Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomendeToon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.11 MB)

ebook (6.73 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

(1688)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

XVIII. Hooft-stuk.
Van eenige rare Surinaamse Kapellen.

I. OVer eenige jaren syn my in handen gekomen verscheidene seldsame beesjes door een liefhbber uit Suriname gebragt; waar onder sekere Kapelle was, die men met regt de koninklyke Pauw-oog mag noemen, van andere de groote Atlas, want hy is de grootste van die ik oit gesien heb. Van onderen heeft hy op yder onderste vleugel twee ronden als de oogen byna van een Pauw, verscheidentlyk van koleur: en aan d'onderste syde van de opper-vleugel syn op yder een klein oogjen. Voorts synse van onderen van verscheide koleuren geteikent en gevlekt, seer aardig voor een liefhebber te sien. Van boven syn de vleugels meest kastanie-bruin, waar door eenig blauw uitsteekt. Siet de selve van onderen en boven op de agtiende en negentiende Tafel.

[pagina *17]
[p. *17]


illustratie

[pagina *19]
[p. *19]


illustratie

[pagina *21]
[p. *21]


illustratie

[pagina 71]
[p. 71]

II. Op de twintigste plaat werd verbeeld een beesjen A vliegende, schoon geel, wit en bruin van boven gekoleurt: het selfde siet men ook sittende aan de letter B. alwaar men de vleugels van onderen schoon geel en wit siet.

IIl. Op de selfde plaat siet men ook C en D van onder en van boven: synde van onderen bleik geel en wit, maar van boven is de oppervleugel bruin en schoon geel, maar de ondervleugel wit, en onder aan bruin gestippelt. Het beesjen E is orangien koleurig met swarte vlekjes, welkers soort ik in Friesland in de Veenen wel heb sien vliegen.

IV. De verbeelding van de beesjes A en B op de een en twintigste Tafel is mede niet vreemt van koleuren. Yder onderste vleugel heeft aan beide syden twee swarte oogen, maar op de andere syn aan beide syden een oog van d'eigenste koleur. Voorts synse van onderen en boven bruin, door

[pagina 72]
[p. 72]

welke rood, orange en wit vermengelt is.

V. Op de selfde Tafel verbeeld ik ook C en D van onderen en boven, welke aardig bleik wit, met bruin vermengelt van boven syn; aldus ook van onderen waar tussen orangen en bleek blauw uitsteekt; de onderste vleugels syn eenigsins aan de binnensyde omgebogen.

VI. Op de twee en twintigste plaat verbeeld ik A van boven en B van onder, synde een beesjen onder en boven byna van een koleur, dat men selden siet, maar de bovenste syde is wel een weinig duisterder van koleur. Het duistere is kastanien bruin, maar het overige meest seer bleik doorschynig orangien.

VII. Het beesjen C en D dewylse aan spelden staken, heb ik de vleugels niet derven open doen, wantse ligtelyk komen te breken, soo heb ikse sittende verbeeld om de koleuren van de onderste vleugels te sien. C is bruin

[pagina 73]
[p. 73]

met witte en swarte vlekjes verciert. Maar D is bruin, geel en blauw. Op de onderste vleugels staan op yder twee swarte oogen, op welke een blauwe vlek staat, en dese oogen staan in een geele ring.

VIII. Van dese en diergelyke vreemde beesjes kan ik'er nog veele te berde brengen, maar spare die tot een anders tyd. 't Is over jammer dat ik'er de Rupsen met hare popjes niet by kan geven, het welke men my ten besten moet afnemen, alsoo ik geen tyd heb die Landen te besoeken, en selden luiden sal vinden, die daar na toe gaan, en bequaamheid hebben, om haar werk daar van te maken, derhalven moeten wy ons met het tegenwoordige vernoegen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken