Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (7.74 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

God.Ga naar voetnoot*

IK, IK ben de Heer.

Jezaia XLIII, 1
 
Wie is hy, die zoo hoog, zoo diep
 
In 't grondelooze licht,
 
Zijn eeuwgen zetel heeft gesticht;
 
Miljoenen in het aanzijn riep,
 
En al 't bestaanbre schiep?
 
Die, zonder steunsel, alles schraagt,
 
En 't eeuwig-zeker lot
 
Van alles op zijn adem draagt?
 
Wie is, Wie is hy? - god.
 
 
 
Wie is Hy, die zoo diep, zoo hoog,
 
Als aller Wezens Vorst,
 
Het al op zijne handpahn torscht;
 
En 't met den opslag van zijn oog
 
Beweegt, en drijft, en schorscht? -
 
Op worm en Engel even zeer
 
Verzorgend nederschouwt? -
 
Wie is hy? - Aller Opperheer,
 
Op wien mijn hart vertrouwt.
 
 
 
ô God, ô Gy die eeuwig leeft;
 
Uit wien dat leven vliet
 
Dat bruischend door onze aadren schiet;
 
Wiens weldoende adem om ons zweeft;
 
ô God, verlaat ons niet! -
 
Ontbreekt me Uw adem, 'k ben geweest
 
En stort tot vormloos slijk:
 
Onttrekt Gy 't licht my van Uw geest,
 
'k Ben 't reedloos dier gelijk.
[pagina 11]
[p. 11]
 
Uw licht is 't, waar de Zon van blaakt,
 
En dat de veldbloem kleurt; -
 
Waarnaar zy 't hoofd ten hemel beurt: -
 
Dat 's aardrijks zwangren schoot ontslaakt,
 
En 't hart der rotsen scheurt.
 
Dan springt de bron heur ader uit,
 
En drenkt en mensch en dier;
 
De grond ontluikt in voedend kruid,
 
Gestoofd door 't Hemelvier.
 
 
 
ô God! hoe brengt de mensch U lof,
 
Ontheiligd door zijn val?
 
U, d' Onderhouder van 't heelal!
 
Hoe heffen we uit dit aardsche stof
 
Een waardig dankgeschal?
 
Hoe durven we opwaart tot U zien
 
Met wroegingvol gemoed?
 
Waar, waar, is Uwe wraak te ontvliên,
 
Die heel geen schepping boet? -
 
 
 
Gy boet die, God van eeuwigheid,
 
Gy, met den Vader één:
 
Als mensch hebt Gy voor ons geleên,
 
Ons 't heil der onschuld weêrbereid,
 
Den zondestrijd volstreên.
 
ô Heiland, hoe versmelt de ziel
 
By dit triomfgezicht!
 
Hoe dubbel zalig hy die viel,
 
Door U weêr opgericht!
 
 
 
1827.
voetnoot*
Vermaking, 13.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken