De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk– rechtenstatus

Auteursrechtvrij

Vorige Volgende


Paaschzang.Ga naar voetnoot* (Na Sturm.) Stijgt hemelwaart, ô Jubelgalmen! Stijgt, Lof- en Dank- en Zegepsalmen! De dood der zonde ligt geveld. Zingt, aarde, hemel, wareldsfeeren, Buigt neder voor den Heer der Heeren, Den uit het graf verrezen Held! Hy heeft, Hy heeft volbracht! Aan Hem zij lof en kracht! Hallelu Jah! 't Heelal verbreidt Zijn heerlijkheid, Aan Hem behoort de macht. Ja, aarde, dal van eindloos treuren, Thands moogt gy 't hoofd ten hemel beuren: Gy zijt geen dal des jammers meer. Des afgronds kerker is verbroken, De vloek des Rechters losgesproken
[pagina 206]
Het licht, het leven keerde weêr. Het graf hergeeft zijn buit, De macht der hel heeft uit, Hallelu Jah! De Heer regeert, Hy triomfeert! Aan Hem alleen zij eer! Wat zoude ons thans verschrikking geven? Laat de afgrond, laat zijn slaven beven Voor Hem die eeuwig, eeuwig leeft! Wy, Christnen, zijn 's Verwinnaars leden, Voor wie Hy hel en dood vertreden En zich in 't stof vernederd heeft. Voor ons is 't dat Hy leed! Voor ons dat Hy volstreed! Hallelu Jah! Vermeetlen, beeft, Die hem weêrstreeft. Uw Heer, uw Overwinnaar leeft. Thands durft geen twijfelmoedig treuren Het heilbegeerig hart verscheuren; De steenrots des geloofs staat pal, In 't buldrend woên van wind en golven, Getrouw, onwrikbaar, onbedolven, En overwinnaar van 't heelal. Ja aarde en hemelrond, Verwacht zijn laatste stond, Hallelu Jah! Maar niets verkracht Gods oppermacht, Noch breekt Zijn heilverbond. Verga dan alles, wy, wy blijven. Ons lichaam moge in 't graf verstijven En tot verstuivende asch vergaan. Mijn Heiland leeft: mijn dor gebeente Waakt eenmaal op in 't grafgesteente,
[pagina 207]
Om onverderflijk op te staan. Onsterflijk als mijn God! Ziedaar mijn heerlijk lot! Hallelu Jah! Ja, Jezus leeft, Die 't leven geeft, Hy is ons voorgegaan. [Zonder jaartal.	voetnoot* Nalezingen II, 40.

Vorige Volgende