vrouwenwerk. Refreinen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.90 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Editeur

Herman Pleij



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

't Is al vrouwenwerk. Refreinen

(1994)–Anna Bijns–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Meer zuurs dan zoets moet ik eenpaarlijk drinken

 
Veel zwaarder gepeinzen mij 't harte doorwroeten,
 
Ongeneugte houdt mij heel onder de voeten,
 
Mijn lichaam dat smelt als was bij den viere.
 
Waar ik mij stiere,
 
Es er druk ter wereld, hij zal mij ontmoeten.
 
En zeer zelden gebeurt mij enig verzoeten,
 
Maar altijd moet ik drinken van zuren biere:
 
Dit is de maniere.
 
Alle vreugd die is tot mijnent diere;
 
Harpe noch Tere en mag mij verlichten.
 
Ik en kan gemaken geen blijde siere,
[pagina 75]
[p. 75]
 
Ik kalengiere dees bitter gerichten.
 
Wenende moet ik als geslagen wichten
 
Troosteloos dichten door dit overdinken,
 
Want vrienden en magen, neven en nichten
 
Tegen mij vichten en willen mij krinken.
 
Meer zuurs dan zoets moet ik eenpaarlijk drinken.
 
 
 
Mocht mij nog zo vele zoets gebeuren
 
Als zuurs, ik bedankte mij der aventuren;
 
Veel te minder zoude wezen mijn verdriet,
 
Ik vertroostte mij iet.
 
Maar ailacen! Neen 't, dit doet mij zo treuren,
 
Dat mij 't harte dunkt van rouwe scheuren;
 
Altijd druk lijden ende anders niet,
 
Nooit scherper spriet.
 
Waar is troost van mensen, daar ik mij toe verliet?
 
Die voormaals mijn vriend hiet, heeft mij bedrogen:
 
Schoon beuzelen hij mij in d'ore stiet.
 
Wankelbaar als een riet, dubbel en doortogen
 
Heb ik 'm vonden, al scheen hij schoon voor ogen.
 
Trouwe is vervlogen, dit doet mijnen moed zinken.
 
d'Lijden is groot dat ik moet gedogen.
 
Ik zeg 't ongelogen, die woorden klinken:
 
Meer zuurs dan zoets moet ik eenpaarlijk drinken.
 
 
 
Meer zuurs dan zoets is bitter om smaken.
 
Mijn hertken zou wel na wat anders haken,
 
Maar neen, ik moet derven alle jolijt
 
Zonder enig respijt.
 
Als vrienden faalgeren, zo mag men wel waken,
 
Wat zullen dan openbaar vijanden maken?
 
Geveinsde vriendschap, vals, hypokrijt,
 
In eens lams habijt,
 
Te lijden van vrienden is d'aldermeeste spijt.
[pagina 76]
[p. 76]
 
Dus wie dat gij zijt, en betrouwt niemand te wel;
 
Ziet na elken omme, 't wordt u groot profijt.
 
Ik zeg 't zonder verwijt: geen lijden zo fel;
 
Vriends ontrouwe en es geen kinderspel.
 
En gelooft niet te snel, die schoon woorden schinken;
 
Zeik spreekt wel schone, maar 't herte meent el.
 
Door zelken bestel moet mijn vreugd minken.
 
Meer zuurs dan zoets moet ik eenpaarlijk drinken.
 
 
 
Waar ik rijk van goede, had ik geld en schat,
 
Dat iegelijk van mij mocht krijgen te bat,
 
Zo zouden mij wel veel vrienden aankleven
 
In mijn leven.
 
Maar nu is mijn beurze van gelde plat;
 
Dus vallen mijn vrienden tot mijwaart prat.
 
Waar dat ik kome, ik werde verdreven,
 
Dit doet mij beven,
 
Die luttel heeft, werd zeer zelden verheven;
 
Ik heb 't wel bezeven. Elk wil mij verdrukken.
 
Heb ik lettel goeds, dat werd mij ontkeven,
 
Onttelt en ontschreven; dit zijn mijn gelukken.
 
Ga ik te rechte, 't recht gaat op krukken.
 
Daarmee ziet men plukken als ganzen en vinken.
 
Ik moet mij lijden, zwijgen en dukken,
 
Al gebeuren mij stukken die 't recht doen hinken.
 
Meer zuurs dan zoets moet ik eenpaarlijk drinken.
 
 
 
Tegen één vreugd gebeuren mij duizend zuchten.
 
Ik en weet mij waar keren; waar zal ik vluchten?
 
Mijn wangen moet ik dagelijks bespraaien,
 
Met tranen bezaaien.
 
Wanneer zal ik plukken der vreugden vruchten?
 
Nimmermeer ailacen! dit zoud' ik duchten.
 
Den wind en wil in mijn zeil niet waaien;
[pagina 77]
[p. 77]
 
't En baat geen kraaien.
 
Geen spel ter wereld en mag mij verfraaien.
 
Als verbrande kraaien moet mijn smout afleken.
 
Mocht goei avonture tot mijwaart draaien,
 
Zo zoud' ik paaien al mijn gebreken;
 
Maar wacharmen! die is van mij geweken.
 
Die somtijds schoon spreken en vriendelijk winken,
 
Zijn dikwijls dobbel, vol lozer treken;
 
Trouwe is bezweken, ontrouwe dunkt mij stinken.
 
Meer zuurs dan zoets moet ik eenpaarlijk drinken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken