Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne (1683)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne
Afbeelding van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyneToon afbeelding van titelpagina van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.97 MB)

ebook (4.38 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

(1683)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 242]
[p. 242]

IX. Hooft-Stuk.
Van de Ziekten die uit te veel of te weinig uitdyging komen, en die uit een gemeinde Plethora en te veel aderlaten souden spruiten.

MEn rekent gemeenlijk onder d' oorsaken der siekten een al te veel en te weinig uitdyging, maar wylse effecten oft uitbroedsels van andere oorsaken sijn, moet men d' oorsaak en het effect niet confunderen, want se sijn herkomstig van verdikte sappen, en verstoppingen, waar van hier na breder sal gesproken werden.

De Plethora pleeg mede een toevlugt te sijn om eenige siekten af te leggen, welke was tweederlei, in de eene was het bloed in de vaten soo overvloedig, dat die uit gerekt wierden; en d'andere was soo veel, datse de traagten beswaarden.

Maar men moet weten dat de menigte bloeds (als ook der geesten, die men ook seide dat in menigte konnen sondigen) behoorlijk vloeybaar sijnde, ons noit eenige siekten toebrengt. Want het heeft altyd zyn weg om door te loopen, soo dat het noit kan stil staan, soo lange het die vloeybaarheid heeft, en by gevolg in menigte niet en kan pecceren. Hier komt noch by, dat als het bloed in gesonde snel verby loopt, noeit de vaten noch de kragten sal lastig vallen. Dat de vaten uit setten geschied niet door een Plethora oft overvloedig bloed, maar door een verstoppinge van dikken vochten, die soo ras niet door de kleine vaatjes konnen passeren, als de voorste sappen, in de

[pagina 243]
[p. 243]

groote vaten besloten, konnen aanpersen: en dat uit soo een bloed dat weinig geesten heeft, ook weinige in de hersenen gescheiden werden, is geen wonder, dat die luiden kragteloos zyn. Alle die luiden die men segt plethoryk te zyn op die wyse als men die afbeeld en siekten voorbrengt, hebben verstoppingen, waar uit het bloed broeyt, en niet behoorlyk kan doorlopen.

't Is ook een leugen dat magere luiden veel bloed hebben, want indiense veel bloeds hadden, souden sy warmer van lighaam sijn, daarse in tegendeel gemeenlijk kouwelyk zyn, om haar weinig en quaad voedsel konnen sy menigmaals niet vet werden.

Het veel bloeden en dikwyls ader laten, is in veele een oorsaak van datse noeit gesond zyn. Want daar men veel bloed plengt, werden veel geesten en gesten verquist. De geesten en gesten verquist zynde baren een minder werkinge in 't bloed, waar door het moet dik en traag loopend werden, 't welk oorsaak van verstoppingen is.

Het bloed dan dus gestelt zynde, konnen geen goede gesten in de maag komen om de spyse te verteeren, waar door de spys in een quade gyl verandert, uit welke weder een quaad bloed ontstaat; dat dan rysig en broeyend werdende, al wederom een Plethora hiet, men steekt weer een gat in de arm, en men laat eenige kommen van dit kostelyke sap, dat soo qualijk t'herstellen is, uit loopen. Dan vind de lyder sich quansuis verfrist, 't welk ook in der daad soo schynt, want de verstoppingen in de deelen des lighaams werden door dat broeyend bloed soo seer niet geprangt als te voren. Maar eenige maanden geleden sijnde, beginnen dese vochten, om de bovenste oorsaak, al wederom aan te groeyen en de vaten en verstoppinge te prangen, waar om men al weder zyn toeverlaat tot het laten neemt.

[pagina 244]
[p. 244]

Dese luiden, soo dikmaals haar bloed plengende, seg ik, zyn noeit gesond: en daarom siet men menig heele jaren quynen, die niet weder tot haar verhaal konnen komen, ja hebbe bevonden dat die, ik mede de gemeene slender volgende, gelaten waren, de geheele winter de koors hadden: En die van de eigenste siekte op een veiliger methode gecureert waren, hebben de gansche winter gesond geleeft. Hierom hebben sommige niet qualijk aangemerkt, wanneerse meinen dat als se eens gelaten zyn, sy alle jaren moeten gelaten werden, de reden hier van is terstond gesegt, want dit schrale bloed werd eerder goor, dik en broeyend, als dat het door vlugge medicynen vloeyend gemaakt was: want een bier oft wyn, die vol geesten is, heeft soo ras geen noot van bederven, als dat weinige kragten heeft, en pas een week twee of dry kan duiren. Van dese stoffe hebben andere meerder getracteert, en men kan ook in de sevende Centuria van myn Collectanea nasien, alwaar noch al iets geschreven is dat hier te passe komt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken