Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528) (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
Afbeelding van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)Toon afbeelding van titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.83 MB)

Scans (11.84 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Judith Keßler

J.B. Oosterman

Lode Roose



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

(2007)–Anna Bijns–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Refereyn.

 
MI wondert / hoe tvolc dus abuseren / mach
 
En hoe alle quaet / dus regneren / mach
 
De menschen en leven / niet so si souwen
 
In lieften in trouwen
 
Kercken en clusen / diemen voortijts fonderen / sach
[pagina 60]
[p. 60]
 
Werden nu onteert so elc speculeren mach
 
Tvolc soect nieu wegen / en laten den ouwen
 
Beyde mans en vrouwen
 
Hoe mach devotie / aldus vercouwen
 
Certeyn ic sou houwen / het doeget verleyden
 
Der valscher propheten / die dit spel al brouwen
 
Elc wilse scouwen / rasch sonder beydenGa naar margenoot+
 
Hout u aen dat douders hier voortijts seyden
 
Acht niet haer vleyden / trect niet een lijneGa naar margenoot+
 
Wilt uut middel / van Babylonien scheyden
 
Oft ghi sullet bescreyden / ten lesten fijne
 
Die bi serpenten gaet crijcht vanden venijne
 
 
 
Een serpent sal altijt sinen aert barenGa naar margenoot+
 
En met sinen venijne ongespaert / naren
 
Alle de ghene diet sal gheraken
[pagina 61]
[p. 61]
 
Venijn moeten smakenGa naar margenoot+
 
Dus die bi quaet geselscap onvervaert paren
 
Al waert datse in duechden so vermaert / warenGa naar margenoot+
 
Si sullen ooc argeren / haer duecht sal laken
 
Hier om wilt waken
 
Quaet geselscap is arch als gespuys van draken
 
Om dese saken / liet Abraham dat sondich cotGa naar margenoot+
 
Van Caldeen / daerse god / den heere verstaken
 
Afgoden gingen maken / en hebben god bespotGa naar margenoot+
 
Die met dwasen wilt verkeeren / dye wert ooc sot
 
Gelijc een cleet vermot / bederft de heel scrijne
 
En gelijc een ontsteken let / dander verrot
 
So seggic int slot / en blive bi dmijne
 
Die bi serpenten gaet crijcht vanden venijne
 
 
 
Petrus die int geloove sterc als een mast / wasGa naar margenoot+
[pagina 62]
[p. 62]
 
Viel bi quaet geselscap hi die so vast wasGa naar margenoot+
 
Wat wildi u dan op u stercheyt verlaten
 
Arme crancke vaten
 
Peinst hi die op Jesum / so wel gepast / was
 
Heeft hem verloochent / doen hi inden last / was
 
Al sidi int geloove / sterc boven maten
 
Ten sal u niet baten
 
Ghi moet alle dwalende geselscap hatenGa naar margenoot+
 
Die op ketters tractaten / haer tanden wetten
 
Scoutse als verbannen / verdoempt / verwatenGa naar margenoot+
 
Op wegen op straten / die duecht beletten
 
Wijfs connen nu geleerde mans omsetten
 
Als sviants netten / met devoten scijne
 
Vliedt de ketters / in maeltijden en in bancketten
 
Al mocht dlichaem vetten / twert der sielen pijne
 
Die bi serpenten gaet / crijcht vanden venijneGa naar margenoot+
[pagina 63]
[p. 63]
 
Ooc wert een mensce vanden menscen geeert / vry
 
Metten genen daer hi dagelics verkeert / by
 
En geen dinc ter werelt en is so lofsame
 
Als goeden nameGa naar margenoot+
 
Hoort Joannem spreken u wijsheyt vermeert / ghy
 
Wilt de ketters niet groeten dus scrijft hi dus leert hiGa naar margenoot+
 
Op dat haer quaetheyt u ooc niet en prame
 
Oft en beschame
 
Sorcht meest voor u siele ooc voor u lichame
 
Hi verliest goey fame / die den quaden behaecht
 
Maer den quaden meslieven / is gode bequame
 
Tes der sielen vrame / dus niet en claecht
 
Al beclappen u quaey tongen / daer na niet en vraecht
 
Dat vrolijc verdraecht / want god troost de sine
 
Scout quaey menscen of ghi werter met geplaecht
 
Weer weduwe oft maecht / monic oft bagijne
[pagina 64]
[p. 64]
 
Die bi serpenten gaet / crijcht vanden venijne
 
 
 
Prinche
 
Prince die van my / hertelijc / bemint / sijt
 
Ic bidde u / dat ghi voort wijs ghesint sijtGa naar margenoot+
 
En laet u goede fame dus niet bevlecken
 
Maer wilt ontdeckenGa naar voetnoot8
 
Dat ghi der kercken / onderdanich kint sijt
 
Ic scrive tot u / als die mijn vrient sijt
 
Op dat ick u tot vroomheden mochte verwecken
 
Vanden quaden trecken
 
Die de scriftuere connen lueren en recken
 
Haer valsce becken / al de werelt becraeyen
 
Raect den teerpot niet / oft ghi sult u bepeckenGa naar margenoot+
 
U siele beplecken / dus soude ic u raeyen
 
Te scouwen dye valsce / leeringhe saeyenGa naar margenoot+
[pagina 65]
[p. 65]
 
Want venijn si spraeyen / in scijn van wijneGa naar margenoot+
 
Tsijn menscen die met allen winden waeyen
 
Haren naet si naeyen / met dobbelen twine
 
Di bi serpenten gaet / crijcht vanden venijne

margenoot+
Roma xvi
margenoot+
Hiere ii
margenoot+
Mat iii
margenoot+
Prover i
margenoot+
Psal xvii
margenoot+
Ozee xii
margenoot+
Pover xiii
margenoot+
Mat xvi
margenoot+
Joan xix
margenoot+
Titum iii
margenoot+
ii Joan i
margenoot+
i Corin v
margenoot+
Prover xxii
margenoot+
Episto ii
margenoot+
Eccle xli
voetnoot8
Verbeterd uit ontdetken.
margenoot+
Eccle xiii
margenoot+
Hebr xiii
margenoot+
Ephe iiii

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)


auteurs

  • Judith Keßler

  • Lode Roose

  • J.B. Oosterman