Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap
Afbeelding van De GemeenschapToon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.63 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/biografie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap

(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Jaargang 5, 1929

Redactie: Jan Engelman, Henk Kuitenbrouwer, Willem Maas, Lou Lichtveld, C. Vos, en Anton van Duinkerken.
Redactiesecretariaat: Albert Kuyle, Oude Gracht 55, Utrecht.



illustratie
Karikatuur van Albert Kuyle als directeur van uitgeverij De Gemeenschap, vermoedelijk door Willem Maas, 1929.




illustratie
Albert Kuyle en Kees Meekel, ca. 1930.


In deze vijfde jaargang ontbreekt een verantwoording. In de lustrumaflevering (december) blikt Albert Kuyle onder de titel Tweeduizend in vijf jaar terug op de 2000 pagina's van de eerste vijf jaargangen.

De nieuwe redacteur Anton van Duinkerken draagt al meteen enige toonaangevende beschouwingen bij. In afl. 2-3 (februari-maart) schrijft hij De dichters leven onder pseudoniem, waarin bijval aan Engelmans literatuurschouwing is te lezen, Belangrijk is eveneens zijn bijdrage aan de lustrumaflevering (december), Beweging en richting, waarin hij de ontwikkeling van de 20ste eeuwse beweging onder de rooms-katholieke jongeren schetst. Over het ontstaan van De Gemeenschap schrijft hij o.m.: ‘De omstandigheid, dat de “Roeping”-redacteuren op den duur niet bestand zouden zijn tegen de zuiver artistieke kritiese intenties van de “Roeping”-medewerkers, riep “De Gemeenschap” in het leven.’ Van Duinkerken publiceert in afl. 9 (september) het hoofdstuk Verdediging van de Jesuieten, een fragment uit Hedendaagse ketterijen, dat in afl. 11-12 (december) door Henk Kuitenbrouwer besproken wordt. In het kielzog van Van Duinkerken begint ook de filosoof Th.H. Schlichting zijn medewerking aan het tijdschrift.

In deze jaargang wordt de polemisch getoonzette Hagel-rubriek geïntroduceerd waarin de redactie regelmatig haar aversie van het politiek bedrijf uit. Kuyle keert zich in afl. 2-3 (februari-maart) tegen het surrealistische tijdschrift Variétés: ‘Ik heb hier voor me liggen nummer 9 van de 1e Jaargang. En ik moet voor eeuwig turfgraver zijn, als dit de kunstenaars moeten zijn die een nieuwe samenleving zouten met hun ingekeerdheid, als dit de donkere stilten moeten zijn in het geld-rumoer van elke dag. Arme snob, die hierin Uw behagen vindt. Arme, al te ver gedwaalde dichter, die Uw calembours gewonden hebt tot een strop om Uw magere menschelijkheid, bedrogen schilder, verrader van het handwerk die Uw surrealistisch bedrog laat opkooken uit het kwalijk riekende riool van Uw impotentie.’



illustratie
Albert Kuyle in Utrecht. ‘Hij is ook de kunstenaar van het ironische pamflet, waardoor hij zich in alle leidende kringen van het katholieke leven berucht wist te maken als humorist-en-vechtjas, als enfant plusqueterrible en als kampioen van de minderheidsmeening. Zijn Hagel leverde een regelmatige en geestige correctie op de gebruikelijke rhetoriek van het rijke Roomsche leven en deszelfs ontplooiing op de al te herbergzame terreinen van staatkunde, maatschappijleer, wetenschap en kunst.’ (Anton van Duinkerken, De beweging tier jongeren, Hilversum 1933, p. 44-45).




illustratie
Prospectus voor Albert Kuyle's novellenbundel De bries, die in het voorjaar van 1929 bij uitgeverij De Gemeenschap is verschenen.


In afl. 1 (januari) herdenkt Jan Engelman de op 2 januari 1929 overleden fascistische schrijver/schilder Erich Wichman. In zijn artikel ‘Sans peur ... et encore quelque chose’ in afl. 7-8 (juli-augustus) schrijft Albert Kuyle over de redactiewisseling van het tijdschrift Boekenschouw; Kuyle meent bij de nieuwe hoofdredacteur, Pater J. van Heugten S.J., een welwillender houding ten opzichte van De Gemeenschap te bespeu-

[pagina 40]
[p. 40]


illustratie
Handschrift van Mien Proosts Kleine verzuchtingen (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).




illustratie
H. Marsmans bijdrage aan de november-decemberaflevering.




illustratie
Illustratie door Charles Eyck voor Albert Helmans Hart zonder land dat in 1929 bij uitgeverij De Gemeenschap verschijnt.




illustratie
Vic Reinders, ca. 1938.




illustratie
Erich Wichman (links) en C. Vos wandelend op het Vredenburg te Utrecht.


[pagina 41]
[p. 41]

ren, maar formuleert tevens enig voorbehoud: ‘Maar de vredespijp die pater Van Heugten ons rijkt [sic] is niet zoo goed schoongemaakt, dan dat wij er zalig en vergeten aan kunnen zuigen.’

In deze jaargang wordt door middel van enkele bijdragen van medewerkers de nadruk gelegd op het geloofsthema. J.C. van Schagen prijst in afl. 6 (juni) weliswaar De nieuwe mensch van Just Havelaar, maar benadrukt gelijktijdig de voosheid van het humanisme zonder God; Willem Nieuwenhuis publiceert in afl. 4 en 5 (april en mei) een omvangrijk, oorspronkelijk als rede voor de K.R.O. gehouden, essay over Pieter van der Meer de Walcheren: ‘Een Katholiek, in wien geen spoor van invloeden en gevolgen der “Hervorming” te vinden is, en die een model wordt, naar wiens beeld en gelijkenis we de jonge Katholieken van den Dietschen stam [...] zouden willen boetseeren.’

Gerard Bruning is onderwerp van discussie tussen Jos. Verjans en Jan Engelman in afl. 6 (juni).

Is de toon van de Hagel-rubriek polemisch, ook de poëzie in deze jaargang draagt vaak een polemisch karakter. In afl. 2-3 (febr.-maart) publiceert Henk Kuitenbrouwer enkele Kritische kwatrijen, o.m. gericht tegen Dr. H.W.E. Moller en Albert Helman. Van Duinkerken schrijft een spotvers in afl. 7-8 (juli-augustus) op de gevierde redenaar pater Borromaeus de Greeve, die met ‘de mannen der kleine Gemeenschap’ had gespot, en Mien Proost een Aftelrijmpje in afl. 9 (september) waarin hij de draak steekt met A. Roland Holst, Martinus Nijhoff en J.C. Bloem.



illustratie
Afscheidsbijeenkomst ter gelegenheid van het vertrek van Pieter van der Meer de Walcheren naar Parijs als directeur van uitgeverij Desclée de Brouwer, 1929. Voorste rij, v.l.n.r.: Willem Maas, ?, Jan Engelman, Willem Nieuwenhuis, Pieter van der Meer de Walcheren, Christine van der Meer de Walcheren, Anne-Marie van der Meer de Walcheren, Herman de Man. Tweede rij: H. van Haastert, Gerard Wijdeveld, Bernard Verhoeven, C. Vos, Albert Helman, Tono Maas-Bonebakker, G.C.J.D. Kropman, ?, Anton van Duinkerken, Gerda Coolen-de Jong, Henk Kuitenbrouwer, Antoon Coolen, Albert Kuyle, Gerard Knuvelder, ?, ?, Max van Poll, ?, ?, Otto van Rees, ?, T. Trip. Achterste rij: wschl. Wim van Rossum, ?, ?, wschl. Kees Meekel.


Opvallend is de aanwezigheid van Gerrit Achterberg met twee verzen in afl. 11-12 (november-december). In afl. 7-8 (juli-augustus) begint Vic. Reinders zijn medewerking met het vers Nacht. Van J.C. Bloem verschijnt in afl. 7-8 (juli-augustus) een boekbespreking van Erich Maria Remarque's oorlogsroman Im Westen nichts Neues: ‘Het boek van Remarque dankt zeker negentig procent van zijn succes aan volkomen extralitteraire overwegingen, n.l. pacifistische e.d.’, waarin Bloems elders gevoerde polemiek met Just Havelaar doorklinkt.



illustratie
Portret van Albert Helman door Otto B. de Kat, ca. 1929 (Mevr. C. van Vliet-Lichtveld, Amsterdam).


Het proza in deze jaargang onderbedeeld. Albert Kuyle publiceert twee fragmenten (januari en februari-maart) van de niet voltooide roman Vuur. Opmerkelijk is het verhaal Naamloos in afl. 7-8 (juli-augustus) door Kees Meekel, in 1924 door Gerard Bruning als verreweg de grootste belofte onder de rooms-katholieke prozaschrijvers genoemd.

In afl. 6 (juni) beschrijft Jan Engelman Interieurs van Sybold van Ravesteyn.

[pagina 42]
[p. 42]


illustratie
Diner ter gelegenheid van het eerste lustrum van De Gemeenschap, 18 januari 1930. Zittend om de tafel v.l.n.r.: Paul Brand Sr., Piet Witteman, ?, ?, Willem Pompe, Hendrik Andriessen, G.C.J.D. Kropman, Albert Kuyle, ?, Theo Schlichting en Albert Helman. Staande v.l.n.r.: Jozef Cantré, ?, Jan Engelman, Gerard Wijdeveld, Anton van Duinkerken, C. Vos, Clemens Meuleman, Henk Kuitenbrouwer, S. van Ravesteyn, A. van Domburg, Herman de Man, ?, Charles Nypels en Willem Maas.




illustratie
Handschrift van het hoofdstuk Verdediging van de Jesuieten uit Anton van Duinkerkens Hedendaagse ketterijen, dat in 1929 bij Paul Brand te Hilversum verscheen, in 1943 bewerkt voor de tweede, geheel herziene druk (1946).




illustratie
Anton van Duinkerken te Hammerfest werkend aan Hedendaagse ketterijen, juli 1929.




illustratie
Albert Kuyle te Utrecht, ca. 1929.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken