Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Rijm en maat.Ga naar voetnoot*

 
Ja ik hou wel van het Rijm,
 
En beschouw het als een lijm
 
Dat de verzen houdt verbonden,
 
Sedert dat de Fransche gril
 
d' Overloop niet dulden wil
 
Die een volzin moest doen ronden.
 
 
 
Maar die met het rijmgeluid
 
Altijd zin en rede sluit,
 
Is by my geen ware Dichter,
 
En verbeelde er zich niets op:
 
Want een' harsenloozen kop
 
Valt geen soort van rijmwerk lichter.
[pagina 328]
[p. 328]
 
Algemeene melody
 
(Maar geen zinnen, rij voor rij,)
 
Kan den echten smaak genoegen;
 
En die dit bereiken kan,
 
Is op Helicon de man
 
Wien lauwrier en palmloof voegen.
 
 
 
Dit vermag de rijmer niet,
 
Die niet verder denkt of ziet
 
Dan van klank tot tegenklinker.
 
Die draaft nooit als meester door,
 
Maar blijft kruipen in het spoor
 
Als een half ontheupte hinker.
 
 
 
Doch die vrije voeten zet
 
In een aangenamen tred,
 
En met welgekozen sprongen,
 
Dien verklaar ik voor Poëet
 
Die de kunst der verzen weet;
 
Die heeft naar mijn hart gezongen.
 
 
 
Zoo zong Vondel, zoo zong hy
 
Die de glorie was van 't IJ;
 
Zoo, wie in zijn voetspoor stapte;
 
Eer men nog, voor 't ouderwetsch,
 
In het Fransche woordgezwets
 
Op zijn extersch medeklapte.
 
 
 
Zoo, zoo klinkt my nog in 't oor
 
't Echte Hollandsch Dichtrenchoor,
 
Dat me als kind het hart verkwikte
 
Eer men nog, na de overhand
 
Van d' uitheemsch-bedorven trant,
 
't Leven uit de verzen likte.
[pagina 329]
[p. 329]
 
Hieraan bleef ik steeds verkleefd;
 
En, wat ooit veranderd heeft,
 
Op die kunst bleef de Amstel bogen,
 
Al begrijpt een minder vliet
 
Dit ons hooger ruischen niet
 
Dat zy niet bereiken mogen.
 
 
 
Neem men vrij den zoeten Smits,
 
Of een zachten Poot ten gids,
 
't Haalt niet by dat IJstroomruischen
 
Van den grooten voedsterzoon
 
Die van Vondels fieren toon
 
Door de wolken leerde bruischen.
 
 
 
't Haalt niet by den eedlen tred
 
Dien Van Winters zangster zet
 
Op de steigerende klippen,
 
Om langs 't galmend Engedi
 
Met den zoon van Izaï
 
Gems en berggeit na te glippen.
 
 
 
't Haalt niet by...Maar ach, om niet
 
Neurie ik mijn grijzaartslied
 
Uit een stroefgeworden gorgel.
 
De Amstel-zelf, ontaart van stem,
 
Zoekt een doffen woordenklem
 
Voor het golvend boezemorgel.
 
 
 
Opgeworpen, dwaas gebroed
 
Kent slechts eenen sylbevoet,
 
(Deeg, in ééne vorm gebakken,)
 
En geen vers meer als men zingt,
 
Dat naar 't hartgeklop ontspringt;
 
Slechts éénsklinkend tikketakken!
[pagina 330]
[p. 330]
 
ô Mijn Vaderland, word wijs!
 
'k Werd in taal- en dichtzorg grijs;
 
Hoor de laatste les mijns levens.
 
Schep uw verzen uit uw ziel,
 
Schuw 't Hoogduitsche Jambenspiel,
 
En den Franschen slaaptoon tevens.
 
 
 
Schik geen zielsgevoel, geen klank
 
Naar het koekoeks boschgejank;
 
Vloeie 't, door geen prang benepen!
 
Stort het, door geen rijm gestuit,
 
Over 't vers in volheid uit,
 
Dat het zielen meê mag sleepen!
 
 
 
Dit 's de ware melody
 
Van echt-Hollands Poëzy,
 
Wars van Duitsche en Fransche kluisteren
 
Waar hun kreuple taal in kruipt
 
En de dwaas voor nijgt en stuipt,
 
Maar die Neêrlands spraak ontluisteren.
 
 
 
Of, wilt ge altijd dat de maat
 
In 't eenvormig pof-paf slaat,
 
Wel! zing enkel wiegedeunen.
 
Daar waar kind of zieke zucht,
 
Doet zy mooglijk goede vrucht;
 
't Wakker hoofd eischt meer dan dreunen.
 
 
 
1827.

voetnoot*
Naklank, 186.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken