Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.62 MB)

Scans (5.37 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hairlok.Ga naar voetnoot* [Aan mijne Egade.]

 
Num tu, quae tenuit dives Achemenes,
 
Aut pinguis Phrygiae Mygdonias opes,
 
Permutare velis crine Lycimniae?
 
 
 
Horatius.
 
Ja, beschouw die blonde vlecht
 
Die ik op mijn boezem hecht.
 
Vraagt gy, wie zy toebehoorde?
 
Wie door zulk een lieve lok
 
Zulk een zachte zijden vlok
 
My 't gevoelig hart bekoorde,
 
Waar mijn boezem steeds meê pronkt,
 
Die mijn oog steeds tegenlonkt,
 
's Morgens vroeg en 's avonds spade?
 
't Is de lieve teedre Gade,
 
Die my God heeft toegevoegd,
 
Aan wier hart het mijne zwoegt.
[pagina 384]
[p. 384]
 
Ja dit hair vol zonnevonken,
 
Heeft op 't dierbaar hoofd geblonken,
 
En gemengeld met het licht
 
Van het minlijkst aangezicht,
 
In die tederste aller lonken,
 
Die de trouwste lotgenoot
 
Uit een oog vol Hemel schoot,
 
Wen het lachjeu van heur lippen,
 
't Lieve blijwoord af liet glippen
 
Dat my 't leven wedergaf,
 
Toen het overwicht der plagen
 
Die mijn boezem had te dragen,
 
My gedompeld had in 't graf.
 
 
 
Zou ik dan die lok niet eeren,
 
Boven 't fijnste goud waardeeren,
 
Boven 't flonkerdiamant
 
Van een kouden borstkarkant,
 
Boven baggen en sieraden,
 
Aangebedenste aller Gaden? -
 
Ja, dat zal ik, dierbre Vrouw,
 
Als een pand van echte trouw.
 
Echte trouw, die onverbroken,
 
Nog 't bevrozen bloed doet koken,
 
Dat gy eens in vlam gezet,
 
En uit d' afgrond hebt gered
 
Van het diepst wanhopig treuren: -
 
Trouw, die wrevel noch geweld,
 
Hoe de nijd van zwadder zwelt, -
 
Die geen tijd of dood zal scheuren.
 
Trouw, die boven aardschen schat
 
Boezemzaligheid bevat,
 
Wonden zalvend, wonden heelend,
 
Hemelvrucht in 't harte telend! -
 
Ja, die my zoo dierbre vlecht
 
Blijft op dees mijn borst gehecht!
 
 
 
Dierbaar Wicht, ten Huwlijkszegen
 
Van des Hoogsten gunst verkregen,
[pagina 385]
[p. 385]
 
'k Laat u schat noch overvloed,
 
Maar een onverbasterd bloed
 
Dat zijn oorsprong nooit verzaakte,
 
Nooit zich laagheên schuldig maakte,
 
En wanneer ik van U ga,
 
Dit mijn liefdepandtjen na.
 
Pandtjen, voor mijn hart van waarde
 
Boven al het goud der aarde!
 
Gy, beschouw het wen ik sterf,
 
Als een overdierbaar erf.
 
Boezem' 't u by 's warelds vlagen
 
Moed om ongelijk te dragen,
 
Altijd warme menschenmin,
 
Godvrucht en vertrouwen in!
 
Moed, gelijk dat hart betoonde,
 
Godvrucht, als dat hart bewoonde,
 
Kracht als in dien boezem sloeg
 
Die dit dierbaar kleinood droeg!
 
Tederheid en Godvertrouwen,
 
Als die edelste der vrouwen,
 
Als die moeder, welker schoot
 
U van onder 't hart ontsloot,
 
Uit wier borst gy zuivre togen,
 
Deugd en Waarheid hebt gezogen,
 
Niet in Dichterlijken pronk
 
Aan heur eeuw ten voorbeeld schonk,
 
Maar in 't onberisplijkst leven
 
God' ter glorie heeft gegeven!
 
Dit verleene U, ô mijn Zoon,
 
God van Zijn Genadethroon!
 
 
 
1824.

voetnoot*
Navonkeling II, 168.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken