Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aan de hedendaagsche godsdienst-stoorders.Ga naar voetnoot*

Quid immerentes hospites vexas, canis?

Hobatius.
 
Wat blaft ge, ô vuige hondenstoet!
 
Den vreemdling na, en bijt onnoozlen naar de hielen,
 
Op 't u mishaaglijk kleed verwoed,
 
En lekt de vuile hand van snode plonderfielen?
 
Komt, wendt den bozen muil op my
 
Die 't scheurziek wolfsgebit uw kaken uit zal breken,
 
En laat een braven wandlaar vrij,
 
Die 't rustig pad betreedt, van 't spoor niet afgeweken.
 
Lafharte gluipers by de nacht,
 
Om d' u gesloten stal, den schaapstal, in te dringen;
 
Maar moedig, om by de overmacht
 
't Ontzette herdervolk naar strot en keel te springen!
 
Gy, bastaartbroed, van wolventeelt,
 
Hyénaas listigheid, en tijgerlijke woede,
[pagina 206]
[p. 206]
 
Die kudde en kooi als buit verdeelt,
 
En thands, noch wachtknaap ducht, noch herderlijke roede;
 
Wacht, wacht u! de Opperwachter leeft,
 
En slaapt niet zorgloos in, als Schaap- en Volkenherder.
 
Zijn arm, waar leeuw en wolf voor beeft,
 
Wenkt uit de wolk en roept: ‘Vermeetle hoop, niet verder!’
 
Gaat, vult de wouden met gehuil;
 
Ontrust de stille nacht met uw vervaarlijk blaffen;
 
Rukt (wilt gy 't) lijken uit den kuil;
 
Zijn lang getergd geduld zal eens den moedwil straffen.
 
En wy, wien 't bloed in de aders zwelt,
 
Wy durven heel uw tal, ook wapenloos, verwachten;
 
Wy proefden 't, hoe de hondsbeet knelt,
 
En hoe die wonde bloedt, maar leerden 't ook verachten.
 
Of, kunt gy 't, bijt mijn gorgel af,
 
En rijt mijn boezem op, verscheurt my de ingewanden!
 
Te wijken waar dit hart te laf,
 
Dat Waarheid, God, noch Recht, voor 't leven zal verpanden.
 
Verwoest weêr d' akker die my voedt:
 
'k Mag hongren; 'k heb een God, een Heiland aan mijn zijden
 
En 't scheemren daagt van d' uchtend-gloed,
 
Die van 't Gewetensjuk der Spottren zal bevrijden.
 
 
 
1820.

voetnoot*
Sprokkelingen, 115.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken