Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het leven.Ga naar voetnoot*

 
Ja, het aanzijn heeft zijn waarde,
 
Wie erkent het niet gereed?
 
't Is gewis niet alles leed.
 
'k Weet geen beter ding op aarde.
 
Eten, drinken, slaap, vermaak,
 
Wat een aangename zaak!
 
 
 
Hoort niet, Vrienden, naar het praten
 
Van een' Dichterlijken grijn,
 
By zijn hoofd- en lendenpijn.
 
Wie wou zoo het leven haten!
 
't Is maar, dat hy altijd suft,
 
In zijn nachtjapon vermuft.
 
 
 
Zeker, 't is een groot genoegen,
 
Om een schamel mondvol brood,
 
Om een teugjen uit de sloot,
 
Ziel en lichaam af te zwoegen,
 
En te koopen voor zijn bloed,
 
Wat de veldmuis kostloos voedt.
[pagina 169]
[p. 169]
 
ô Hoe smaakt het, van zijn leven
 
Steeds een vierde weg te geven
 
Aan een werkelooze nacht,
 
Die uw uitgeputte leden,
 
Moê van louter nutloosheden,
 
Moet herstellen in hun kracht!
 
 
 
ô Hoe zoet is 't, in het razen
 
Van een menigte van dwazen
 
Om te zwieren zonder rust;
 
En in nietigheên te deelen
 
Die hun kinderzinnen streelen
 
Met geveinsde hartelust!
 
 
 
ô Hoe fraai is 't, meê te lachen,
 
Als zy om uw byval prachen
 
Voor een ongezouten klap!
 
Meê te praten, meê te loopen;
 
En zijn vrijheid niet te koopen
 
Dan met aller vijandschap!
 
 
 
ô Hoe schoon, de gangbre logen,
 
(Spijt gevoel, verstand, en oogen)
 
Meê te huldigen voor waar!
 
Met de blinden die u mennen,
 
In de diepe gracht te rennen,
 
Tot onredbaar lijfsgevaar!
 
 
 
Ja, hoe moet het niet bekoren,
 
Uit hun mond een lof te hooren,
 
Die uw geest of braafheid hoont!
 
Of den wissen smaad te vreezen,
 
Van als dom te zijn verwezen,
 
Zoo gy u daar boven toont!
[pagina 170]
[p. 170]
 
Zeker! wien het kan vermaken,
 
'k Gun hem, dat geluk te smaken;
 
Maar hy sta my gunstig toe,
 
Dat ik al die fraaie dingen
 
In de doodkist wensch te ontspringen!
 
'k Ben ze vijftig jaar reeds moê.
 
 
 
1810.

voetnoot*
Affodillen I, 129.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken