Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (5.49 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 329]
[p. 329]

Hooimaand.Ga naar voetnoot*

 
Tempora saepe gerens foeno religata recenti,
 
Desectum poterat gramen versasse videri.
 
 
 
Ovidius.
 
't Is hooitijd. In den Kreeft getreden,
 
Vertraagt het Zongespan zijn vaart,
 
En hijgt en snuift met matte leden,
 
En ziet uit hooger stand op de aard.
 
Nu vlammen kar en gouden wielen
 
En dringen stortende op zijn hielen
 
Wanneer 't, het middagpunt doorsneld,
 
Het Westerkoeltjen riekt van de avond,
 
En met vernieuwde krachten dravend,
 
Zich domplen gaat in 't pekelveld.
 
 
 
Komt, Maaiers, 't zeissen aangegrepen,
 
't Is tijd! 't volgroeide gras geveld!
 
De prikklende Yver klapt zijn zweepen,
 
Schoon 't lichaam ook in 't zweet versmelt.
 
En, valt by 't blaakrend middagbranden
 
Het zeissen uit de matte handen,
 
Welaan! een hoop op één getast,
 
En, in de schaduw neêrgelegen,
 
Een nieuwen moed door 't maal verkregen,
 
Dat ons by frissche teug vergast!
 
 
 
Zwaait, maait, gy grofgespierde knapen;
 
En landmaagd, steek de handen uit;
 
De houten veldhark zij het wapen
 
Dat in uw zwakker vuisten sluit.
 
Kom, arbeid van een minder hijgen!
[pagina 330]
[p. 330]
 
't Gevelde gras gespreid in rijgen,
 
Waar 't dorre en droog' van zon en wind!
 
Dan opgestapeld, dat de regen
 
Langs 't hangend sprietjen neêrgezegen,
 
Naar binnen geenen doorgang vind'! -
 
 
 
Maar 't groen der groeiing is verschoten
 
In 't graauwgeel van den najaarstooi.
 
Niet vruchtloos is het zweet vergoten;
 
Juicht, juicht in 't frischgewonnen hooi.
 
Juicht, Vennoots, 't zal uw rundren voeden,
 
't Gemis van weide en gras vergoeden,
 
En, omgeschapen door 't genot,
 
Tot melk en winterboter worden,
 
Naar de altijd zegenstortende orden
 
Van d'allen nood voorzienden God.
 
 
 
1827.
voetnoot*
Vermaking, 183.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken