Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Het zieke Meisje

 
Mijn arme zuster uit de donkre stegen,
 
Die kwijnt en in uw kwijnen schoon nog zijt,
 
U was het felle leven niet genegen,
 
Maar nochtans vindt de dood u niet bereid.
 
 
 
Uw lot is dat der bloemen, die verfletsen
 
Laag voor uw huisje op het vermolmd kozijn,
 
Die al de schaduws met hun kilte kwetsen
 
Zelfs bij den blakerendsten zonneschijn.
 
 
 
Gij zijt me een beeld van allen, wien het lijden
 
Den schaarschen zegen van 't geluk verbiedt.
 
Een machtloos mededoogen moge glijden
 
Naar u op de arme woorden van dit lied. -
 
 
 
Het is een herfstdag, die zijn matte tinten
 
Om de vernevelende landen legt,
 
En op den valen grond de bleeke linten
 
Van zonnelicht en schaduw samenvlecht.
 
 
 
Nu ligt gij wel in 't schamel bed te staren
 
En smeekt der zon, misschien een laatste maal,
 
Voor uw ook nu nog onverdofte haren
 
Een schuwe weldaad, een verdwaalden straal.
 
 
 
En zie, voor 't schemert glijdt op uwe bede
 
Een zonnestraal in 't kil en domp vertrek.
 
O dat ontroerende gebaar, waarmede
 
Ge uw smalle polsen schikt op 't grijze dek.
 
 
 
Dan, met den avond, als de lijnen dooven,
 
De schaduw 't laag vertrek allengs verheert,
 
Komt een droef beeld uw denken langs geschoven:
 
Van vreugd, die eer ze u vond reeds is gekeerd.
 
 
[pagina 23]
[p. 23]
 
Gij peinst, en zucht - niet om de vreugd der luiden,
 
Niet om den leegen schal van 't rinklend feest,
 
Maar om het heil van de verkoren bruiden
 
En al wat nimmer is uw deel geweest.
 
 
 
Gij peinst: ‘Nu is het herfst en zwoel en avond,
 
En die den zomer vierden in een kring
 
Van liefde, komen eens nog saam, zich lavend
 
Aan wat ontwelt uit zaalge erinnering.
 
 
 
Zij schrijden langzaam in den nacht der boomen,
 
Waar men de sterren reeds door 't loover ziet,
 
Naar de eindlijke overgave zonder schromen,
 
Want winter dreigt en dood aan 't zwart verschiet.
 
 
 
O donkre lijven, warme monden, harten
 
Van gloed, woorden in lusten uitgehijgd -
 
Het is de bitterste van al mijn smarten,
 
Dat voor uw heil mijn ziel ten doode nijgt.’
 
 
 
Dan weent ge, tot de nachtwind door uw ramen
 
Aanvleugt, dezelfde die mijn slapen koelt,
 
En voert mijn droomen met uw droomen samen,
 
En heeft een eendre wonde ons blootgewoeld.
 
 
 
- Mijn medelijden heeft deez' dag gezeten
 
Ter sponde, waar ge uw veege leven kort.
 
Ik zal uw beeld wel morgen weer vergeten:
 
Een dag is maar een bloem die geurt en dort.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken