Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten voor kinderen (1838)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten voor kinderen
Afbeelding van Gedichten voor kinderenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten voor kinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten voor kinderen

(1838)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Jozef.

[pagina 95]
[p. 95]

Jozef.
I.

 
De goede Jozef was bemind
 
Van alle brave menschen,
 
En Jakob zelf kon in dees zoon
 
Geen grooter deugden wenschen.
 
 
 
Van zes paar broeders was dit kind
 
Op één na 't jongst geboren;
 
En dezen zoon had Jakob zich
 
Ten lievling uitverkoren.
 
 
 
Hy groeide in deugd en godvrucht op,
 
Was zedig, ingetogen,
 
En hield in alles wat hy deed,
 
Zijn plicht, en God voor oogen.
[pagina 96]
[p. 96]
 
Gehoorzaam was hij, zacht van aart,
 
Voor ieder één dienstvaardig,
 
En, meer dan al zijn broeders saam,
 
Zijn ouders liefde waardig.
 
 
 
Uitstekend was hy door zijn schoon
 
Van de andren onderscheiden.
 
Zijn ouders leefden in dit kind:
 
Hy was de vreugd van beiden.
 
 
 
De luister van zijn braafheid blonk
 
Zijn broedren hel in de oogen;
 
Zy konden in hun nijdig hart
 
Zijn voorrang niet gedogen.
 
 
 
Nog nooit had hy een plicht verzuimd
 
Waardoor hy Jakob griefde;
 
Des schonk hy hem een kostbaar kleed,
 
Ten teeken van zijn liefde.
[pagina 97]
[p. 97]
 
Nu steeg der broedren haat ten top;
 
Dien Jozef niet vermoedde,
 
Om dat zijn eigen argloos hart
 
Geen nijd of wangunst voedde.
 
 
 
Eens had hy 's nachts een vreemden droom,
 
Daar hy geen erg in stelde,
 
Maar dien hy gul en onbedacht
 
Zijn broederen vertelde.
 
 
 
Ik dacht, wy waren verr' van hier,
 
(Dus liet zich Jozef hooren)
 
Te zamen bezig in het veld,
 
Aan 't binden van het koren.
 
 
 
Als zich mijn schoof van de aarde hief
 
En staan bleef voor mijne oogen,
 
Terwijl uw schoven al te saam
 
Zich voor de mijne bogen.
[pagina 98]
[p. 98]
 
De jongeling zweeg; maar nijd en spot
 
Was in hun oog te lezen.
 
Hoort, riepen zy, eens zal hy heer,
 
En wy zijn knechten wezen.
 
 
 
Van nu af rees hun bittre haat
 
Nog hooger dan te voren,
 
En in hun boezem had de nijd
 
Zijn wis verderf gezworen.
 
 
 
Nu zochten zy met ongeduld,
 
Maar konden niets ontdekken,
 
Waaruit men met een schijn van recht
 
Zijn braafheid kon bevlekken.
 
 
 
Een tweede droom dien Jozef had
 
En argeloos verhaalde,
 
Was oorzaak dat hun wreed gemoed
 
Zijn ondergang bepaalde.
[pagina 99]
[p. 99]
 
Ik droomde, zei hy, dat de zon
 
Zich met de maan verneêrde,
 
En, neêrgebogen aan mijn voet,
 
My plechtiglijk vereerde.
 
 
 
Elf sterren zag ik nevens haar
 
Vernederd aan mijn voeten,
 
En met het eigenste eerbewijs
 
My als beheerscher groeten.
 
 
 
Hou op, riep Jakob ernstig uit,
 
Wat zoude ons overkomen?
 
Mijn zoon, wat beeldt uw hart zich in?
 
Wat is de zin dier droomen?
 
 
 
Hoe! zoude uw moeder, zoude ik - zelf,
 
En al uw broedren, buigen,
 
Om u, als onzen Vorst en Heer,
 
Onze eerbied te betuigen!
[pagina 100]
[p. 100]
 
Doch Jakob voelde in zijn gemoed
 
Wat deze droom mocht spellen,
 
En zag de wangunst uit het hart
 
Van 's jonglings broedren wellen.
 
 
 
Hy wilde de onmin door dien droom
 
Niet meerder op zien stijgen;
 
Daarom gebood hy hem met ernst,
 
Van zijnen droom te zwijgen;
 
 
 
Maar bad Gods raadsbesluiten aan
 
In stilte en vol vertrouwen,
 
En hoopte, in dees zijn lievling eens
 
Een gunstling Gods te aanschouwen!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken