Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomendeToon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.11 MB)

ebook (6.73 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

(1688)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXXVIII. Hooft-stuk.
Hoe de Myt sig door het vergroot-glas toont, met sijn Ei.

I. IK heb in de tweede Centuria, de XXIX observatie, in myn collectanea gewag gemaakt van de Myt in de Kaas: hebbe naderhand verscheide soorten van Myt gesien, maar verschelen alle een weinig van malkanderen: 't is een wit doorschynig beesjen, hebbende som-

[pagina *33]
[p. *33]


illustratie

[pagina 159]
[p. 159]

tyds eenige bruine plekjes op de rug, die men ook in andere soo veel niet en siet. Sy hebben een breed agterlyf; van voren loopt hy spits toe als een verkens smoel, met twee hoorntjes, die ik in andere twee, en in sommige daar eenige veseltjes by bevonden heb: het agter-lyf is vol lange hairen als een Yser-verken oft Egel beset. Aan yder syde syn vier pootjes, bestaande uit veele ledekens die met hairtjes begroeit zyn. Aan 't eind der pooten hebben sy knypertjes, gelyk de gemeene luisen, die de menschen aan 't lighaam komen te groeyen.

II. Ik heb niet anders konnen bevinden of dese diertjes komen uit Eijeren oft neten voort, welke doorschynig zyn. Het buitenste vlies van het Ei is vol ruiten aan syn buitenste oppervlakte. Dese Eijertjes werden selfs van de Myten geleid: welke door de warmte des logts allenxkens uitbroeijende, eerst kleine Myten vertoonen, die daar na vervellen en van tyd tot

[pagina 160]
[p. 160]

tyd grooter werden; sy werden grooter op een vette Kaas, dan op schrale en magere, dog noit grooter, als een matig grof sand korrel.

Veertiende Tafel.

A.Is de Mijt, door 't vergrootglas gesien.
B.Is het Ei mede vergroot.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken