Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen
Afbeelding van Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingenToon afbeelding van titelpagina van Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (8.06 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen

(1968)–Anna Blaman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

Waar blijven de vrouwelijke genieën?

De emancipatie van de vrouw is beslist geen probleem meer waarover we nog met verhitte gemoederen zullen gaan bekvechten. Haar bestaan als mens met verantwoordelijkheden, rechten en plichten heeft de nodige erkenning gevonden, zowel in onze grondwet als in de opvattingen van nagenoeg iedere beschaafde medemens.

We weten dus nu wel dat de vrouw zich in het maatschappelijke leven niet alleen kan handhaven, maar ook, evengoed als de man, tot bijzondere prestaties in staat is; en niet alleen in de zgn. specifiek vrouwelijke beroepen, maar ook op de gebieden van wetenschap en kunst.

Het is allang niet meer uitzonderlijk dat er vrouwelijke doktoren, predikanten, kamerleden, ministers zijn. En ook zijn er vrouwen die componeren, schilderen, dichten of schrijven met een talent dat de prestaties van menige confrère in de schaduw stelt.

Maar toch - en hier laat de traditionele twijfel aan de gelijkwaardigheid van de vrouw toch weer z'n anti-feministische tegenspraak horen - al presteert de vrouw dan inderdaad heel wat, waar zijn de vrouwelijke genieën? De feminist heeft hier dan wel wat namen van wereldberoemde vrouwen paraat, maar dat blijft toch maar een handjevol vergeleken bij het verpletterende aantal mannelijke genieën dat daar tegenover staat. Ligt hier dus toch niet een wezenlijk verschil tussen man en vrouw, heet het dan, en wel dit: In het gunstigste geval presteert de vrouw veel, maar de man alles!

[pagina 71]
[p. 71]

Dat laat de ware feminist er natuurlijk niet bij zitten. Hij gaat aantonen dat deze achterstand van de vrouw niet aan haar zelf ligt, maar aan de situatie wraarin ze tot voor kort leefde. Het genie, zegt hij, kan zich pas ten volle openbaren en ontplooien onder bepaalde levensvoorwaarden die de vrouw zich tot voor kort niet kon scheppen. En als hij dat zegt kan hij zich beroepen op de gezaghebbende mening van Simone de Beauvoir die over de vrouw een zo uiterst belangrijk boek schreef met de zo ironische titel Le Deuxième Sexe. Zoals een plant zonlicht en water nodig heeft, zegt onze feminist, zo heeft het genie vrijheid en strijd nodig om tot bloei te kunnen komen; de vrijheid en de strijd zoals de innerlijk zelfstandige mens die kent.

En hoe leefde nu de vrouw eeuwen en eeuwen lang? In geen enkel opzicht zelfstandig, in geen enkel opzicht innerlijk vrij, maar als een geestelijk onmondige. En in de gevallen waar ze dat misschien in feite niet was, trachtte ze zich maar al te vaak geestelijk onmondig voor te doen. Waarom? Omdat haar bestaan daarvan afhing. Het was een zaak van levensbelang dat ze trouwde, en getrouwd blééf. Het huwelijk was nu eenmaal de enige sociale situatie waarin ze op een zeker respect en op een zekere sociale bescherming rekenen kon (als we het klooster als toevlucht even buiten beschouwing laten). Maar een man trouwde natuurlijk alleen maar graag met een ‘echte vrouw’, en een echte vrouw diende nu eenmaal onmondig te zijn tegenover alle werkelijk belangrijke zaken des levens. Een echte vrouw diende in te zien dat het monopolie op het enig juiste inzicht en de enig juiste mening bij de man berustte, te weten de heer der schepping.

Maar toch, gaat onze feminist verder, toch waren er altijd

[pagina 72]
[p. 72]

vrouwen die, ondanks het verbod zich serieus met zulke zaken bezig te houden, toegaven aan de behoefte hun gedachten en gevoelens op kunstzinnige wijze tot uitdrukking te brengen. En dat deden ze dan op de meest opvallende manier, nl. in brieven. Ze bleken dan soms bijzonder begaafde briefschrijfsters te zijn en men noemde dan ook de epistolaire kunst een typisch vrouwelijke kunst.

Maar spoedig waagden zich ook vrouwen aan de romankunst en toen constateerde men dat zij stilistisch dan wel een bijzondere hoogte konden bereiken, maar dat in dit vrouwelijke werk precies datgene ontbrak dat het groot, geniaal had kunnen maken.

De schrijfster ontbrak het aan een waarlijk grote visie op haar onderwerp; ze zag geen grote lijnen, geen samenhangen, geen achtergronden en geen perspectieven. Ze bleef steken in het detail, in de zoveel kleinere wereld van ding, kleur en sfeer... En wat had men anders kunnen verwachten? Een grote visie vooronderstelt een zelfstandige en vrije confrontatie met het betreffende onderwerp. En het onderwerp van de schrijver is in wezen altijd het menselijk bestaan.

En hoe kon nu de vrouw die eeuwenlang klein gehouden was en die zich ook eeuwenlang klein had móéten houden, zelfs had willen houden (dat was een kwestie van zelfbehoud), hoe kon ze dan nu plotseling als een zelfstandig, bewust en vrij wezen het menselijk bestaan in brede visie overschouwen en beoordelen! De vrouw die als gehuwde vrouw tot voor kort nog ‘handelingsonbekwaam’ werd geacht! De vrouw die, wilde ze tenminste ‘echt vrouwelijk’ heten, zich tot voor kort bij het kleine, bij ding, kleur en sfeer móést bepalen...!

[pagina 73]
[p. 73]

Maar nu, betoogt vervolgens onze feminist, is het gewoon als een vrouw belangstelling voor mens en wereld heeft. En als een vrouw grote geestelijke kwaliteiten blijkt te bezitten, is het niet alleen gewoon, maar een zaak van fatsoen dat ze alle kansen krijgt om die te ontwikkelen ten behoeve van mens en wereld.

En, besluit onze feminist, laat ik me nu eens wagen aan een voorspelling: Het zal niet lang meer duren of de vrouwelijke genieën zullen aantreden in de toekomstige cultuurgeschiedenis. Want nu al blijkt dat vrouwen met karakter en geest, op welk cultureel niveau ze ook staan, vaak nog ernstiger en hartstochtelijker geïnteresseerd zijn in het menselijk bestaan dan menige man met evenwaardige mogelijkheden. En dat komt natuurlijk doordat het bestaan en haar eigen verhouding daartoe zo nieuw voor haar zijn, nieuw en overweldigend, een openbaring! Daar moeten in de toekomst geniale reacties en geniale interpretaties van komen!

En schrijfster van dit Vrij Spel is het daar volmaakt mee eens.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken