Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (7.74 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hemelvaart.Ga naar voetnoot*

 
Verr' boven 's Hemels Englenscharen,
 
Verheerlijkt, zeegrijk opgevaren,
 
Schonkt Ge ons de onsterflijkheid weêrom.
 
De lofzang van hun jubelchooren
 
Schalt door 't gejuich der uitverkoren
 
En schatert door Gods heiligdom.
 
Gy nadert 's Vaders throon,
 
Gy, de ongeschapen Zoon!
 
't Godlijk aanschijn
 
Ontluikt en spreidt,
 
Voor grimmigheid,
 
Genade, en zoen ten toon, en gunst, en menschenmin,
 
Weêrgalmend in 't gezang van 't heilig hofgezin.
 
 
 
Gy zet, ô Dood- en Helvertreder,
 
Aan 's Vaders rechterhand U neder,
 
Uw' wederstreveren ten spijt.
 
Gy, God uit God, door God gezonden,
 
Gy die der zonden vloek ontbonden,
 
En 't schuldige aardrijk hebt bevrijd.
[pagina 208]
[p. 208]
 
Gy hebt, Gy hebt volbracht;
 
Gy, ons ten zoen geslacht,
 
Gy, Verwinnaar
 
Gy hebt volstreên,
 
En U-alleen
 
Zij aller schepslen lof, zij heel ons hart gewijd!
 
Triumf! de Heiland keert verwinnaar uit den strijd!
 
 
 
Gy spraakt: ‘in 't bloed der offerstieren,
 
In 't vet der smeulende outervieren,
 
Is niets, dat aan uw recht voldoet.
 
ô God, voor 't eerste morgengloren,
 
Hebt Gy my tot uw dienst verkoren,
 
Hier ben ik, zie! aanvaard mijn bloed!’
 
Gy spraakt, en droegt, en leedt,
 
En ondergingt, en streedt -
 
't Aardrijk beefde,
 
Des afgronds kracht
 
Erkende uw macht,
 
En werd in 't wriemlend stof verpletterd door uw' voet,
 
Terwijl de zondeschuld, de bloedschuld is geboet.
 
 
 
Gy hebt U-zelv' ten roof gegeven
 
Gehoorzaam tot in 't wreedste sneven,
 
En Gods genadelast volwrocht.
 
Juich, aardrijk! juicht, verloste zielen,
 
Wie ooit in 's vijands boei vervielen,
 
Uw Heiland heeft u vrij gekocht!
 
Geen rechter zal voortaan
 
Met u in 't oordeel gaan.
 
Uw Verzoener
 
Keerde in zijn rijk!
 
Zijn liefdeblijk
 
Heeft voor uw dure schuld, uw gruwelschuld voldaan.
 
Uw vijand ligt verplet, 't rijk der genâ vangt aan.
 
 
 
‘Word op mijn' Hemelthroon verheven,
 
'k Heb U 't Heelal ten prijs gegeven!
 
Aan U behoort mijn heerlijkheid!’
[pagina 209]
[p. 209]
 
Dus sprak God zelf, verloste vromen!
 
ô Gy, voor wie Zijn bloed moest stroomen,
 
Knielt neder voor zijn Majesteit!
 
Hoe heerlijk is uw loon
 
ô Gods verhoogde Zoon!
 
Volgen we allen,
 
Getrouw, gedwee,
 
Door kruis en wee!
 
Ook ons is 't Godlijkst loon voor de eeuwen opgeleid,
 
(Uw dood verdiende 't ons!) 't genadeloon bereid!
 
 
 
ô Heer, Gy hebt uw' uitverkoren
 
Een troost en onderstand beschoren,
 
Die in geen leed verijdeld wordt!
 
Uw Geest is 't, die ten troost der smarte
 
In 't U getrouw beminnend harte
 
De vreugd van uwen Hemel stort.
 
Hy daalt uit Uwen schoot,
 
En leert Uw' gunstgenoot
 
's Levens heirbaan.
 
Wy slaan het oog
 
Tot U omhoog,
 
En trotsen in uw kracht de wareld, hel, en dood.
 
Hun woede grimme ons aan! wy sluim'ren in Uw schoot!
 
 
 
Wy schroomen jammren noch bezwaren,
 
Maar blijven op die eerkroon staren,
 
Die ons aan 't eind der baan verbeidt.
 
Gy gingt ons voor, verheerlijkt Koning!
 
En hebt in uwe Hemelwoning
 
Aan, die Gy lief hebt, plaats bereid.
 
Haast keert Ge, en voert uw volk
 
In 't licht der hemelwolk
 
Naar den hoogen!
 
Daar leven wy
 
Met de Englenrij
 
En d' ongenaakbren God, en U, in eeuwigheid!
 
Ja! zien, genadig God! Uw Hemelmajesteit.
[pagina 210]
[p. 210]
 
Hoe blinkend zal die dag verschijnen,
 
Wanneer ge omstuwd met Serafijnen
 
In schrikbare Almacht nederdaalt!
 
Ach! waar die dag, die dag des levens
 
(Uw' vijanden een dag des bevens!)
 
Voor ons ter zaligheid bepaald!
 
Wat toeft ge, ô groote God!
 
Voleindig Gy ons lot!
 
Hallelu Jah!
 
Het zal geschiên!
 
Ook hy zal 't zien,
 
Wiens reeds vermolmd gebeent' Zijn glans in 't graf bestraalt,
 
Triumf! Hy is naby! Hy heeft gezegepraald!
 
 
 
[Zonder jaartal.]

voetnoot*
Nalezingen II, 43.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken