Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomendeToon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.11 MB)

ebook (6.73 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

(1688)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

XXX. Hooft-stuk.
De Drooge-vleis en Blaas-etende-Worm met syn veranderinge.

I. In 't jaar sestien hondert en dry en tagtig, quam myn oudste soontjen ter waereld, en, wyl ik daar van de na-geboorte suiverde en droogde (om die in 't onderwysen van myne discipulen te gebruiken) soo wierd, die, door versuim en te veel besigheden hebbende, onderwylen niet vernist; soo dat'er een seker soort van wormen de selve t'eenemaal op-aten, behoudende niet meer dan de navel. Dese soort van wormen heb ik in myn gerookt vleis menigmaal gevonden. Ik heb ook een doos, in welke ik kurk en blasen bewaar, om myn genees-middelen, die ik myn sieken in flessen uitreik, toe te sluiten; dese werden van de zelfde wormen doorgeten.

[pagina 96]
[p. 96]

II. Dese wormen zyn castanie bruin van koleur, met eenige geele ringetjes: ses scherpe pootjes synder aan den hals, met welke sy voortkruipen. Boven op het lyf siet men ook eenige redelyk lange hairen. De drek die haar afgaat, is droog uit vele aan een hangende knobbeltjes gemaakt, witagtig van koleur. Dese beesjes vervellen eenige reisen, op welke tyd sy dan loomer, dikker en korter worden.

III. Den ses-en-twintigsten van Ooftmaand, was'er een in een popjen verandert, dat heel wit was. Uit welke den tiende van Herftmaand een klein torreken uit voort quam, sijnde grauw en swart van koleur.

Elfde Tafel.

K.De Worm.
L.Het Popjen.
M.Het Torreken.
[pagina *27]
[p. *27]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken