Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Op mijne afbeelding,
door Kuilenburg geschilderd.Ga naar voetnoot*

 
Dus trof my 't Kunstpenceel van kuilenburg naar 't leven.
 
Naar 't leven? - Neen, ô neen, mijn leven heeft gedaan.
 
Dat heeft met Neêrlands bloei den laatsten snik gegeven,
 
En 't is geen leven meer, dat thands mijn borst doet slaan.
 
Vergeefs vraagt ge aan dit oog de kracht van vroeger jaren,
 
Dat vuur der Jonglingschap dat eens zoo flikkrend glom:
 
Aan 't voorhoofd, voor den tijd beschaâuwd met grijze hairen,
 
't Verbeeldingrijk vernuft, beroemd by 't Dichtrendom.
 
De mond vergat sints lang de kunst van 't hart te kneden,
 
En de overreding week, die van dees lippen vloot:
 
De matte boezem zonk; en geest en kundigheden
 
Verstierven in den klem van d' algemeenen nood.
 
Wat zoekt ge, ô Kunstvriend, nu, na de uitgeblaakte vonken,
 
De fakkel nog in de asch, die van haar overschiet?
 
Ach, heeft haar scheemrend licht u ooit in 't oog geblonken,
 
Waardeer naar 't dove stof heur' ouden luister niet!
 
 
 
's Gravenhage, 1794.

voetnoot*
Mengelingen III, 97.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken