Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap
Afbeelding van De GemeenschapToon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.63 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/biografie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap

(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

Splitsing De Gemeenschap en De Nieuwe Gemeenschap



illustratie
Otto van Rees en Albert Kuyle (zittend) te Ascona (Zwitserland), ca. 1933/1934.


‘Tengevolge van een noodzakelijke reorganisatie der redactie van De Gemeenschap maken, met ingang van 1 januari, de heeren H. Kuitenbrouwer en Albert Kuyle geen deel meer uit van de redactie.’

Met deze ‘mededeeling’ aan het slot van de januari-aflevering van 1934 wordt nagenoeg volstaan ter aanduiding van wat toch wel een der spectaculairste gebeurtenissen in de historie van De Gemeenschap mag heten: het verdwijnen van twee mensen van het eerste uur - de gebroeders Kuitenbrouwer - en de terugkomst (in gezelschap van Louis de Bourbon als vertegenwoordiger van de generatie van 1930) van een derde - Jan Engelman - na drie jaar afwezigheid. Het is begrijpelijk dat De Gemeenschap geen melding maakt van een Kerstmis 1933 gedateerd rondschrijven van de Kuitenbrouwers, dat ‘Engelmans leiding’ funest noemt ‘voor een werkelijk katholiek cultureel leven’ en diens herbeginnend redacteurschap de doodsteek acht voor De Gemeenschap ‘als strijdbaar katholiek maandschrift’. In datzelfde rondschrijven kondigen de twee broers de verschijning aan van De Nieuwe Gemeenschap, ‘dat thans verder de groote en eerlijke taak zal moeten vervullen welke eenmaal het thans door ons verlaten maandschrift vervulde’. Maar dit schrijven geeft wel aanleiding om de ontwikkelingen in het Gemeenschapsmilieu vanaf de laatste maanden van 1933 behalve spectaculair ook dramatisch en ingrijpend te noemen.

De redactiewijziging van De Gemeenschap, ingaande 1 januari 1934, en de afsplitsing per dezelfde datum in de gedaante van De Nieuwe Gemeenschap, kennen een slepende voorgeschiedenis en een snel verlopend eindproces. Van die langdurige aanzet is intussen in dit boek al zoveel zichtbaar geworden, dat met een korte typering der ontwikkelingen wordt volstaan. Engelman en Kuyle: dat waren twee geloven die alleen maar op één kussen konden, zolang De Gemeenschap een eigen positie nog te markeren had. In die fase kon de combinatie van begaafd dichter en principieel kunstbeschouwer enerzijds, bedrijvig redactiesecretaris met wervende kracht en fris prozatalent anderzijds, enkele momenten van wederzijdse irritatie nog wel trotseren. Gemeenschappelijkheid in jeugdige ernst over de taak van degene die én katholiek én kunstenaar was en in even jeugdig vermaak over roomse cultuurvrees, kreeg bovendien een niet geringe impuls met de komst van Van Duinkerken, die zich krachtig en welsprekend op genoemde taak bezon en zich met dartele pen van rijk-roomse kunstbevoogding aan het bevrijden was. Maar na het eerste Gemeenschap-lustrum schuiven de onderlinge verschillen van achtergrond naar voorplan.



illustratie
Brief van Henk Kuitenbrouwer, Albert Kuyle en C. Vos aan Anton van Duinkerken over de door hem voorgestelde redactiewijziging, 17 november 1933.


[pagina 61]
[p. 61]


illustratie
Ingezonden mededeling van de gebroeders Kuitenbrouwer in De Maasbode van 20 december 1933 Av.


Het effect daarvan - Kuyle's toetreding tot de redactie, die vrijwel gepaard gaat met Engelmans vertrek daaruit, einde 1930 - blijkt daarbij zowel door toenemende geprikkeldheid in de persoonlijke sfeer als door tegengestelde opvatting over het katholiek kunstenaarschap bepaald: Kuyle wenst het te binden aan de eisen van een sociaal geëngageerd geloof, Engelman acht het gebaat met artistieke vrijheid.



illustratie
Brief van Antoon Coolen waarin hij zijn instemming met het voorstel tot redactiewijziging van Anton van Duinkerken betuigt, eind 1933.




illustratie
Spotprent op de splitsing van De Gemeenschap en De Nieuwe Gemeenschap door Lambert Simon (Lambert Simon, Utrecht).


Anton van Duinkerken neemt, met respect én voor Kuyle's engagement én voor Engelmans artistieke ontwikkeling, gedurende enkele jaren een middenpositie in. Maar om een aantal redenen lukt hem dat tenslotte niet meer. De voornaamste daarvan lijkt gelegen in het feit, dat zijn eigen ontwikkeling van beschroomd seminarist naar overtuigd bestrijder van roomse cultuurvrees, hem groeiende waardering voor de betekenis van Engelman bezorgt. Maar ook de aard van Kuyle's publieke aanvallen op Engelman speelt een rol. De felheid daarvan, het reduceren daarin van de eisen des geloofs tot het ‘kerkelijk geboden-protocol’ en het hinderlijk volgen van Engelman tot in diens particuliere leven, veroorzaken bij Van Duinkerken een toenemende afkeer. Wanneer ook hijzelf tijdens redactievergaderingen van najaar 1933 door Kuyle kritisch wordt bejegend, is de maat voor hem vol en zet hij het proces in gang dat tot de wisselingen van januari 1934 leidt. Dat proces is, zoals al gezegd, snel verlopen. Hoe snel, kan opgemaakt worden uit correspondentie van betrokkenen. Op 10 november 1933 bericht Jan Engelman aan Louis de Bourbon, dat hij binnenkort het redacteurschap van De Vrije Bladen op zich zal nemen. Maar twaalf dagen later meldt hij aan dezelfde adressant: ‘In de Tijdschriften-kwestie is een zeer onverwachte wending gekomen, die het mogelijk maakt alles weer in katholiek verband te doen [...] Door verschillende daden van Kuyle en zijn broer is Van Duinkerken aan het eind van zijn geduld geraakt. Hij heeft den eisch gesteld: De Gemeenschap wordt van af 1 Jan. geredigeerd door Van Duinkerken, Coolen, Van Oosten, Engelman en De Bourbon. De twee Kuitenbrouwers er dus uit. Zoo is het mogelijk een herboren katholiek tijdschrift, met ruime opvattingen te maken, waarin de kunst niet langer wordt opgeofferd aan kleine politiek, sociologie en persoonlike hebbelikheden. Zoo kan nu ook de Groep Nijmegen, Vlemminx etc, volledig tot gelding komen. Zoo is er de kans om Marsman, Nijhoff, A. Roland Holst, Bloem, Buning en vele anderen, vele waarachtige kunstenaars, opnieuw te doen meewerken. Daar zal ik voor zorgen. “Forum” blijft verschijnen. “De Vrije Bladen” verschijnen denkelijk niet [...] Zoo juist ontvingen we bericht, dat uitgeverij en Stichting met ons plan meegaan. De nieuwe Gemeenschap is dus met 1 Jan. een feit.’



illustratie
Gabriël Smit, ca. 1934.


Binnen twaalf dagen is het inderdaad zo, ongeveer, gegaan. Ongeveer, omdat Van Duinkerken zijn eisen aanvankelijk omzichtiger formuleert dan in Engelmans

[pagina 62]
[p. 62]

weergave ervan. In een brief aan zijn mederedacteuren van 15 november stelt hij als voorwaarde voor eigen aanblijven onder meer ‘terugwinning van oude medewerkers, desnoods met opoffering van huidige redactieleden’ en ‘volkomen beheersching der polemiek, speciaal van de Hagel-rubriek, die uitsluitend in dienst mag staan van het gemeenschappelijk ideaal’. Aan het einde van deze brief volgt dan ‘het concrete voorstel, dat met ingang van 1 Januari de redactie zal worden uitgebreid met de dichters Jan Engelman en Louis de Bourbon’. Binnen twee dagen is er al een reactie van de Kuitenbrouwers, die vrij welwillend is. Kuyle is bereid zich voorlopig terug te trekken als redacteur, ter voorkoming van ‘alle mogelike geprikkeldheden’, tegen medewerking aan het blad door Engelman zal men zich niet verzetten, maar: ‘Het opnemen, op dit moment, van J. Engelman in de redactie, achten wij ongewenst’. Pas mede in antwoord op deze reactie kiest Van Duinkerken op 18 november, in een tweede brief aan zijn mederedacteuren, een meer definitieve opstelling. Met Engelman bleek, aldus Van Duinkerken, niet onderhandeld te kunnen worden over ‘verdaging zijner candidatuur’, omdat alleen een onmiddellijk en volwaardig optreden als redacteur van De Gemeenschap hem kon ontslaan van afspraken met De Vrije Bladen. Die bevinding en de gebleken bijval van Coolen en Van Oosten voeren hem dan tot de conclusie, dat er een redactionele meerderheid bestaat voor zijn voorstel inzake een nieuwe redactiesamenstelling. Het snelle verloop van een en ander krijgt een navenant besluit, als Van Duinkerkens namenlijstje vier dagen later in de brief van Engelman aan De Bourbon verschijnt en op 12 december de goedkeuring van het Stichtingsbestuur blijkt te verwerven.



illustratie
Notulen van de vergadering van de Stichting De Gemeenschap op 12 december 1933 door Anton van Duinkerken.


Niet alleen de nieuwe De Gemeenschap is met 1 januari een feit, maar ook De Nieuwe Gemeenschap, onder redactie van Jan Derks, A. den Doolaard, Henk Kuitenbrouwer, Albert Kuyle, Ad. Sassen en Gabriël Smit. De eerste jaargang van De Nieuwe Gemeenschap staat goeddeels in het teken van omstandige aandacht voor de schermutselingen in de Gemeenschapsgelederen uit november-december 1933 en van felle aanvallen op de vrienden van weleer, met name op Van Duinkerken en Engelman. Eigen profilering komt tot stand in een redactionele beschouwing als De nieuwe norm (afl. 5, mei), waarin deze norm voor literatuur en leven in de omschrijving ‘katholiek-volksche beginselen’ wordt gebaseerd op een gewenste ‘samenhang van natuur en bovennatuur’. Wanneer deze beginselen aan het begin van de tweede jaargang (afl. 1, januari) een uitwerking krijgen in racistische zin, is dit voor A. den Doolaard en Gabriël Smit aanleiding om uit de redactie te treden.

[pagina 63]
[p. 63]


illustratie
Omslag van de eerste aflevering van De Nieuwe Gemeenschap met een houtsnede door Otto van Rees, januari 1934.




illustratie
Perskaart van Jan Derks, 1936 (Mevr. M.G. Derks-Verhagen, Oldenzaal).




illustratie



illustratie
Circulaire van de gebroeders Kuitenbrouwer aan de abonnees van De Gemeenschap over hun verwijdering uit de redactie en over de oprichting van De Nieuwe Gemeenschap, Kerstmis 1933.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken