Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

III. Hoofd-stuk. Abrotonum, Averoone en Averuit genaamt.

DAar zyn verscheide soorten van Averoone ofte Averuit, als Groote, ofte manneken, kleine, ofte wyfken, en kleine die wel riekend is. Dese dry syn soorten van Heesters. De Groote wast dikmaals een mans hoogte, zynde de Stam dikmaals dikker dan de middelste vinger: hebbende veele dunne takjes met fyne gesnedene blaadjes, sterk en aangenaam van reuk, witagtig groen ofte Asch-koleurig; dese vallen tegens den winter af, en schieten tegens de somer wederom uit. Van 't midden der takjes tot boven toe heeft het kleine draadagtige geele knopjes ofte bloemtjes, welke daar na haar saad-knopjes voortbrengen de wortel bestaat uit veele veseltjes.

De tweede zynde de kleine ofte wyfken, wast zoo

[pagina 12]
[p. 12]

hoog niet, hebbende mede houtagtige dunne stammetjes, die uit de grond naa om hoog uitschieten: hier uit wassen de blaadjes dog fynder gesnippelt, langer, groender van koleur en sterker van reuk dan de groote, brengt alhier selden bloemtjes of knopjes voort. De wortel is veselagtig, die sig langs d' Aarde verre uit verbreid, uit welke weder nieuwe scheutjes voortkomen.

De derde, synde de tweede kleine, is nog wat kleinder en lager op de grond: de blaadjes syn van onderen tot boven toe heel fyn gesnippelt; schraal groen ofte niet gansch sterk groen, hebbende een liefelyke en aangename reuk: van 't midden syner houtagtige takjes tot de top toe, komen seer veel kleine, geele, blinkende en knopagtige bloemtjes, die daar na seer veel zaads geven. De wortel is mede veselagtig.

De teikenen van de mannetjes averuit is besien ofte knopjes dragende, de struik heesteragtig en houtagtig; de bloemen syn blood, in de struik niet eindigende, maar uit de zyden gaande, werden gelyk als aaren; de bladen syn grysagtig en fyn gesnippelt. De wyfjes hebben een heesteragtige oppervlakte, 's winters overblyvende, riekende bladen: yder bloemtjen in zyn takjen eindigende.

Dese gewassen werden alhier meest in de kruid-tuinen gevonden in een opene wel ter sonne staande plaatsen. Sy werden van saad geteelt, maar rasser van de jonge takjes die men in het voor en na-jaar in de Aarde steekt: ook geven de wortelen wederom nieuwe scheuten, soo dat sy haar selven genoegsaam voort planten. Sy groeyen bequamelyk in goed sand en tweejarige paarde-mest. Sy bloeyen gemeenlyk in Oogst-maand en Herfst-maand, waarna het zaad ryp komt te werden. Daar zyn nog verscheide andere vreemde soorten, maar ons

[pagina 13]
[p. 13]

oogmerk is niet die te beschryven, maar alleenlyk, welke hier te Lande wassen en haar gebruik hebben, sparende het overige tot een tweede Deel.

Dese beschrevene dry soorten syn, om dat sy sterk rieken, verwarmende, en fyn van deelen. Geneesmiddelen gemaakt van de bloemen, saad en blaadjes dient in veele gelegentheden van de borst en maag: dryft de stonde vloed, doet wel wateren, verdryft de krampen en trekkingen verdunt de verkoude en slymige vogten. Dood de wormen en jaagt de koorsen weg. Dryft de vrugt en nageboorte af, als mede de opgeschorte Kraam-vloed. Hier van kan men kooksels maken, Conserven, Tincturen: men set se op wyn of meede, waar van men somwylen een romertjen vol kan drinken.

Dese Averoone heeft mede hare uiterlyk gebruik, wanneer men die met andere kruiden tot een pap maakt, en op eenige geswellen legt, voornamelyk die uit slym ontstaan, soo verdryft het de selvige: of soo die geneigt syn te veretteren, komen die te veretteren. Soo men het sap ofte kooksel met honig kookt tot de dikte van en Syroop, is het in de sweet-gaten suiverende.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken