Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten voor kinderen (1838)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten voor kinderen
Afbeelding van Gedichten voor kinderenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten voor kinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten voor kinderen

(1838)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 112]
[p. 112]

IV.

 
Nu dachten Jakobs zonen haast
 
Naar Hebron heen te trekken,
 
En vonden saam een middel uit
 
Om hun vergrijp te dekken.
 
 
 
Men slachtte een geit, en doopte 't kleed
 
Dat Jozef was onttogen,
 
In 't uitgestorte geitenbloed,
 
Dat schijn gaf aan hun logen.
 
 
 
Nu werd een vreemdling met dat kleed
 
Van Sichem heen gezonden,
 
Die d'ouden Jakob melden moest
 
Dat hy het had gevonden.
[pagina t.o. 112]
[p. t.o. 112]


illustratie
Jozef.


[pagina 113]
[p. 113]
 
De vreemdling kwam te Hebron aan,
 
Waar Jozefs vader woonde;
 
En spoedde zich naar Jakob heen,
 
Aan wien hy 't kleed vertoonde.
 
 
 
De Wreedaart sprak: Ik vond dit kleed
 
Bebloed en vol van scheuren;
 
Droeg niet uw zoon dit fraai gewaad
 
Van velerhande kleuren?
 
 
 
De grijze Jakob stond ontroerd
 
Toen hy het kleed ontwaarde,
 
En stortte met een luid geween
 
Wanhopig neêr op de aarde.
 
 
 
Ach! riep hy, Jozef leeft niet meer!
 
Mijn kind is my ontnomen!
 
Ach! zeker is hy in het woud,
 
Door tijgers omgekomen.
[pagina 114]
[p. 114]
 
Mijn Jozef! Jozef, ô mijn zoon!
 
Nooit zult gy wederkeeren;
 
En ieder dag, zoo lang ik leef,
 
Zal mijnen rouw vermeeren!
 
 
 
Zoo treurde Jakob dag en nacht,
 
En zag zijn andre zonen
 
(Die eindlijk waren weêrgekeerd)
 
Geveinsde droefheid toonen.
 
 
 
De Valschaarts deelden Jakobs rouw,
 
Maar niet met ware smarten;
 
En weenden om huns broeders dood,
 
Met blijdschap in hun harten.
 
 
 
Mijn kindren, riep de grijzaart soms,
 
Vergeefs is al uw pogen;
 
Ik zal zoo lang ik hier nog leef,
 
Mijn tranen niet meer droogen.
[pagina 115]
[p. 115]
 
Mijn kindren! ach ik zoek geen troost.
 
Niets wensch ik dan te sterven,
 
Welhaast zult gy, door Jozefs dood,
 
Uw droeven Vader derven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken