Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te leven (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te leven
Afbeelding van De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te levenToon afbeelding van titelpagina van De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

Scans (7.97 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde
non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te leven

(1967)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Waar in van yder spijse in ’t besonder gehandelt werd. Mitsgaders een beknopte manier van de spijsen voor te snijden, en een onderrechting der schikkelijke wijsen, die men aan de tafel moet houden. Nevens De Schola Salernitana


Vorige Volgende

XXXVI. Hooft-stuk. Manieren die men ontrent het Drinken moet observeren.

GElijk men niet after de hand, en steelswijs moet eeten, soo moet men ook niet ter sluik drinken.

Een groote ongemanierdheit is het de eerste drinken te eischen, en voor en aleer dat persoonen, die meerder, als wy zijn, gedronken hebben.

Het strijd tegen de eerbiedigheit, overluid drinken te eischen, men moet het in stilheit vragen,

[pagina 148]
[p. 148]

soo de Tafel-dienaar, of een Lakey dicht by u is, soo niet, moet men hem wenken.

Het is seer plomp, op de gesondheit van een persoon van staat te drinken, met hem selver toe te brengen.

By soo verre iemand sijn eigen gesondheit uit vrolijkheit in stelt, is men verplicht die te drinken: maar men moet dat doen, sonder den persoon van aansien tot getuige te roepen, het welk men op dese wijse sal konnen verrigten; het is mijn Heer, dien aansprekende, wien mense brengt, op de gesontheit van mijn Heer; en niet aldus, mijn Heer, dat is op uw gesondheit, en ik breng je aan mijn Heer.

Maar het is een uit der maten groote onbetamelijkheit daar by te voegen, gelijk wy reets gesegt hebben, den naam van den persoon van aansien, hem selven aansprekende, of te seggen, wanneer wy

[pagina 149]
[p. 149]

op de gesondheit van sijn Huisvrouw, of van iemand van sijne bloed-vrienden drinken: Mijn Heer, op de gesondheit van Mejoffrouw; uwe Huisvrouw; van mijn Heer uwen Broeder, van Mejoffrouw uwe Suster, enz. Men moet de Huisvrouw noemen met den naam van haren staat, of met de Van van haren Man, en de andere, of met hare Vannen, of met de namen van haren staat, soo sy’er eenige bekleden seggende by voorbeeld, op de gesondheit van Mevrouw de Maarschalkinne, van mijnen Heer den Markgrave, enz.

Indien het gebeurt, dat men eenig persoon van aansien moet antwoorden, en dat hy in dat selfde oogenblik het glas aan den mond set om te drinken, soo moet men stil swijgen, en wagten, tot dat hy gedronken hebbe, om met onse reden voort te varen.

Het sweemt te seer na gemeen-

[pagina 150]
[p. 150]

saamheit den wijn te proeven, en twee drie maal over sijn glas te drinken: men moet het in eene toog, en besadelijk uitdrinken, daar in siende, terwijl men drinkt, en letten, dat men niet en drinke, wanneer men den mond vol heeft. Ik seg besadiglik, om sig niet te verkroppen, ’t welk een seer onbetamelijk toeval sou zijn, en seer onhebbelijk aan een tafel van plegtigheit: Boven dat met eene gulp te drinken, gelijk of men het in een vat goot, het doen is van een slok op, ’t welk tegen de betamelijkheit aanloopt.

Men moet ook wagten, van, na dat men gedronken hebbe, een groote uitbarstende sucht te geven, om sijn aassem te herhalen.

Het is ook onbetamelijk sig het glas te doen geven, voor den persoon van aansien heen: men moet het glas van een andere zijde aanvaerden.

[pagina 151]
[p. 151]

Indien de persoon van aansien u de gesondheit van iemand brengt, of wel op den uwen drinkt, moet men sijnen hoed af hebben, een weinig voor over de tafel bukkende, tot dat hy gedronken hebbe, en men moet hem geen bescheid doen, ten zy hy dat uitdrukkelijk belaste.

Wanneer hy u aanspreekt, moet gy uwen hoed ook afnemen, om hem te antwoorden, en wel te letten, dat gy den mond niet vol hebt. Dese beleefdheit moet men waarnemen alle de reisen, als men u aenspreekt, tot dat men het u verboden sal hebben; en dan moet men gedekt blijven, om door al te groote eerbiedigheit niet te verveelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken