Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 316]
[p. 316]

Lofredenen.
(Werklijk uit uittreksels van Genootschaps lofredenen gesproten.)Ga naar voetnoot*

 
'k Heb eertijds ook gemeend zoo wel als Socrates,
 
(Al hield ik by dien paai vol wijsheid juist geen les,)
 
Dat iemand prijzen, was zijn deugdlijkheid verhalen;
 
Niet, dat hy vrolijk was op feest-of vriendenmalen,
 
En onder 't pijpjen, lief kon keuzlen aan den haard,
 
En graâg zijn kaartjen speelde, en meer van dezen aart.
 
Maar eindlijk moet ik toch uit voor- by voorbeeld leeren
 
Van mannen van gewicht die mode en tijd regeeren,
 
En Maat- by Maatschappy van onbetwist gezag,
 
Dat Lofrede overal heur stof uit nemen mag.
 
En waarom niet? Elk een heeft vast iets prijzenswaardig,
 
En elk behoort zijn lof. Die regel is rechtvaardig.
 
Munt de een in 't kleppren op den spreekstoel heerlijk uit,
 
Ook zedigheid eischt roem, die spraak heeft noch geluid.
 
Zit de een zijn pijpjen steeds met deftigheid te rooken,
 
Een ander leegt zijn fles terwijl er wordt gesproken,
 
Een derde sluit het oog en slaapt genoeglijk door,
 
En prijst den redenaar zoo goed als op 't gehoor.
 
Ook werk, gehoor, en slaap, 't geeft al de zelfde renten,
 
Want elk betalen zy hun vaste contingenten.
 
En heeft niet elk getrouw en steeds bestendig vriend
 
Een panegyricum by 't Broedergild verdiend?
 
Ja, Lofrede is een ding, aan elk die sterft, verschuldigd,
 
En in den doode wordt elk Medelid gehuldigd
 
Die met hem aanzat, hoorde, en toelaaggelden gaf.
 
Genootschap, schaf toch nooit die Lijkmis-redens af!
[pagina 317]
[p. 317]
 
Zy vullen menig uur: ja meer! zy vullen boeken,
 
Waartoe men anders stof met slonsjens had te zoeken,
 
En elk Genootschap toch, of (wilt ge 't?) Maatschappy,
 
Is op zijn werken fier, naar grootte van hun rij. -
 
Wat ook is schooner, wat vertroostender te hooren,
 
Dan, waar 't verstorven Lid gehuisd was en geboren,
 
Waar 't school stond, daar de man zijn a, b, c verkreeg,
 
En waar hy tot den rang van leerzaam schoolkind steeg,
 
En toen, langs trap voor trap, van Groen, Student, en voorders
 
Als Doctor werd erkend in 't gild der Menschenmoorders,
 
Of Beurzensnijders, of wat naam de domme gril
 
Van spotters van beroep ons (halzen!) geven wil?
 
En dan, wat vrouw hy kreeg! - Maar boven al, wat ampten!
 
Hoe nijd en afgunst daar, maar vruchtloos, tegen kampten!
 
En of hy liefst Bourgonje of Poorter dronk, of Ale,
 
En wat hy stuwen kon, hoe weinig of hoe veel?
 
Wat boeken mooglijk hy zijn leven had doorbladerd!
 
Wat heerlijk kabinet van zeldzaamheên vergaderd;
 
Van torretjens, misschien, kappelletjens, gesteent',
 
Of oesterschulpen, mensch- of dierlijk doodsgebeent',
 
Of wat de nijverheid, eens bezig saam te rapen,
 
In lade en vakken schikt, om - nooit weêr aan te gapen.
 
Ook, of 't op zolder was of in een keldergat,
 
Waarin hy 't ongestoordst en 't liefst te mijmren zat;
 
En of zich, in bergère of leuningstoel gezeten,
 
Zijn schrijf- of teekenpen met meer voldoening kweten.
 
In 't eind, of 't buikloop of verstopping was, waarmeê
 
Vrouw Atropos op 't lest zijn levensdraad doorsneê;
 
En of hy, had hy toen den geest niet opgegeven,
 
Niet nog wel twintig jaar of meer had kunnen leven.
 
Dit al is leerzaam en verkwiklijk op zijn plaats,
 
En elk erkent zich-zelf in 't lot zijns Medemaats;
 
Ja, smaakt het zoet, van, na voleindigd pijpjens rooken,
 
Als maag en ingewand zich weigren voort te koken,
 
Ook zelfs als letterheld en wijsheids hechtste zuil,
 
(Minerve dierbrer dan Meduzaaskop en uil,)
 
In wolken van tabak ten hemel op te rijzen,
 
By 't uitzicht op misschien nog grooter eerbewijzen,
 
Wen (mooglijk!) hier of daar eens kunstnaars beitelstift
[pagina 318]
[p. 318]
 
Zijn naam en Tituskop in duurzaam marmer grift,
 
Tot kindren met de vraag hun Oudren zullen kwellen
 
Wat toch dat ding daar doet, en wien het voor moet stellen?
 
 
 
Voor my, die steeds mijn weg, en afgezonderd, ging,
 
En zelden lof dan die my smaakloos was, ontfing,
 
'k Was nimmer gretig, met genootschaps koordkatrollen
 
Ter Dichtren-eeuwigheid my op te laten rollen,
 
Om met, of boven 't hoofd van klubgenooten uit
 
Te zweven in de mist van 't breinbedwelmend kruid:
 
Maar 'k heb die fraaiigheên een tijd lang moeten deelen,
 
Gezien en aangehoord in 't ijslijkst zelfvervelen.
 
In 't einde, ik kon niet meer, sloot me op, en raakte vrij,
 
En wacht (dit hoop ik) ook geen lofrede over my.
 
 
 
1827.
voetnoot*
Naklank, 58.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken