Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528) (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
Afbeelding van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)Toon afbeelding van titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.83 MB)

Scans (11.84 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Judith Keßler

J.B. Oosterman

Lode Roose



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

(2007)–Anna Bijns–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een ander.

 
DE helsce saeyere / sijn discoert saet / saeyt
 
Waer duer hi dagelicx veel vruchten quaet maeytGa naar margenoot+
 
Sal dese turbatie / noch lange dueren
 
Dit doet mi trueren
 
Dondersaet opten prelaet / duer valscen raet craeyt
 
Ongehoorsaem / hertneckich / elc sinen naet / naeyt
 
Tvolc verleyt malcanderen / vrienden en gebuerenGa naar margenoot+
 
Met loosen cueren
 
De leecke lien moeyen hen metter scriftueren
 
Si spellen figueren / na haer verstant
 
Waer duer si deendrachticheit / der kercken berueren
 
Sulc salt noch besueren / elc wacht hem voor den brant
[pagina 55]
[p. 55]
 
Scoenlappers willen preken / op haer selfs hant
 
In menich lant / wat werdet noch int leste
 
Wee den ghenen die oyt / dit opset eerst vant
 
Moeyde hem elc in tsine dat waer hem dbeste
 
 
 
Eest wonder datmen / veel menschen dolen / siet
 
Men acht nu / de universche scholen / niet
 
Maer men hout scole / in bosscen in hagen
 
Men hooret ghewaghen
 
Al spelen si theimelic / ten blijft verholen / niet
 
Daer vier es / men altijt roockende colen / siet
 
Al comen sulcken / scolieren in plaghen
 
Wie salse beclaghen
 
De waerheyt soudense / geerne verjagen
 
Van dagen te daghen / slaense op de lute
 
Na ander doctoren si niet en vraghen
[pagina 56]
[p. 56]
 
Devangelie draghen / si inde kute
 
Daer leggen sijt na / haer sinnekens uute
 
Oft yewers inde mute / buten der veste
 
Voorwaer ic segge noch te minen beslute
 
Moeyde hem elc int sine dat waer hem dbeste
 
 
 
O ghi dwase menschen / wat hebdi voren / nu
 
Ic vreese dat antecrist / is gheboren / nuGa naar margenoot+
 
Ghi doet meer schaden / dan hondert neckers
 
Ghi discoort verweckers
 
Duer u erruer / werden veel sielen verloren / nu
 
Timmerlien metsers sijn ons doctoren / nu
 
Tengieters. Pijpers / pinceel leckers
 
En schalideckers
 
Vettewariers / blauverwers / en laken reckers
 
Barbiers en tantdtreckers / dese willen hem moeyen
[pagina 57]
[p. 57]
 
Metter scriftueren / ja spotters en geckers
 
Faembevleckers / die in achterclap groeyen
 
Dit sijn de doctoren / die vol consten vloeyen
 
Teldicse metten goeyen / voorwaer ic meste
 
Ic laetse datse sijn / maer na mijn bevroeyen
 
Moede hem elc int sine dat waer hem dbeste
 
 
 
Merct wel mijn dicht / en willet uut minnen / vaten
 
Certeyn dit erruer / alle mijn sinnen / haten
 
Ghi leecke wilt u ghesin / wel regerenGa naar margenoot+
 
Laet clercken studeren
 
Waer sullen wi nu / de doctorinnen laten
 
Studeerdense min / tsou hem aen tspinnen baten
 
Maer si willen oock al disputeren
 
En argueren
 
Devangelie uut legghen / en exponeren
[pagina 58]
[p. 58]
 
Bi haer commeren / noyt meerder abuys
 
Tes wonder wat si / al practizeren
 
Si tribuleren / den goeden sijn si een cruys
 
Si houden ooc scole / binnen haer huys
 
Noyt arger gespuys / en quam uut neste
 
Ic segge al waert te Brugge / of ter Sluys
 
Moeyde hem elc in tsine dat waer hem dbesteGa naar margenoot+
 
 
 
Prinche
 
Dits voor alle Duytsce / doctoren en ic meene
 
Ooc de doctorinnen / groote / ende cleene
 
Maer ic en wil niemant / besondert befamen
 
Ick wilse wat lamen
 
Maer wie dat scult heeft / die trecket te beene
 
Hebdi gedoolt / pijnter u af te scheene
 
En doet u ambacht / tsal u meer vramen
[pagina 59]
[p. 59]
 
Oock beter betamen
 
Daer salder noch vele / hem selven pramen
 
En ooc bescamen / duer haer valsch vermeten
 
Dit werp ic int hoopken / deylet te samen
 
Uwer alder namen / waren quaet om weten
 
Vergevet mi / heb icker yet vergeten
 
Ic heb my gequeten / maer blijfter noch een reste
 
Die sal ic betalen / al en soude ic nyet eten
 
Moeyde hem elc in tsine dat waer hem dbeste

margenoot+
Mat xiii
margenoot+
Hiere ix
margenoot+
i Joan ii
margenoot+
Titum ii
margenoot+
i Timo ii

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)


auteurs

  • Judith Keßler

  • Lode Roose

  • J.B. Oosterman